GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 273

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 273

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE OXZIENLIJKHEID GODS. dat

27

I

van het zien Gods, met de oogen des lichaams, geen zijn, omdat het Eeuwige Wezen onzienlijk,

sprake kan onzichtbaar

is.

Wel wordt

zeer verschillend gedacht over de vraag, in hoedanigen zin gezegd kan worden dat de gelukzaligen hiernamaals den Heere zullen zien en aanschouwen, of er alsdan zal zijn een zien Gods met de verheerlijkte oogen van het opstandingslichaam, dan wel of de aanschouwing Gods in het rijk der heerlijkheid een geestelijk zien zal zijn,

met het oog der ziel. Bovenal, of er dan gevonden zal worden een zien Gods zooals Hij is, of nog, gelijk hier op aarde, zooals Hij Zich ope?ibaart, zij het ook op veel heerlijker wijze. Tal van vraagstukken doen zich hier voor. Prof.

Bavinck

het navolgende

:

schrijft in zijn Geref.

Dogm.

II,

pag. 153,

„De Hervorming nam tegenover deze aan-

schouwing Gods een verschillend standpunt in. De Lutherschen neigden er toe, om eene aanschouwing van het Wezen Gods aan te nemen, en niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk. Gods macht was zoo groot, dat Hij aan de zaligen eene verlichting kon schenken, waardoor zij Hem ook met de oogen des lichaams kunnen zien in Zijn Wezen. Ook enkele Gereformeerden achtten zulk eene aanschouwing van Gods Wezen niet onmogelijk. Maar de meesten, zich houdende aan de alle kennis te boven gaande heerlijkheid die den geloovigen bereid is, stelden de splinterige kwesties der Scholastiek ter zijde of verwierpen ook de aanschouwing van Gods Wezen geheel en al. Deze bescheidenheid is zeker in overeenstemming met de Schrift, die wel van eene aanschouwing Gods door de zaligen spreekt, maar dienaangaande niets naders verklaart en elders God uitdrukkelijk noemt. De aanschouwing die den geloovigen wordt door Paulus genoemd een kennen gelijk wij gekend zijn. Indien God, gelijk allen aannemen, niet volmaakt, in Zijn Wezen, gekend kan worden, maar onbeonzichtbaar

wacht,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 273

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's