GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De dingen die boven zijn!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De dingen die boven zijn!”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. (Col. 3 : 2.)

Er zijn »dingen die op aarde zijn", en daartegenover staan > dingen die boven zijn", en nu maant de heilige apostel ons, Christenen, dat we »die dingen die boven zijn" bedenken zullen, en van »die dingen die op de aarde zijn" onze gedachten zullen aftrekken.

En vraagt ge nu wat Paulus met deze dingen die op de aarde zijn bedoelt, dan geeft hij u de opsomming zeer duidelijk in vs. 5—10, waar hij achtereenvolgens verfoeit en verafschuwt :

hoererij, onrcinigheid, schandelijke beweging,

kwade begeerlgkheid, gierigheid,

gramschap, toomigheid, kwaadticid, lastering,

vuilspreken, en liegen.

En hiertegen stelt hij nu in vs. 11—17 over als behoorende tot »de dingen die loven zijn: "

den nieuwe mensch aandoen, vernieuwde kennis erlangen,

barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, elkander verdragen, elkander vergeven,

vervuld zijn met liefde, den vrede Gods, dankbaar zijn, het Woord van Christus rijkelijk onder u wonen laten,

elkander leeren en vermanen, zingen en jubelen, alles doen in den naam des Heeren."

Een schril contrast alzoo.

Eenerzijds, de zinlijke vleeschelijke lust, aan eld en goed verslaafd, hooghartig en toornend, nwaarachtig en gemeen.

En daartegenover het kind van God, gesierd et hemelsche deugden en bezig zijnde m de ingen zijns Gods.

Ge kunt de ééne en andere beeltenis dus zelven voorhouden, en trek bij trek vergelijende, uzelven afvragen, wat er in u omgaat, pwelt en onderdrukt wordt, of wel uitvlamt n woedt.

Ge hebt dus niet den weg der mijmering n te slaan, en als Paulus u vermaant, om de ingen te bedenken die boven zijn, uzelven f te vragen, of uw gedachten wel genoeg oven de sterren verkeeren, en ge wel genoeg n den hemel thuis zijt en genoeg u bezighoudt et uw eeuwige erfenis.

Ook daarin ligt ongetwijfeld iets waars, en en kind van God dat teeder leeft weet ook, at het is als zijn ziel is opgeheven, en als od den Heere, gelijk het bij Zacharias heet, em «wandelingen geeft onder degenen die n den hemel zijn.”

Maar toch dat is de strekking niet van Pauus' vermaan.

Paulus is geen man van afgetrokken bepiegeling, maar een die practisch in het leven ngaat; en daarom als hij u maant, omdedinen > te bedenken die boven zijn", dan doelt ij, als ik mij zoo uit mag drukken, niet op e zon zelve, maar op het schijnsel dat ze p aaide werpt.

Wien gelast wordt: »Zet u in de zon", die enkt er niet aan, om naar de zon te klimen, maar zoekt een plek op waar het chijnsel van de zon te genieten valt.

En zoo ook als Paulus u maant: »Zoek de dingen die boven zijn, waar Christus is", dan eeft hij op het oog: dat afschijnsel van Chrisus, dat nu reeds hier beneden in het hart an Gods kinderen openbaar wordt en door en kan genoten worden.

En zoo komt het er ook voor u maar op an, waar ge op aarde wandelt ? In die starre oude, waar drift en toorn heerschappij voert, en het vleesch dagelijks opwerkt, en de leugen gewoon is, en alle lastering voortkruipt? Of wel op die anderen paden, waar het vriendelijk aangezicht onzes Gods u bestraalt, en waar uit dat aangezichte Gods in u instraalt vrede en hoogere blijdschap, zachtmoedigheid en lankmoedige zin, dorst naar kennisse van den Eeuwige en jubel in zijn Woord.

Nu, naar een van beide in u merkbaar is, versterft het dan ook of bloeit het in uw ziele. Als die zon u met haar schijnsel koestert, dan een bloesem van liefde en een bloem des vredes om uw slapen.

En anders een verstorven en verdorde akker van binnen. Als een land dat braak ligt. En daarom bij eiken voetstap een distel die u schrijnt.

En nu wil de Schrift dat ge dit onderscheid m - "UW bedenken" zult gaan maken.

Uw bedenken, d. i. de bezigheid van uw gedachten.

Ge wandelt langs den weg, of ge zit alleen m uw kamer, of ge ligt krank op uw leger, en, ge weet zelf niet hoe, raaar nu komen er allerlei gedachten in u op.

Soms laat ge dit gaan. Dan jaagt de ééne gedachte de ander na. Op niets let ge. Aan mets hecht ge. En het doet u geen goed en geen kwaad.

Maar zie, daar komt onder die gedachten die zoo opwellen, u een aanlokkelijke gedachte voor, die uw begeerte prikkelt; en nu komt-de booze wil in u op, en grijpt die zondige gedachte vast, en speelt en zondigt er meê. En door dat zondigen laat die booze gedachte een moet, een smet, een spoor achter. Morgen komt ze sneller terug en blijft langer kleven. En zoo gebeurt het u dat ge soms uren lang bedenkt «aardsche", zondige dingen. Zoo went ge aan die zondige dingen. Ge wordt er vertrouwd meê. En morgen als ge in de ure der verzoeking komt, zondigt ge in feiten, daadwerkelijk in het leven ook.

En dit nu is het kwaad, waartegen gewaakt moet.

Wil zulk een booze gedachte niet post vatten, dan moet die onderdrukt, verjaagd, weggebeden worden. Ze mag geen stand houden. Deze duivelen moeten uit ons hart en uit onze gedachten uit.

Maar dit is niet genoeg.

Want doet ge niet meer, dan komen in het leege hart de booze bedenkingen altoos opnieuw opzetten, en brengen nog andere booze gedachten meê, en uw laatste wordt erger dan uw eerste.

En daarom nu wil de heilige apostel, dat ge uw gedachten bevolken zult jnet hemelsche gedachten.

Uw geest moet bezigheid hebben.

Leeg kan eens menschen geest niet zijn. En nu is het maar de kunst, om, als de demonen naar onze gedachten komen toesnellen, ze zoo vol te bezetten met heilige gedachten, dat er geen enkele bode van Satan in kan.

o, De kracht van aanwenning, de kracht der gewoonte en de invloed der geduurzaamheid is zoo groot.

Als ge slaapt op uw kussen, en ge ziet langs het witte blanke sloop een spinnekop of of oorworm naar u toekruipen, dan vliegt ge vanzelf op en verwijdert die giftige insecten. En zoo ook als ge langs den weg loopt en een wesp komt om u fladderen, of een muskiet gonst u in het oor, of een adder slingert zich om uw arm, dan stoot ge vanzelf al dit ongedierte van u en maakt u vrij.

En zeg nu zelf, bijt een zondige gedachte van vleescheslust, of schraapzucht, of vinnigheid of vuile leugen u niet tienmaal vinniger in de ziel, dan een spin of wesp ooit uw huid kon wonden ?

En toch, terwijl ge die spin van uw sloop wegslaat en die adder van uw hand afschudt, laat ge uw ziel door den boozen, invallenden demon opzettelijk bijten en vergiftigen, en ge hebt in die giftige beet vermaak.

o, Hoe diep zonken we toch!

En als ge nu eens wist, hoe dit zondigen in de gedachten bijna al uw geestelijke kracht opteert, en hoe daarentegen een bedenken in uw gedachte van de dingen die boven zijn, een heiligen dauw over heel xiw ziel zou spreiden!

Maar neen, dat wil men niet!

Men laat zijn gedachte maar gaan, en zonde wordt na zonde gekoesterd.

En omdat zóó ons hart staat, komt het Woord om er ons van af te manen.

Neen, mannen broeders, alzoo rusteloos zondigen in onze gedachten zullen we niet!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1887

De Heraut | 4 Pagina's

„De dingen die boven zijn!”

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1887

De Heraut | 4 Pagina's