GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 356

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 356

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

844 doet; vrees doodt de driestheid

om

te zondigen.

En aan

de andere zijde deelt de gezegde voorbereiding zaken mede,

van het hoogste belang zijn in de bekeering: verlichting namelijk, afschuw van de zonde en begeerte naar verlossing, die

(p.

126).

Hiermede hangt, zoo zegt Amesius, de Dienst des Woords

nauw samen. „Quem admodum enim sterii

quoad regenitos

cantur ad gloriam; nitos, nisi ut

ipsos, nisi ut

sic

nullus est usus mini-

praeparentur et perdu-

nullus est eins usus quoad irrege-

praeparentur et perducantur ad conversionem."

(Thes. VllI).

Als bewijsplaatsen uit de H. Schrift brengt Amesius Mark.

12:34 en Act. 2.37 bij. (Theses IX— XII). Reeds bij de Exegese dezer twee teksten begint de Polemiek tusschen Amesius en Maccovius, die het gevoelen van Amesius afwijzende, hem ook het recht ontzegt zich op deze twee teksten te beroepen. Amesius verklaart, met beroep op Calvijn, de woorden: „Gij zijt niet verre van het koninkrijk Grods" uit Mark. 12:34, als een voorbereidende genade om in het koninkrijk Gods te worden opgenomen (Thes. IX), terwijl Maccovius de woorden van Calvijn aldus weergeeft dat de schriftgeleerde een waarheid zou hebben beleden, die niet ver af was van de waarheid van Gods Koninkrijk ^).

En wat aangaat Hand. woorden „werden

zij

2

:

37,

exegetiseert Amesius de

verslagen in het hart"

wederom

als

een voorbereidende genade, als eene dispositie ter wedergeboorte, (Thes. IX en XI) terwijl Maccovius daarentegen

werking van reeds aan„At hic timor una cum cupiditate

in de verslagenheid des harten een

wezige wedergeboorte ziet.

salutis est pars regenerationis." (p. 404).

Maccovius van gansch tegenovergesteld gevoelen dan Amesius zijnde, wijst allereerst op 1 Cor. 2 14 en conclu:

')

Maccovius,

Collegia

Theologica, ed.

1641,

p.

403,

v. v.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 356

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's