GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het kan zijn nut hebben,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kan zijn nut hebben,

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 9 December 1887.

Het kan zijn nut hebben, eens wat uitvoeriger stil te staan bij het Collegiale kerkrecht.

Vooral de laatste tijden is deze uitdrukking telkens ter sprake gekomen, en menigeen vraagt zeer begrijpelijk, wat toch de hedendaagsche ketterij is, die onder dit bastaardwoord schuilt.

Laat ons dan een poging mogen wagen, om het door een eenvoudige vergelijking duidelijk te maken.

Gelijk notoir is, bestaat een familie door samenhang van geboorte en huwlijk.

Of iemand goedvindt of niet goedvindt at ge een kind van uw vader zijt, dat verandert niets aan het feif, dat ge zijn kind geboren wierdt.

Ook het feit, dat ge door dien vader of moeder nog andere broeders ot zusters bezit, is eveneens een feit, onafhankelijk van uw menschelijk goedvinden; want al wilden alle wetten saam uitmaken, dat ze uw zusters en broeders niet waren, het zou toch zoo zijn.

Op geheel gelijke wijs kan niemand er iets aan veranderen dat uw vader en moeder zelf weer ouders en zusters en broeders hadden, zoodat gij in deze per.sonen uw grootouders en ooms en tantes bezit.

En zoo al hooger opklimmend, en breeder in de takken uitloopend, hebt gij nu een­ ' maal uw geslacht, waaruit ge gesproten zijt, uw familie waartoe ge behoort, en uw bloeden «««verwanten, waarmee ge vermaagschapt zijt.

En dat heele geslacht, deze familie, deze maagschap vormt een geheel; dat is, gelijk het is, door geboorte en huwelijk, en dat als zoodanig in het nationale leven vormt een eigen kring.

Vergelijk nu met zulk een familie eens de geestelijke familie, van Christus op aarde.

Ook deze geestelijke familie is ontstaan door geestelijke geboorte uit éénen Vader en door het broederschap van éénen Heere. Of iemand nu tot deze familie behoort of niet behoort, hangt dus niet af van anderer bepaling of wilkeur, maar alleen van de vraag of ge werkelijk uit die familie afstamt. Zoo neen, dan hoort ge er ook niet toe. Zoo ja, dan zijt ge ervan.

Dat kan een kind begrijpen.

Maar let nu eens op dit tweede punt.

Als ge zegt, dat A of B uw neef of tante is, dan bedoelt ge daarmee volstrekt niet, dat gij persoonlijk er voor instaat, dat al deze geborenen in uwe familie werkelijk waren wat ze beweerden te zijn.

Er zijn, helaas, ook in de familiën op aarde personen, die doorgaan op naam van een vader, die hun vader niet was, en wier eigenlijke vader geheim wierd gehouden. Droeve gevolgen van zonde.

Ook blijft het altoos denkbaar, dat er nu of dan een kind is ondergeschoven.

En eindelijk, er greep ook, uit liefde en niet uit zonde, soms aanneming van kinderen plaats.

Dit nu leidt er toe, dat men, denkende aan zijn familie, wel moet afgaan op de traditie van die familie. Dat ge ze neemt gelijk ze zich aanbiedt, . En dat, in geval van twijfel bij erfboedel, de burgerlijke stand de zaak uitwijze.

Grondslag van het familieverband is dus geboorte en huwelijk. De band is het bloed. Maar overmits er bedrog, zonde en vergissing onder kan loopen, gaan wij in het zichtbare op de traditie der familie af, en in rechten op den burgerlijken stand.

En ook hierin gaat de vergelijking met de Christelijke familie of de kerk van Christus geheel door.

Grondslag is hier het geboren zijn uit één Vader, de band is de ééne Geest, Maar ook hier treedt zonde in. Er zijn ook hypocrieten ; onechte geboorten en onderschuxvingen. Maar aan niemand legt dit den last op, om bij het besef van zijn aanverwantschap aan de familie van den Christus, persoonlijk voor zich en voor ieder lid uit te gaan maken, of de geboorte wel echt was. Ook hier gaat men af op de traditie der Christelijke familie. En ook hier in rechten op den burgerlijken stand der Christenheid, d. i. op het boek van den heiligen Doop.

Wie de personen zijn, die zuiver en echt tot het ééne bloed van eenzelfde familie behooren, weet God alleen. En zoo ook wie echt en wezenlijk tot het Huis onzes Gods behooren, is den Heere alleen bekend.

Wij wandelen in deze door geloof, en nemen én onze familie én de kerlT'gelijk ze zich in het zichtbare aandienen, en in geval van nood vragen we een afschrift van den burgerlijken stand voor familiezaken en in de kerk van het doopboek.

Zoo is het goede familierecht. En zoo ook is het goede kerkrecht.

Anders mag het niet genomen, en daar nu ligt geen zier collegiaals in.

Maar stel u nu eens voor, dat onze koning een jillerdwaaste wet ging maken, van dezen inhoud:

Art I.

Van den dag der aflcondiging dezer wet is elk bestaand familieverband ontbonden, en zullen voortaan geene familiën meer als zoodanig gelden, die door bloed-of aanverwantschap samen verbonden waren.

Art. 2.

Voortaan zullen alleen die personen saam een familie uitmaken, die zicli hiervoor bij den Minister van Binnenlandsche Zaken met overlegging van hun statuten aanmelden, en verldaren dat zo zich tot een familie hebben saamgevoegd.

Art. 3.

Ontbinding van een aldus gevormde familie heeft plaats, zoodra de meerderheid der leden liiertoc besluit.

Art. 4.

Elke familie, die aldus gevormd is, voert den naam dien zij goedvindt, mits deze naam nog door geen andere familie gekozen is.

Niet waar, als zoo iets in het Staatsblad stond, zou elk lezer schateren van het achen en vragen of in Den Haag een der vijf op den loop was.

En toch, als zoo iets in het Staatsblad tond, zou er niets geschied zijn, dan dat en ook voor de familiën een Collegiaal amilierecht had ingevoerd.

En precies datzelfde, waarvan de onzinigheid bij een gewone familie u terstond n het oog springt, heeft men nu werkelijk ngevoerd bij de formatie van Christus' kerk, n dat is nu voor de kerk het zoo befaamde Collegiale kerkrecht.

Men is geen kerk door geboorte en traitie, maar maakt een kerk.

Men is niet vanzelf een kerk, maar men ordt saam ^een kerk door zich daartoe e vereenigen.

Om als familie in kerkelijken zin te betaan, moet men aan de Overheid hiervan ennis geven, en zoo eerst zvordt men het. Men kan zijn kerk weer ontbinden bij eerderheid van stemmen.

En eindelijk, men kiest een naam, maar ag geen naam nemen die reeds gebruikt is. Krek hetzelfde dus.

De naam collegiaal is niets dan het vreemde chassinet waarachter deze ongerijmdheid schuilvinkje speelt. Want college beteekent niets dan vcreeniging, en wil dus hier eenvoudig zeggen, dat een kerk gemaakt wordt, doordien eenigé personen 'zich vereeni^en. Dat deze vereeniging bestaat, zoolang deze personen vereenigd verkiezen te blijven. En dat de naam van deze vereeniging bij keuze bepaald wordt, en niet mag zijn de naam van een reeds bestaande vereeniging.

Hebben nu deze vereenigde lieden een bestuur ingesteld, dat synodaal eerst, en daarna provinciaal en classicaal en plaatselijk gedeeld is, dan worden ze geacht hiermee deze besturen gevolmachtigd te hebben, om'in hun naam over de aangelegenheden van het genootschap of de vereeniging te beslissen.

Zoo oordeelt thans b. v, de Overheid, dat de twee millioen personen hier te lande, die zij „het Hervormd Kerkgenootschap" noemt, door hun belofte of stilzwijgen tot dit genootschap ot deze vereeniging zijn toegetreden. Dat zij door belofte of stilzwijgen de besturen hebben aanvaard als hun gemachtigden. En dat derhalve deze besturen in-hun hiërarchische vertakking, bij meerderheid van stemmen uitmaken, hoe het "met dit genootschap gaan moet.

Zeggen deze besturen morgen den dag: »Het is uit! Wij ontbinden het genootschap!" welnu, dan bestaat deze vereeniging niet meer, en gaat het goed daarheen, waarvoor zij het stervende beschikte, of wel de Staat eigent het.

En als er nu lieden opstaan, die zeggen: „Altemaalgelogen! Altemaalgephantaseerd! De kerk van Christus is geen genootschapje, dat pas ontstaat door den wil van eenige personen om saam te leven en saam iets uit te richten. De familie van Christus is er en bestaat geheel onafhankelijk van uw vereenigingsrecht of collegiaal recht. Wij behooren tot die kerk, en zullen van die kerk zijn, met of zonder uw believen I", — dan heet dat revobitie, om& z.t het aan dat Colegiale denkbeeld den doodsteek toebrengt.

Denk u, dat er familiën gevormd en geaakt waren naar de vier artikelen, boven eschreven, en dat er een dier collegiale roepen was, die zich Van Wassenaer ging oemen, en door den Staat als zoodanig rkend wierd, maar dat nu de echte Van assenaers kwamen, en riepen: „Altemaal gephantaseerd! Onze familie was er, eer uw koninkrijk er was. Er kan geen familie door den wil van personen ontstaan. Wij zijn echte geboren Van Wassenaers, en zullen ons, met of zonder uw believen, Van Wassenaers noemen en de eerste familie Van Wassenaer zijn \" — zou het dan toch niet bespottelijk wezen, als men roepen ging: „Deze oude Van Wassenaers maken revolutie.”

Collegiaal kerkrecht is, een kerk door menschen te laten maken, terwijl toch alleen Christus een kerk schept.

Collegiaal kerkrecht is, een kerk van menschenwil afhankelijk maken, terwijl toch alleen Christus in zijn kerk te zeggen heeft.

Het is tiw wil in de plaats van dien van den Christus stellen.

Het is de onderstebovenkeering van de ordinantie des Heeren.

Het is revolutie op en top!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 december 1887

De Heraut | 6 Pagina's

Het kan zijn nut hebben,

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 december 1887

De Heraut | 6 Pagina's