GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 79

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 79

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

":

HET ATHEÏSME.

77

Calvijn, wien de eere toekomt het stuk van de ingeschapen Godskennis voor het eerst grondig onderzocht en breed besproken te hebben, die met groote instemming aanhaalt het bekende woord van den heiden ClCERO „Daar is :

voorwaar geen

natie

geen volk zoo hun gemoed overtuigd dat er een

zoo

verwilderd, of ze zijn in

en

barbaarsch,

op wees dat het gemeen gevoelen der Godheid „vast en taai kleeft in de ingewanden van alle menschen", die het uitsprak dat de mensch „eerder de geheele gezindheid zijner natuur kan verbreken, dan den indruk van Gods bestaan

God

uit zijn

het

die er

is,"

gemoed wisschen",

ontzettend

dat er geen

is,

I,

3,

2

dit

van: „Het

is

niet

gewagen van de de woeste en onbedrevene menschen alzoo arglistig-

gelooflijk,

lijk

ook

besproken.

Hij zegt er in de Institutie

religie

is,

van het Atheïsme, het stelsel

verschijnsel

God

gelijk te begrijpen

heeft,

dat zelfs diegenen, die door te

bedrogen,

ten

eenen

male ledig geweest

zijn

van de

Want al is het, dat er altijd eenigen waren, en ook hedendaags niet weinigen schijnen te voorschijn te komen, die ontkennen dat er een God is, zoo gevoelen zij kennisse Gods.

nu en dan, 'tzij dat zij het willen of niet, even datgene hetwelk zij niet begeeren te weten." Met leerrijke voorbeelden maakt CALVIJN dit zijn zeggen waar door te schrijven: „Men leest nergens, dat iemand tot stouter en ongebondener verachting Gods uitgebroken is dan de keizer Gajus Caligula en nochtans is nooit iemand zoo ellendig geschrokken en heeft zoo gebeefd, wanneer nochtans

;

eenig teeken van Gods toorn vertoond werd. hij

tegen

te

versmaden.

zijn wil

anderen, die is

God

God

Dit

hem

gevreesd, dien

ziet

hij

En alzoo heeft

met opzet poogde

men ook alom wedervaren allen Want naarmate iemand moediger

gelijk zijn.

te verachten, zooveel te

meer wordt

hij

ook op het

geruisch van een vallend blad ontroerd en ongerust

Dit

alles

brengt Calvijn

tot

de

volgende

gemaakt conclusie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 79

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's