GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In het geding van de Amsterdamsche

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het geding van de Amsterdamsche

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 22 Juni, I888

In het geding van de Amsterdamsche Kerkvoogdij is dan nu beslissing gevallen, en de Hooge Raad heett geoordeeld, de Kerkvoogden daarbij zelfs als interveniënten te moeten afwijzen.

Dit bericht heeft ons geweldig aangegrepen.

Immers, hier zijn dan nu mannen, die wettig benoemd zijn; benoemd eer het Conflict ontstond, en tegen wier benoeming geen enkel bezwaar ooit is ingebracht; mannen, die, na benoemd te zijn, als bij eede beloofd hebben, het beheer niet te zullen overgeven, dan daartoe door den rechter gedwongen; mannen, die, toen anderen die gelijke belofte deden, hun belofte schonden, pal bleven staan, en trouw aan eed en plicht, voor de rechten der gemeente gestreden hebben; mannen, die, in onwankelbaar vertrouwen op dit hun goed en deugdelijk recht ook bij den aardschen rechter om handhaving van hun rechten kwamen; — en die nu moeten ervaren, dat de hoogste rechter in het land wei niet heeft durven zeggen, dat ze ongelijk hadden, maar toch toeliet dat de tegenpartij hun het handhaven van hun recht onmogelijk maakt.

Natuurlijk voegt hun berusting in dit vonnis, en erkennen ze dat de rechter, die het uitsprak op aarde, macht van Godswege bezat, niet om uit te maken wat recht voor God is, maar wat als recht in Nederland zal gelden.

De Hooge Raad had te beslissen.

Maar toch te beslissen niet verder dan voor de rechtsverhoudingen in het uitwendige, zonder dat daarmee ook maar één oogenblik hun zekerheid kon worden geschokt, dat kerkvoogden in het wezen der zaak, dat ze naar wezenlijk recht, dat ze voor God gelijk, volkomengelijk hadden; en dat alleen een nevel die voor het oog der rechters trok, hen tot deze uitspraak heeft kunnen brengen.

Ziehier de Consider anten waarop de Hooge Raad den 15 Juni j.l. vonnis sloeg.

Overwegende, dat, daargelaten de vraag of het Cl. B. doende wat des Bijz. Kerkeraads is enz., tot het constateeren van zoodanige afscheiding bevoegd is, in allen gevalle vaststaat, dat de vier heeren, reeds voor de dagvaarding in revisie, waren leden van de Ned, Gereformeerde kerk te Amsterdam (doleerende), welk feit door de verweerders in revisie is gesteld en door de eischers niet is tegengesproken.

O. Dat die Kerk, gelijk uit het overgelegde Kerkeraadsboekje blijkt en dat door de eischers in revisie niet is tegengesproken, heeft een eigen organisatie en geheel staat buiten het Synodaal verband der Ned. Herv. Kerk, zooals dit bij art. 4 van het Alg. regl. is omschreven.

O. Dat die heeren dus, door — met de kennelijke bedoeling om zich geheel te onttrekken aan het voormelde Bestuur van de Ned. Herv. Kerk — leden te worden van een ander kerkgenootschap dan dit, waarvoor zij thans optreden, geloond hebben niet meer te zijn leden van het laatste, en dus ook niet meer kunnen zijn leden der Commissie, waarvoor zij thans optreden, etc.

Al de grond waarop het vonnis rust is derhalve de overweging, dat er een nieuw kerkgenootschap is opgericht; dat de verzoekers om interventie zich daarbij aansloten; en dat zij derhalve ophielden leden der kerk en dus ook Kerkvoogden te zijn.

Wat dunkt u van deze redeneering?

Niet een philosoof, maar de Hooge Raad spreekt.

Eilieve, hoe anders dan naar de wet van 1853 weet de Hooge Raad, welke kerkgenootschappen er bestaan?

Hoe kan de Hooge Raad het optreden van een nieuw kerkgenootschap in rechten constateeren, waar de handelende personen unaniem bij den Koning en dus in rechten verklaard hebben, dat juist niet te willen, niet te beoogen, en ook niet te hebben gedaan?

Waar, in welke wet staat-geschreven, dat aansluiting aan een andere bestuursorganisatie overgaan is in een ander kerkgenootschap?

Wat recht heeft de Hooge Raad om te beweren, dat ik niet te gelijker tijd tot twee kerkgenootschappen kan behooren?

Hoe kan ooit door den Hoogen Raad, tegenover het officieele stuk dat naar den Koning ging, bewijs geput uit een kerkbode of een handboekje ?

Zoo vermenigvuldigen zich de vragen, en onze verbazing blijft aanhouden, dat de Hooge Raad tot zulk een beslissing komen kon.

Is dit dan nu de vrucht van de breede studie der rechten, die in dit hoogste college het zuiverst schitteren moest in haar doorzichtigheid?

Strekt zulk een vonnis nu om het recht en het rechtsbesef in het midden der natie te sterken?

We vragen slechts.

Althans zoolang de rechtsgrond waarop deze uitspraak steunt, niet wordt aangewezen.

Immers is de Hooge Raad niet meer, als vroeger, geroepen tot het verrichten van politieke machtsdaden, om te handhaven wat in zijn oogen orde en regelmaat eischen, doch heeft dat college alleen te beslechten wat uit de vaststaande rechtsbeginselen •logisch voortvloeit.

Het zachtste oordeel dat over dit vonnis gaan kan is, dat deze mannen te veel buiten het kerkelijke leven stonden, om te weten wat ze door dit vonnis op kerkelijk terrein deden.

Aan den Heere zij het overgegeven!

Hij beschikt.

Toch is er aan deze uitspraak weer één goede zijde.

Onze vele broederen, die nog met hoofdelij ken omslag door de Synodale besturen geplaagd worden, kunnen nu veilig den heofdelijken omslag weigeren.

Immers de Hooge Raad heeft nu uitgemaakt, dat wie tot een kerk in doleantie behoort, eo ipso burgerrechtelijk ophield lid te zijn van de bestaande gemeenschap. Ook in dit opzicht een zonderling arrest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's

In het geding van de Amsterdamsche

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juni 1888

De Heraut | 4 Pagina's