GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrijmoedige aanspraak aan Z. G Prins van Oranje (Willem II).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrijmoedige aanspraak aan Z. G Prins van Oranje (Willem II).

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DOOR M. TEELINCK.

VII.

Het zesde punt, waarom het den lande te doen moet zijn, beschrijft Max. Teelinck aldus:

6. Dat de koophandel wel worde gehandhaafd en gekweekt, door hetwelk ons land is opgekomen, de breuken verbeterd, vervuld met rijkdommen en schatten, zeer heerlijk in het hart der zee gemaakt: ja, daardoor is onze schoonheid volkomen geworden Deze pilaar onzer sterkte zoeken onze vijanden ter aarde neder te doen storten, met onze schepen overal ter zee te bestoken en inzonderheid de AVest-Indische compagnie te verdorschen, gelijk het stroo verdorscht wordt tot mist, welker breuke haastelijk in een oogenblik komen zal. Weet dan, dat het kwaad en bitter zou zijn voor de beste Patriotten, zoo die verlaten en niet meer gebouwd wierd. Het zal allen, die lust hebben aan ons kwaad, ziende, dat wij onze arme en behoeftige ingezetenen hier en in Brasüië niet verlossen, noch rukken kunnen uit de hand der goddelooze Portugeezen, opwekken, om ons in OostIndië en hier te lande ook aan te tasten, op hope, dat wij dan ook zoo flauwhartig zullen zijn, om alles prijs te geven.... De goede ingezetenen twijfelen niet aan de genegenheid Uwer Hoogheid, om de Compagnie te handhaven en het afgenomene door de Portugeezen weder aan den staat te brengen. God almachtig zegene Uwe Hoogheid hierin, opdat den Indianen, die in duisternis zitten, het licht meer en meer mag opgaan, en de ingezetenen tot hun goed komen, om wel te varen.

7. Dat wij eerst en meest, als een fundament van al het voorgaande, handhaven de ware Gereformeerde religie, gelijk die binnen Dordrecht anno 1618 en 1619 naar Gods Woord is vastgesteld. Omdat de rechtvaardigen hun bloed vergoten hebben, heeft God ons gezegend boven alle volkeren. De religie is ons geweest tot een koperen, vasten muur, waardoor onze vijanden wel tegen ons gestreden hebben, maar niet overr.iooht-Ja, de Gereformeerde religie is ons geweest als de arke des Heeren in het leger der Israëlieten, die gemaakt heeft, dat onze vijanden ons gevreesd hebben en geroepen: »Wee ons, God is in hun leger; wie zal ons redden uit de handen dezer heilige Goden? ' Daarom, willen wij onzen staat bevestigen tot in eeuwigheid, zoo mosten wij sterk zijn en vasthouden aan de oprechtheid onzer leer. Om dat pand, hetwelk ons toebetrouwd is, wel te bewaren, moeten wij alle andere leerstellingen, die niet overeenkomen met de gezonde woorden onzes Heeren Jezus Christus, verwerpen. Inzonderheid moeten wij ons land zuiver houden van - den afgodendienst des pausdoms. Als tot verstandigen spreek ik; oordeelt gij, of ons land, niettegenstaande zoovele plakaten daartegen, evenwel niet vervuld is met afgoden des pausdoms. Overal bijna hebben zij hunne priesters, papen, kloppen, bagijnheven, kapellen, godsdienst, verkoopen hunne kramerijen en verfoeiselen openlijk, vinden overal bij klein en groot te veel gunst. Hiermede doen zij Mij verdriet aan, spreekt de Heere, die zekerlijk ons land tot eene verwoesting zal doen worden, zoo niet spoediglijk naar het exempel van Asa, de verfoeiselen des pausdoms worden weggedaan uit het gansche land van Juda en Benjamin, dat is uit de zeven provinciën en uit de steden en plaatsen, die wij van de Spaanschen genomen hebben.

De Heere God wil Uwe Hoogheid en alle de vaders des vaderlands daartoe sterken. Want zoo menigmaal als Gods volk zijne altaren niet afgebroken en de afgoderg uit het land niet uitgeroeid heeft, zoo zijn hunne goden hun tot een strik geworden I Om] de religie te handhaven is ook noodzakelijk, dat de order en macht, die Christus aan zijne kerk gegeven heeft tot het werk der bediening, om wel te regeeren, niet overgegeven worde in eene vreemde hand, aan welke God het niet toebetrouwd heeft, gelijk eenige overgeblevene Arminiaansche geesten dagelijks trachten de kerkelijke regeering, het beroepen van predikanten, ouderlingen en diakenen, het uitoefenen van de discipline, aan de politieke regeering te hechten en zich meester daarvan te maken.

Toen de koning Saul met kerkelijke zaken zich bemoeide en meende zeer groote politieke en kerkelijke redenen daartoe te hebben, zeide Samuel tot hem: üij hebt zottelijk gedaan, gij hebt des Heeren uws Gods gebod niet gehou­den; de Heere zou uw rijk bevestigd hebben in eeuwigheid, maar nu zal het niet bestaan." (Koning Uzzia; 2 Chron. 26) God is hierover jaloersch, dat iemand zich zou steken in zaken van de kerk, die God niet gezonden, noch bevel daartoe gegeven heeft. De personen, door Christus onder het Nieuwe Testament verordineerd in het werk der geestelijke bediening, tot volmaking der heiligen en opbouwing des lichaams van Christus, zijn alleen Apostelen, Profeten, Evangelisten, Herders en Leeraars, maar geen magistraten, anders dan om te zijn voedsterheeren van de kerk des Nieuwen Testaments (Jes. 49 : 23), om die te beschermen en te handhaven in haar recht en bediening, doch geenszins om die te ontnemen en zichzelven toe te eigenen. Dat ware een trouwelooze voedster, die zoo met haar voedsterkind zou handelen.

Dit zijn de rechte oude grondbeginselen van onze voorvaderen, die in Uwer Hoogheid harte geschreven zijn en van Uwe Hoogheid gepractiseerd worden. Doch om Uwe Hoogheid nog meer en nader aanleiding daarvan te geven, zoo heeft het mij goedgedacht mijzelven te verstouten, om Uwe Hoogheid op te dragen deze aanspraak, waarin Uwe Hoogheid eene treffelijke instructie zal vinden, om in deze verwarde tijd den staat van het land gelukkiglijk te helpen regeeren."

Zoo eindigde Teelinck zijne toespraak. Laat ons nu zien, welk antwoord hij kreeg van zijne tegenstanders.

DE GAAY F0RTM.AX,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Vrijmoedige aanspraak aan Z. G Prins van Oranje (Willem II).

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1888

De Heraut | 4 Pagina's