GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van niet zeer bevriende zijde wordt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van niet zeer bevriende zijde wordt

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van niet zeer bevriende zijde wordt het voorgesteld, alsof de lasthebbers van het Gereformeerd Kerkelijk Congres reeds bezig waren een derde soort nieuwe Organisatie naast die van 1816 en 1869 te stellen.

Ten bewijze hiervoor beroept men zich met name op de Moderatoren en Consulenten, die ingevolge de besluiten van dit Congres voor de onderscheidene Classes ot kleinere ressorten zijn aangewezen.

Moderatoren en Consulenten aanstellen, zoo roept men dan, is uitsluitend het werk van de Kerk, en dit m^g dus een Congres niet doen.

Derhalve: een Congres, dat zich al zulke dingen aanmatigt, handelt onzinnig, bedient zich van rechten die het niet toekomen, en voert weer gansch van de Gereformeerde paden af.

Mogen we hierop onzerzijds iets antwoorden?

Dan zou het dit zijn:

i". Dat het Geref, Kerkelijk Congres in zijn besluiten uitdrukkelijk verklaard heeft, dat deze benoemingen geen kerkelijk noch ook eenig ofjicieel karakter droegen, overmits zulke benoemingen, om officieel en kerkelijk te zijn, alleen v^an de kerken konden uitgaan; dat derhalve de bevoegdheid van deze mannen geen andere dan een raadgevende en vermanende was zou zijn; dat zij op geen anderen grondslag zouden werken dan op dien van broederlijke overeenstemming; en dat eerst later op de wijze in de Kerkenorde voorgeschreven in den algemeenen nood kon worden voorzien. 2». Dat het Geref. Kerkelijk Congres, om toch zooveel doenlijk reeds nu een beteren en meer gewenschten toestand te naderen, de aanwijzing der voorloopige Consulenten heeft doen plaats hebben niet door het Congres zelf, maar in een vergadering van afgevaardigden van Kerkeraden.

3°. Dat ook het Congres zelf niet een geheel privaat karakter droeg, maar wel degelijk voortvloeide uit een zooveel mogelijk kerkelijk mandaat.

Dit ligt alzoo.

In 1883.vergaderden in „Frascati" afgevaardigden van Kerkeraden die de Drie Formulieren als accoord van kerkelijke gemeenschap erkenden.

Op deze vergadering is toen door den heer W. M. Oppedijk uit IJlst het voorstel gedaan, dat, bijaldien de nood der kerken nogmaals een samenkomen noodzakelijk mocht maken, de kerk van Amsterdam gelast zou zijn de oproeping tot zulk een samenkomst te doen.

Dit voorstel van de.i heer Oppedijk is toen met algemeene stemmen aangenomen. En de Kerkeraad van Amsterdam heeft zich dus niets aangematigd, maar slechts een ontvangen last uitgevoerd, toen het onlangs aan deze opdracht gevolg gaf.

Het Bureau van l.et Congres bestond dan ook niet uit private personen, maar uitsluitend uit afgevaardigden van Kerkeraden.

40. Dat onze vaderen te Wesel, insgelijks op minder regelmatige manier, begonnen zijn met aan de wederopbouwin • der Kerke Gods te arbeiden. Iets wat echter daarom hun nooit tot een verwijt is gemaakt, omdat zij blijkbaar terstond en ernstiglijk rechtstreeks op den geordenden en normalen weg aanstuurden.

En zoo nu ook ging het hier.

Dat het Congres, hoewel van kerkelijken oorsprong, als zoodanig niet met kerkelijke macht handelen kon, begreep ieder uitnemend goed. Niemand heeft er anders over gedacht. Maar het sturen was onverwijld op den geordenden weg aan. En daarom is uitdrukkelijk uitgesproken en besloten, dat men slechts voorbereidend werkte, en dat nog wel niet eens voor een Synode, .maar nog slechts voor het Synodaal Convent.

5°. Dat al zulke onregelmatigheden aanvankelijk bij élke reformatie van wat kerk ook voorkomen, en op allerlei wijs ook voorgekomen zijn in 1834 en de daarop gevolgde beweging.

En 6°. Dat op het Congres niemand met één enkel woord ook maar voor het oprichten van een nieuwe Organisatie, of van een Genootschap naast het Synodaal Genootschap en het Genootschap der Gescheidenen heeft gepleit, maar dat de overtuiging algemeen was: Wat er ook van kome of uit woi'de, geen reglement of genootschap ooit weer!

En dit nu scheelt alles!

Naar luid van art. i der Wet van 1853 kent de Overheid van dit land Kerkgenootschappen. En als ge nu aan de Regeering vraagt: Kent gij een kerkgenootschap van Leiden, van Wormerveer, van Tiel, enz, , dan zegt de Overheid: Neen, dat ken ik niet.

Wat kent ge dan?

En de Overheid antwoordt: Ik ken een » Hervormd Kerkgenootschap" voor heel het land, dat gemeenten heeft in Leiden, Tiel en Delft, enz.; en zoo' ook ken ik een , ., Christelij'k Gereformeerd Kerkgenootschap voor heel het land, dat gemeenten heeft te Tiel, in Leiden, te Rotterdam en elders.

Daarentegen naar Gereformeerd, d. i. Synodaal-Presbyteriaal kerkrecht, moet het zoo wezen, dat de Overheid zooveel kerkgenootschappen kent als er plaatselijke kerken zijn. Een kerkgenootschap van Leiden, een kerkgenootschap van Tiel, enz. En dat deze plaatselijke kerken ahnu Classicaal en Synodaal samenwerken volgens de Kerkenorde, die elk van haar aan de Overheid heeft gepresenteerd.

En dit nu scheelt alles.

Immers Koning Jezus kent geen kerkgenootschappen, maar alleen kerken. Doch de aardsche Overheid heeft met nie ts dan juist met uw genootschappelijk karakter te doen.

Zij toch, uw aardsche Overheid, heeft niets uitstaande met uw geestelijk wezen, maar alleen met uw stoffelijk optreden, met uw gebouwen, uw bezittmgen, üw samenkomsten.

En overmits dit alles nu uitsluitend de plaatselijke kerkeSi raakt, en niet de saö mver gadering ofte Synode i) der kerken, zoo heeft de ^enootschappelijkc vorm noodzakelijkerwijs een uitsluitend plaatselijk karakter. En verliest men dit nu uit het oog, en gaat men ahoo uit de saAmvergadering der kerken een genootschap smtécn, en dit genootschappelijk geheel met de Overheid in verband zetten, dan krijgt men twee eenheden: de ééne geestelijk in verband met Koning Jezus, en de andere genootschappelijk in verband met uw aardsche Overheid; en als het dan vroeg of laat tusschen die twee tot botsing komt, zit ge altoos in de strikken van dat ellendige genootsshappelijke geheel vast.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 februari 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Van niet zeer bevriende zijde wordt

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 februari 1887

De Heraut | 4 Pagina's