GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 254

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 254

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

Van de Persoonen,

250

de eerste Adam stercker is, als de tweede Adam, namelick, Christus? A. Geensins: want het is meerder kracht eenen van den doot op te wecken ende het leven te geven dan thien duysent te vergiftigen ende om te brengen. 2. De overvloedigheyt van de genade en bestaet niet in 't getal van de menschen die gevallen zijn want dan sonde volgen, dat' er meer menschen door Christum moesten opgerecht werden (genomen datse alle ,

,

,

;

als 'er in Adam waren gevallen, het welck onmogelick is Maar de overvloedigheit van de genade is daer in gelegen dat de Heere sijne genade ende barmhertigheyt heeft getoont aen ons in sijnen Sone Christo die het soo weynigh verdient hadden, als die gene, die verloren gaen. d V. Wie zijn die gene, die daer drijven de algemeyne genade, dat is, dat Godt door sijnen Sone alle menschen, hooft voor hooft, niemant uytgesondert, heeft opgerecht, of wederoprechtinge bereyt, &c.? A. De Pelagianen Papisten Eemonstranten Mennoniten, &c. d V. Wat bewijs brengen sy tot dien eynde by? A. Matth. 11. 28. Komt herwaerts tot my alle die

waren opgerecht)

:

,

,

,

d

,

,

vermoeyt ende belast zijt. V. Wat soudt ghy daer op antwoorden? A. De Heere Christus en noodight aldaer

tot

hem

menschen sonder onderscheyt, maer alleen die met hare sonden belast zijn, ende soodanige deselve hertelick gevoelen, soeckende oock daer van

niet alle

,

d

ontslagen te zijn. V. Zijn alle menschen wel

sonden? A. Neen: d

d

alsoo belast

met hare

gelijck de dagelicksche ervarentheyt leert, V. Wat bewijs brengen sy meer by ? A. 1 Joh. 2. 2. Ende niet alleen voor de onse, maer oock voor de sonden der geheeler werelt. y. Wat soudt ghy daer op antwoorden? A. De Apostel Johannes en wil daer mede niette

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 254

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's