GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 60

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE OPENBARING GODS.

58

geroepen wordt

aanzijn in

bij

de ontvangenis of geboorte, of zij een

het tijdperk dat daartusschen verloopt, maar dat

voorbestaan heeft in het eeuwige heelal en op een gegeven oogenblik ingaat in het menschelijk lichaam. Dat is de leer

van het prae-existentianisme. In dit stelsel nu hoort de gedachte thuis, dat de ziel, met gereede kennis toegerust, ingaat in het lichaam, en deze kennis wordt dan aangeboren of ingeschapen kennisse genoemd. Wat in het latere leven plaats grijpt, is niet een eigenlijk leeren, een verwerven van kennis en wetenschap, maar feitelijk niet meer dan het zich in herinnering brengen van hetgeen men reeds van vóór de geboorte wist.

Deze gedachte,

eerst in het

algemeen uitgesproken, werd

op de kennisse Gods toegepast en op onderscheiden manier uitgewerkt. De ziel bezat bij de geboorte reeds eenige kennis van God en Goddelijke zaken. Die kennis was ingeschapen of aangeboren. En straks in het leven werd deze kennis verrijkt en vermeerderd door wat men leerde uit de beschouwing der Natuur, en door wat men ontving in het geschreven Woord van God. Het is met name Cartesius geweest, die gepoogd heeft deze wijsgeerige gedachte uit de school van Plato in de Christelijke Godgeleerdheid in te dragen, doch de Gereformeerde Theolo-

later

in

het

bijzonder

gen hebben haar steeds krachtig bestreden en verworpen. Prof. Bavinck geeft in zijn Geref. Dogmatiek II, pag. 39, zeer duidelijk de reden aan, waarom de Gereformeerden zich zoo schrap zetten tegen deze opvatting van de ingeschapen of aangeboren kennisse Gods. Hij schrijft: „Het was de vrees daarbij

voor

het

leidde.

in zijn geest

bracht ....

rationalisme

Indien de

en

het

mysticisme, die haar

mensch reeds

bij

zijne

geboorte

een volkomen klare en duidelijke kennis meedan werd hij daardoor van de wereld onaf-

hij kon de volkomene zuivere kennis eigen geest voortbrengen, en was zichzelf genoeg;

hankelijk;

uit zijn hij

kon

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's