GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verstandige Huisvrouw.

{Slot)

Den volgenden dag ging zij naar de stad, waar een goudsmid woonde die heel knap was. Zij vroeg hem of hij ook vruchten, zooals drui-

ven, perziken en appelen van goud kon maken. •< rjawel, " zei de man.

Nu, maak die dan voor mij, " antwoordde de vrouw, > vier van elk en zoo spoedig mogelijk.”

Intusschen ging Pythes maar voort met goud te laten graven. Hij haalde heel wat erts uit den grond, maar de knechten en maagden moesten dan ook zoo hard werken, dat zij er haast bij neervielen. Ook werd het vee niet opgepast. Vele beesten stierven, en nog meer werden er ziek of liepen weg. De moestuin leek wel een wildernis, en in den boomgaard groeide alles dooreen. Daarbij sprak Pythes bijna geen woord, tot vrouw of kinderen, want heel zijn hart was vervuld met de gedachte aan goud en weer goud. Hij werd knorrig en nijdig, en vbromde heel den dag.

Een paar weken nadat de gouddelverij was begonnen, kwam Pythes op een avond thuis. Hij was moe en ook heel slecht gemutst, want men had den heelen dag gegraven, en bijna niets gevonden.

gt; Hebt gij ook wat vrouw. eten? " vroeg hij zijn

Zeker" antwoordde zij, »wat wilt gij ? Druiven? ”

ven? " »Goed! Geef maar hier!”

De vrouw liep heen en kwam weldra terug met de vier gouden druiven, die zij op een bord voor Pythes neerlegde.

De man zette groote oogen op. »Wat is dat, " riep hij »vruchten van goud! O hoe prachtig”

Hij nam de druiven, en bekeek hen één voor één, met al het genoegen van iemand, die niets liever ziet dan goud. Doch toen hij de vruchten een poos bewonderd had sprak hij: »Maar, beste vrouw, krijg ik nu ook iets te eten? ”

0 zeker, wat wilt gij — appelen? ”

Goed!”

Aanstonds legde de vrouw de vier gouden appelen op de tafel. Pythes beschouwde hen weer een poos met innig genoegen, maar zei toen:

Ik krijg honger: hebt gij nu niet wat eetbaars? "

lk heb nog perziken, " was 't antwoord, en weldra zat Pythes voor een bord gevuld met andere vruchten — van goud.

Thans werd het onzen vriend toch wat al te erg. »Ja, " riep hij, »dat is nu heel mooi, maar wie kan er zijn buik mee vullen? ”

Juist Pythes, " sprak de vrouw, > zoo meen ik het ook. Goud is heel mooi, maar wij kunnen het niet eten ~ dat ziet gij. Nu hebt gij evenwel al een week of wat niet "anders gedaan dan maar goud zoeken. Het vee gaat verloren; uw velden worden niet bewerkt. De meiden kunnen in huis niets uitvoeren, en alles loopt met die dwaze graverij in de war. Iedereen is knorrig en boos, en gij zelf het meest. En waarom doet gij dat alles ? Om wat goud, dat niet eens uw honger kan stillen, wanneer ge zooals nu voedsel noodig hebt."

Pythes keek op zijn neus, en wist zoo gauw niet wat er tegen te zeggen. Hij voelde wel, dat zijn vrouw eigenlijk gelijk had, vooral toen zij uit de kast nog een schoon stuk vleesch en wat broodkofken haalde, waaraan hij weldra zeer gretig zat te smuUeni

Toen het op was, was ook zijn dwaze goudliefde verdwenen, en hij sprak:

»Lieve vrouw, ik bemerk nu, dat gij gelijk hebt. Ik was een groote dwaas, maar het zal uit zijn. Dat beloof ik u.”

De volgenden dag stond Pythes vroeg op, en vertelde den meiden dat zij thans weer aan hun werk konden gaan, zooals vroeger. Gij begrijpt, dat zij niet neen zeiden, evenmin als de herders en landbouwers, toen zij hoorden dat het goudgraven gedaan was. Wel was er nu heel wat te doen, om alles weer in orde te krijgen, maar dat kwam terecht. Pythes hielp zelf meê, en zei later tegen zijn vrouw : Gij hebt het toch slim overlegd. Ik ben door goud van mijn liefde voor 'goud genezen.”

VOOR WEETGRAGE LEZERS.

Wanneer iemand spreekt of schrijft, en hij wil het goed doen dan zal hij al heel spoe^ dig merken, dat het veel gemakkelijker is, de dingen breedvoerig en wijdloopig dan kort en zakelijk te zeggen. Het is veel gemakkelijker een wijde, loshangende jas voor iemand te maken dan een nauwsluitend, passend kleed. Zoo staat het met onze kleeren en ook met onze schrijfwijs, al denken veel menschen, dat het moeielijker is veel te schrijven dan weinig. Want, zeggen zij, wie weinig zegt of schrijft heeft gauw gedaan, en ik weet haast nooit, als ik een brief schrijf, hoe ik het velletje vol zal krijgen.

Nu, als 't alleen om de hoeveelheid en 't vol krijgen te doen is, heeft zeker wie 't kortst is het ook 't makkelijkst. Maar, vrienden, de groote vraag is niet hoeveel^ maar wat en hoe gij spreekt of schrijft, 't Komt op de soort en minder op 'tgetal aan. De Bijbel waarschuwt ons tegen een ijdel verhaal van woorden bij het gebed, en onnoodig uitvoerig te wezen deugt nooit.

Het is waar, dat men ook te beknopt kan zijn, zooals die scheerder-herbergier, welke op zijn uithangbord zette : »HolIandsch en Barbier", of de veerman die schreef: »Hier zet men koffie, thee en over." Ook weet ik van iemand, ' die in een telegram, dat bij 't woord werd betaald en aan zijn vader was gericht, alleen zette : »Alles wel: kom morgen." Hij bedoelde ik kom, maar de vader begreep: kom gij. Zoodoende gingen^ze allebei op reis, en liepen elkaar mis. Dat was verkeerde kortheid uit zuinigheid.

Doch zulke dingen nu daargelaten, is het een schoone gaaf en geen !alledaagsche, kort en duidelijk te kunnen zeggen wat men te zeggen heeft. Het is echter niet zoo gemakkelijk het zoover te brengen, gelijk ieder weet die 't ooit heeft beproefd. Om er toe te komen moet men het ernstig willen en er zich op toeleggen, zonder de moeite te ontzien, om de dingen eens of meermalen over te doen.

De meeste menschen behoeven geen lange verhalen te schrijven of redevoeringen te houden, maar spreken, een brief opstellen moet iedereen nu en dan. Wie dus wil leeren beknopt en zakelijk te wezen, doet het best maar te beginnen met het alledaagsche, een wacht voor zijn lippen te zetten, en op te passen dat er niet te veel over komt, evenmin als te veel uit zijn pen.

Vooral wij Nederlanders mogen dat wel doen, want er zijn weinig volken, die zoo zeer geneigd zijn, om over alles eens recht lang en breed te redeneeren als wij.

Als bijv. iemand zegt: »Ik heb 't met mijn eigen ooren gehoord, als dat hij er veel op tegen heeft; daar kunt gij van op aan, " dan zegt hij in die paar zinnen minstens vier woorden te veel. Ik zal hier eens eenige der-gelijke zinnen laten volgen, wie lust heeft kan dan beproeven er het overtollige uit te halen:

Door ziekte was hij niet in staat te kunnen komen.

Zou ik u mogen verzoeken het wel te willen

overschrijven. Ik heb het zelf met mijneigen oogen gezien. Een heel klein jongetje speelde in de kamer. _Er is een zakboekje verloren, voor niemand niet van nut dan voor den eigenaar.

Die heer houdt eigen rijtuig.

Die heer houdt eigen rijtuig.

Ik ben in goeden welstand aangekomen. Voor zes weken geleden ben ik er geweest.

Gij moet dat vooral opnoteeren. Hier verkoopt men^ allerlei soorten tabak.

De graaf meldde het aan secretaris. zijn geheimen

Van zijn jeugd af aan heb ik hem gekend. Daar liggen twaalf appelen; neem er zes

van af. Erasmus zag te Rotterdam het eerste levens­

licht. — Hiermee besluiten we vooreerst, om een volgenden keer erop terug te komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1887

De Heraut | 4 Pagina's