GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOOR WEETGRAGE LEZERS,

die na lang wachten weder eens aan de beurt komen.

Er bestaat, gelijk ieder weet, een kunst die men de welsprekendheid noemt. Waarom wij nu over haar spreken, zal ik velen lezers niet behoeven te zeggen, en de andere kunnen er ook nog misschien wel iets uit leeren. Indien we er namelijk maar wel over weten te spreken.

«Welsprekendheid" heet, gelijk de naam bewijst, de kunst om wel te spreken. Dat moet men er dan ook en allereerst onder verstaan. Er wordt echter ook en veelal uitsluitend nog iets anders mee aangeduid, namelijk, het schoon, sierlijk en doeltreffend spreken b. v. in het openbaar, zooals redenaars en anderen doen.

We willen beginnen met welsprekendheid in den eersten, den eenvoudigsten zin, want het nuttige en noodige staat boven het schoone en sierlijke. De oude heidenen dachten er soms anders over, maar wij Christenen weten beter. Alle werken Gods zijn schoon, maar allereerst zijn zij goed.

Wel te spreken is alles behalve gemakkelijk.

’t Heugt mij nog, hoe ik in de klem zat, toen ik den eersten nieuwjaarswensch moest uitspreken, en toch waren de hoorders geen andere dan vader en moeder, die 't heusch niet kwalijk namen, als ik eens bleef steken. Later toen ik wat ouder was, kostte mij toch het eerste spreken in een kringetje van vrienden meer moeite dan de zwaarste som of het moeilijkst opstel. Er zijn menschen genoeg, die er als een berg tegen opzien, als zij eens op een feest of in een vergadering iets moeten zeggen. Zij zijn zoo beschroomd en bloo (of »bleu" zooals sommigen zeggen) dat zij 't er juist daardoor heel slecht afbrengen. Ja menigeen overwint die vrees nooit, en zwijgt liever waar 't maar even kan, dan met een hooge kleur of een ijselijk verlegen gezicht te staan stamelen.

Toch is het uitnemend, wel te kunnen spreken. Als alle menschen dat verstonden, op A hun woorden lett'en, zich juist en duidelijk uitdrukten, niet meer zeiden dan noodig is en dan met de passende woorden, wat zou alles veel beter en vlugger gaan, en hoeveel minder W misverstand zou er wezen! De meeste menschen echter praten er in het gewone leven maar op los, en als zij iets bijzonders te zeggen H hebben, waar velen op letten, brengen ze het er slecht af. Wie goed kan spreken is het best O in staat een ander te leeren, te onderwijzen hem van nut te zijn, al is wie 't kan ook T volstrekt niet altijd een schoolmeester. Men kan er velen een ontzaglijk groot genoegen meê doen, en heel dikwijls allerlei laffe en flauwe gesprekken door verhinderen, of in goede, H degelijke veranderen. In 't kort, goed te spreken is zoo iets goeds, dat elk er wel naar 's jagen mag. W

’t Is echter, zei ik, zeer moeilijk, moeilijker h> V. dan schrijven. En dat is te begrijpen. Wie schrijft heeft alleen te doen met de zaak waarover het loopt en met zich zelf. Niemand kijkt hem in 't gezicht of — als 't goed gaat — op de vingers. Hij kan bedaard denken, er ^en tijd voor nemen, wat verkeerd is doorj^alen, 't geschrevene nog een s overlezen, er ets invoegen. Hij is in één woord meer op V t WA zijn gemak. Dat alles missen wij bij 't spreken. Daartegenover staat echter ook, dat iemand bij 't spreken meer vergeven, en dat er door do hoorders vanzelf veel vergeten, of niet eens opgemerkt wordt. Van wat in 't schrijven bepaalde fouten zouden wezen, kan men in 't spreken vaak zelfs niets hooren. Verkeerde uitdrukkingen worden soms niet opgemerkt, wijl het een het ander verdringt. Daarom zijn b.v. vele verzen die op het gehoor af goed klinken, allesbehalve fraai als men hen gedrukt voor zich heeft en bedaard overleest. Een volgende maal meer.

Een oud lied,

heel oud zelfs, is 't, dat hieronder volgt, 't Is uit een andere taal overgebracht. Maar schoon oud en van vreemde afkomst kan het goed zijn, ook voor de jonge lieden in onzen tijd en in ons land om te lezen — want het is nog altijd waar, al vergeten we dat vaak.

»Er is een maaier, hij heet de Dood, Die altijd deed wat God hem gebood. De zeis, die zal snerpen. Reeds gaat hij haar scherpen. Hoe dra zal hij snijden! Wij moeten het lijden. Neem u in acht, schoon bloemelijn!

Wat thans nog groen en frisch moog staan. Zal straks ^ijn sikkel nederslaan. De bloemkens der weiden, Die geuren verspreiden. Die bloeiende rozen. Die liefelijk blozen. Neem u in acht, schoon bloemelijn!

Veel honderdduizend ongeleid. Heeft reeds zijn sikkel neergeveld. De bloemen, de blaêren. Hij zal ze niet sparen. Ook de keizerskronen, Zal hij niet verschoonen. Neemt u in acht, schoon bloemelijn!

Toch Dood, kom aan! Ik vrees u niet, Noch beef als 't oog u nadren ziet. Al kunt ge mij treffen, 'k Zal opwaarts mij heffen. Naar de eeuwige hoven, Om God daar te loven. Verheug u dan, schoon bloemelijn!”

Kunt ge dat laatste ook zeggen, vrienden? Daarop komt het aan.

AAN VRAGERS.

X. — Dat men van RoomscJie kamille spreekt, n onderscheiding van de gewore, komt denelijk daarvandaan dat, terwijl de laatste soort ij ons in 't wild groeit, de eerste dit slechts oet in Italië, Spanje en anderejanden die tot e Roomsche of Èomeinsche behooren. Die amille is bij ons alleen in de apotheek of bij en drogist verkrijgbaar.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's