OUDEWATEE. Zondag 1.1. hadden

OUDEWATEE. Zondag 1.1. hadden we weder een gezegenden dag. Door de stemming, die in de gemeente heerschte, verwachtten onze vrienden een groote opkomst in de school, om de verkondiging des Woords door Ds. Winckel te hooren. Men vreesde, dat de twee lokalen van de school met den Bijbel te klein zouden zijn, om ' de opgekomen schare te bevatten, vooral omdat de schoolbanken het lokaal niet uit kondcri, en men daarom genoodzaakt was ze op elkander te zetten, waardoor veel plaats werd ingenomen Men kwam echter op de gedachte om een gat in den muur te slaan, teneinde de banken er uit te kunnen dragen, hetgeen geen bezwaar opleverde, omdat men toch bezig is met het lokaal te verbouwen. Nog werd een soort van gaanderij in de school aangebracht, waarop een 90 personen konden zitten. Tot roem van 's Heeren goedheid kunnen we zeggen, dat geen plaatsje in het lokaal onbezet bleef, zoodat minstens 550 personen delgodsdienstoefening 's morgens konden bijwonen. Des namiddags warenj'er minstens 400 menschen vergaderd.

Nooit had iemand kunnen denken, dat de dingen hier zulk een heerlijken loop zouden kunnen hebben, wat voor weinige weken nog een volslagen onmogelijkheid scheen, is gebeurd. De harten zijn geneigd, en een eenheid en een samenbinding is er onder belijders van 's Heeren naam waar te nemen, waardoor wij in bewondering uitroepen:

«Dit werk is door Gods alvermogen. Door 's Heeren hand alleen gescliied. Het is een wonder in ons oogen. Wij zien hetjmaar doorgronden 't niet”.

In een leerrede over Exodus 2 : 12 vergeleken met Exodus 3:13, zette onze leeraar uiteen, wat volgens Gods Woord de voorwaarde is voor een ingrijpende reformatie; terwijl hij des namiddags als lijdensstof de verloochening van Petrus behandelde. Beide malen volgde men de prediking met onverdeelde aandacht en was het op te merken, dat de schare in deze dingen medeleeft. De collecten bedroegen f 66. In ons groot kerkgebouw was het treurig gesteld, 's Morgens kwamen er 300, 's namiddags 100 personen onder het gehoor van Ds. Margadant. De leden van den Protestantenbond waren de zoogenaamde Irenischen in deze gemeente komen versterken en.... er waren vier politiemannen in de kerk, als vreesde men eene overrompeling van onze zijde. Geen nood.

Het Classicaal Bestuur van Gouda had een drietal mannen weten te vinden, om met den eenen ouderling die in de zaak der reformatie der kerk niet mede wilde werken, als kerkeraad te fungeeren, of deze mannen zullen willen bUjven zitten, wanneer de handelwijze van het Classikaal Bestuur van Gouda in het volle licht zal zijn geplaatst, is nog zoo zeker niet.

Tot hiertoe heeft niet de'minsterustverstoifligplaats gehad. Doch dit is de schuld der tegenstanders waarlijk niet. Vertooning van politiemacht bij kerkeraadsvergaderingen en bij godsdienstoefeningen, als geen verstoring der orde te vreezen is, mag wel een geschikt middel genoemd worden, om de gemoederen aan het gisten te maken.

De Heere beware ons genadig voor alles wat naar geweld zweemt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen