GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Diaconale Conferenlie te Amsterdam.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diaconale Conferenlie te Amsterdam.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

{Slot)

Reeks IV van den heer ? over de Sociale quaestie. 1. Zonder het Evangelie — met zijn grondbeginsel: de gelijkheid aller menschen voor God — geen vrije werklieden.

2. Bij een volk, waar het Evangelie gepredikt is, doch die prediking zich slechts tot den kansel bepaalt en niet het werkelijk leven beheerscht, is de gehoorzaamheid aan Gods Woord dood, en sterft de bediening der barmhartiglieid.

3. Waar het Evangelie niet met het practische leven in .aanraking komt, doet het der maatschappij geen nut, moet het noodzakelijk óf versteenen óf, erger nog, de samenkomsten der gemeente in een »redeneerclub" omzetten; daar komt geen woord tot het hart en het geweten, maar blijft alles dor en koud en levenloos.

4. Staatskerk en Staats-Christendom zijn de onmogelijkste politieagenten. Daarom worden zij door gewetenlooze lijken geliefd, door de armen ontvlucht en veracht. Zij breken baan voor de Revolutie, die ze toch zal afbreken, en zijn de naaste oorzaken van de ontzettende tooneelen, die de toenemende verwildering der massa en de verar­ ming des volks noodzakelijk reeds ten gevolge heeft, en nog meer hebben sal. Onder zulk eene heerschappij wordt de barmhartigheid zóó kreupel, dat zij niemand bereikt, daar klinkt de wanhoopskreet:

«Gevloekt zij de God, dien we aanbaden tot heden, Wam, doof voor ons smeeken en blind voor ons leed, Aanhoorde Hij spottend verzuchting en beden; Hij heeft ons bedrogen, moedwillig en wreed."

Uit dat vloeklied klinke ons het woord in de ooren: »Wordt practisch". Dat is: Laat van heden af, in eene van den Staat vrije kerk; naast de bediening des Woords, de bediening der barmhartigheid meer openbaar worden, en laat die kerk van Christus onder ons toonen, dat door haar als door haren Heer, maar in vollen nadruk, dus ook in letterlijken zin, mag gezegd: •»Den arme wordt het Evangelie verkondigd:

Hieruit besluiten wij :

I°. Dat bepreking van het volk, zonder bewerking van hetzelve, tot weinig goeds leidt, maar ons opnieuv/ tot machteloosheid zou brengen; weshalve eene algeheele reformatie van de Diaconie mee het bewijs, moet leveren, dat het der kerke om reformeering van leer en leven beide hooge ernst is.

2°. Eene goede bediening van Diakenschap is die alleen, welke in allee getuigenis aflegt en beeld is van het Hoogepriesterlijk ambt des Pleeren Jezus Christus, als die zich geeft om verlorenen te redden.

3°. Waar de bediening der barmhartigheid, het zich ontfermen over ellendigen, geniist wordt, is de verkondiging des Woords eene prediking van een Evangelie dat voor dit leven geene vruchten afwerpt, en dus het Christendom des Bijbels niet wezen kan.

4°. Naast Diakenen moeten zoo spoedig mogelijk godvreezende vrouwen als Helpsters opstaan, liefst bij huisbezoek vóórgaan. In eene Gereformeerde kerk moeten ook zij in haar werk van het beginsel der «opzoekende en dienende liefde" uitgaan.

5°. Waar ellende, van welken aard ook, hetzij geestelijk, zedelijk of lichamelijk, te vinden is, moet zij door Diakenen en hunne Helpsters als beeld van den goeden Herder, die omgaat om het verlorene te zoeken, het afgedrevene weder te' brengen en het gebrokene te heelen, naarstig worden opgezocht en met raad en daad worden te hulp'gekomen.

6°. Waar de Bedienaren des Woords in de samenkomsten der gemeente tot milde gaven roepen, moeten Diakenen en hunne Helpsters alle vrijmoedigheid gebruiken, om de oorzaken der armoede te leeren kennen, opdat de te verstrekken hulp nuttig en goed worde besteed, en de uit te reiken gave niet diene om ongenoegzaam of verkort loon, zonder dat daartegen een getuigenis is afgelegd, aan te vullen.

7°. Waar Staat en Gemeente de kroeg en het bordeel begunstigen ofdi prostitutie beschermen, is het een der eerste plichten eener goede Diaconie daartegen te getuigen.

8°. Diakenen en zoo ook hunne Helpsters moeten het Ciiristelijk Onderwijs in al zijne vertakkingen zooveel in hen is bevorderen, inzonderheid de leer-en Zondags-.scholen der jeugd.

9°. Diakenen en hunne Helpsters moeten alles, wat op de basis van Gods Woord ten goede van het volk gedaan wordt, zooveel in hun vermogen is, aanmoedigen en bevorderen.

10°. Diakenen moeten evenals de andere ambtsdragers der kerk voor Christelijke Jongelings-en Werkliedenvereenigingen, die zich aan Gods Woord onderwerpen, de hun mogelijke hulp bieden, en vooral pogen er op toe te zien, dat zij geen dwerg-theologanten vormen, doch pracdsch werken; dus zooveel mogelijk ter hand nemen wat hun in hun levenskring nuttig kan zijn.

11°. De Helpsters kunnen voor de Jongedochters van onberekenbaar nut wezen door bestrijding van fabrieksarbeid, bij het aanleeren van nuttige handwerken, het bestrijden van dwaze modezucht en grillige pronkerij. Door ze te helpen om bij Christenvrouwen in de hoogere standen in dienst te komen, en die Christenvrouwen er op te wijzen, dat zij nooit zoogenaamde halfversleten kleedingstukken in den snit of in den vorm, waarin zij die voor zich hebben vervaardigd of laten vervaardigen, aan dienstbaren of minvermogende vrouwen moeten schenken, zelfs niet kinderkleedingstukken, opdat zij niet getooid worden met een gewaad dat in haren stand niet past.

Christenvrouwen moeten er aan herinnerd, dat zij hare dienstboden in gewone ziektegevallen of bij lichte ongesteldheden niet al te spoedig, en nooit zonder haar hulpe te bieden, wegzenden. De vrees daarvoor heeft menigmaal den grondslag gelegd voor blijvende ongesteldheden.

Op de behoefte aan Zondagsrust, ook voor vrouwelijk dienstpersoneel, moet meer de aandacht gevestigd; eerst daarna kan op Zondagsheiliging bij haar Worden aangedrongen.

12°. Een goede Diaconie moet de bedelarij met alle haar ten dienste staande middelen bestrijden, om het even of zij zich met een paar doosjes lucifers, door een draaiorgel of door vertooning van verwaarloosde of verminkte kinderen of ouderen van dagen poogt te dekken.

In het algemeen is bij eene zuivere verkondiging des Goddelijken Woords, eene reine bediening der Sacramenten en eene goede handhaving der kerkelijke tucht, de Diaconie geroepen een krachtig bolwerk der kerk te zijn.

De Ouderling, zoo leerend als regeerend, en de Diaken, moeten te zaam de »Jachin" en »Boaz", de zuilen en steunpilaren des heillgdoms, hier der kerke van Christus, wezen. Waar de een wegvalt, wordt weldra de kracht des anderen min beteekenend; waar de laatste gemist wordt, wordt de arbeid des eersten ten hoogste bemoeilijkt, zoo niet ten deele onvruchtbaar. Wordt dit niet uit het oog verloren, dan vullen ze elkander aan en zullen de »Eldads" en »Medads" niet ontbreken; maar zich ook doen vinden bij de hoogernstige kwaal onzes tijds : »De Sociale quaestie."

Terwijl Ds. N. A. de Gaay Fortman nog inzond deze reeks stellingen over de verhouding van de Diaconie tegenover de Inwendige Zending.

I. De bediening der barmhartighsid in de kerk des Heeren is tweeërlei. Eensdeels gaat zij over armen, anderdeels over ongelukkigen.

2. De laatsten zijn óf lichaams-óf zielslijders.

3. Tot de lichaamslijders behooren: a) doofstommen, b) blmden, c) gebrekkigen, d) melaatschen, e) kranken.

4. Tot de zielslijders behooren: a) verwaarloosden en' haveloozen, V) ontuchtigen, c) idioten, d) krankzinnigen, è) gevangenen.

5. De kerk des Heeren heeft te zorgen dat de doofstommen, blinden, gebrekkigen, melaatschen, kranken, inrichtingen vinden, waarin zij verzorgd worden naar lichaam en ziel. Daartoe is noodig:

1. voor de doofstommen een instituut, waarin zij onderwezen worden en zoo mogelijk nog opgeleid voor een of andere plaats in de maatschappij.

2. voor de blinden een inrichting, waarin zij leeren lezen, schrijven, een of ander handwerk of ambacht beoefenen of zoo mogelijk eenig geestelijk werk doen.

3. voor de gebrekkigen eene gelegenheid, waar zij verzorging en leiding krijgen, óf in den familiekring óf in een zeer klein gesticht, waarin zorge en toezicht mogelijk is.

4. voor de melaatschen kleine paviljoens, v/aarin zij én verzorging én arbeid vinden.

voor de kranken een ziekenhuis.

6. De zielslijders behooren met de teerste barmhartigheid door Gods kerk te worden verzorgd.

1. Voor de verwaarloosden en haveloozen zijn noodig gezinnen, waarin met de uiterste nauwgezetheid over hen wordt gewaakt, en voor de maatschappij, waarin zij behooren terug te keeren, voorbereid en gestaald tot den strijd des levens.

2. Voor de ontuchtigen een tijdelijk tehuis, waarin zij worden opgevoed.

3 en 4. Voor de idioten en krankzinnigen paviljoens, waarin zij worden verzorgd.

5. Voor de gevangenen een bureau, waar zij zich na hun ontslag kunnen vervoegen, om werk te bekomen; of werkkolonies.

7. Zoolang hare kracht nog te klein is, trachte de kerk des Heeren zich in betrekking te stellen tot de stichtingen, die de particuliere barmhartigheid reeds heeft opgericht in het belang der bovengenoemde lijders, mits zij zich tevoren heeft vergewist, of zij staan op den bodem des waren Christendoms en bereid zijn het toezicht der kerk te erkennen over hen, die haar door deze zijn toevertrouwd.

8. Wat de lichaamslijders betreft, zoeke de kerk correspondentie met de Inrichting tot werkverschaffing aan blinden, op de Heerengracht No. 192 te Amsterdam gevestigd. Ten behoeve der andere lijders sla zij zoo spoedig mogelijk zelf de handen aan het werk, omdat er geen Christelijke stichting in deze nooden voorziet.

9. Wat de zielslijders aangaat, zoeke de kerk des Heeren correspondentie met: d) de stichtingen van Heldring en Pierson; y.. Talitha, Bethel, voor verwaarloosden; /? . Steenbeek, 'voor gevallenen; y• Magdalena, voor ongehuwde moeders;

Hierbij lette men ook op Beth-Palet, te Amsterdam, Ruysdaelstraat; b) Veldwijk voor krankzinnigen; c) . . . . voor idioten.

10. De kerk betale voor hare lijders op bovengenoemde inrichtingen. Doch wekke tevens hare leden op, handen aan het werk te slaan ter verkrijging van eigen inrichtingen. Eene jaarlijksche collecte is niet anders dan een bedwelming der conscientie.

11. Voor vreemdelingen (mannen en vrouwen) en soldaten betrachte de kerk Gods de herbergzaamheid in de gezinnen, gedachtig aan het woord des Heeren, dat die de herbergzaamheid betracht, vaak engelen herbergt. De oprichting van een bureau van aangifte en informatie, dat zooveel mogelijk bekend is, is zeer gewenscht. Voorzichtigheid worde hier betracht. De kerken moeten elkaar op dit punt verstaan, opdat een formulier van aanbeveling worde opgesteld.

12. Zoolang de kerk nog niet hiertoe gekomen is, stelle zij zich in correspondentie met de Tehuizen voor militairen, voor vrouwen, enz.

13. De diaconie benoeme uit haar midden eene commissie van vijftien personen (met recht van assumtie van gemeenteleden), die uitsluitend belast is met de zorge \oor al wat in de bovenstaande resolutiën nader is omschreven.

Het debat over de Weezenverpleging wierd door Dr. Kuyper ingeleid, die geen stellingen gaf, maar zoo beslist mogelijk de kazerneering van weeskinderen bestreed en tegen terugkeer naar dit fatale stelsel waarschuwde.

Ook deze Conferentie bracht ons weder een aanmerkelijke schrede verder.

De kerk waakt op uit haar dood.

Ze wil geen leerinstituut meer zijn, maar getuige en dienaresse Christi in een wereld die onder zonde en ellende rust.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Diaconale Conferenlie te Amsterdam.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's