GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 364

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 364

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

352

inderdaad beter zijn. „Per meliores ergo intelligimus, non qui videntur esse dispositi, sed qui sunt." (p. 402). Ten 2.

XlX^e Thesis: „Quis dabit, dispoconnexionem habere cum "?" regeneratione Maar Maccovius voert hem tegen waarom ze dan gesteld worden, wien ze dan ten goede zijn, en waartoe ze strekken? Alsook vraagt Maccovius of misschien de bedoeling van Amesius is dat niet de dispositie connexie vraagt Amesius in

zijn

sitiones istas materales certam

met de regeneratie positie?

(d.

w.

z.

heeft,

maar wel de regeneratie met de

dis-

dat allen die wedergeboren worden nood-

wendig eene praedispositie hebben moeten, niet omgekeerd, dat allen die eene dispositie hebben, ook werkelijk worden wedergeboren.)

Ten

(p. 402).

Amesius het een ontzettende gedachte zelfs ook door ééne prediking eenigszins ter regeneratie kennen gedisponeerd worden ^). Maar zeer schoon en glashelder is het antwoord van Maccovius dat de prediking des Woords niets vermag zonder bijkomende werking des H. Geestes. Jesaia 53 1 toont dat zeer duidelijk aan. „At ostendimus iam, ubi Deus non dat oculos ad videndum, aures ad audiendum, mentem ad intelligendum, frustra talibus praedicari verbum Dei, et tam ab ipsis non posse intelligi hoc salutariter, quam ea, quae sana sunt ab iis, qui omni mente et iudicio destituti sunt, et propterea etiam Esaias ista cap. 53. coniungit fidem, quae habetur verbo Dei, nisi ubi se brachium eius exeruerit." slotte vindt

dat de slechten niet of langzamerhand of

:

§

4.

Of Gods Woord vóór de wedergeboorte ter zaligheid gehoord wordt?

De Polemiek tusschen Amesius en Maccovius over de voorbereidende genade gaf

als

van

zelf aanleiding tot

een

') Het slot van Thesis XIX luidt: „Qaam denique immane postulatum est, deteriores non posse vel paolatim, vel etiam (ut nonnunquam usu venit) una concione, aliquatenus

disponi ad regenerationem."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 364

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's