GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook Doe. Wielenga doet in de Bazuin het zijne, om dé voetangels en klemmen op te zoeken en bijtijds weg te nemen, die het pad naar de hereenjging van alle Gereformeerden, het weeropleven der Gereformeerde gezindheid als een geheel, dusver onveilig maken. Met name wat hij thans over het Reglement van 1869 schreef is lezenswaard.

Gij merkt, dat de Synode zeer beslist onderscheid maakt tusschen het Rtgltment van 1869 en de ttaatsrechtelijke verhouding der kerk zelve. En dat tereclit. Van het eerste zegt ze, dat ze dat niet wil verdedigen.

Van de laatste, dat ze die om verschillende bezwaren niet voetstoots kan prijsgeven. Of die bezwaren van Confessioneelen, kerkrechtelijken of van bloot staatsrechtelijkeo aard zijn, kunnen we hier in het midden laten

De deputaten onzerzijds hebben in last die met de Deputaten »der voorloopige Syiiode" te bespreken en te pogen tot overeenstemming te komen. Een vol gende Synode heeft dan daarover nader te oordeelen.

Op het Reglement zelf af, zooals het daar ligt, wordt dus blijkbaar onzerzijds niet gestaan. Zelfs hebben bijna alle Provinciën verklaard, dat daarop de vereeniging niet mag afstuiten.

Doch is men zich over het algemeen wei goed bewust, dat met het Reglement ook onze geheele kerkelijke organisatie valt, zooals ze sedert 1869 bestaat ? Natuurlijk niet de organisatie in Confessioneelen o kerkrechtelijken zin. Die heeft met erkenning of niet erkenning der Regeering niets te maken. Maar de organisatie in staatsrechtelijken zin, dus wat hare ver houding, als »één geheel der kerken tot de overheid betreft.”

? Iet verwondere u niet, dat de Synode verklaarde, die zoo maar niet voetstoots te kunnen prijsgeven. Zekerheid van rechtsbezit der goederen o.a staat daar meê in het nauwste verband. Die mag zoo maar niet op losse schroeven worden gezet.

Door een plaatselijk Reglement kan echter daarin worden voorzien.

Dat is het dan ook inderdaad, wat door de Doleerenden van ons wordt gevraagd. Gering acht ik dien eisch niet.

Wij zouden daardoor wat de staatsrechtelijke ver houding der kerk betreft tot den toestand vóór 1869 terugkeeren. Als vanzelve rijst de vraag: Is de be doelde Kerkelijke hereeniging van dien aard, is ze zoo dringend noodzakelijk, zoo eisch van Godswege, dat we bereid moeten zijn dat offer te brengen?

Want een offer is het wezenlijk, zoo al niet in het oog van allen, dan toch van velen.

Temeer klemt die vraag, omdat een teruggaan on zerzijds tot vóór 1869 slechts den weg baant voor een gedeeltelijke vereeaiging.

Eene vereeniging n.l. van de wederzijdsche kerken in één kerkverband, classicaal en synodaal.' Van ineensmelting der plaatselijke gemeenten onder één kerke raad kan daarbij geen sprake zijn.

Wel hebben de Doleerenden geen bezwaar om met gemeenten, die als een nieuw genootschap naar de we van 1853 bij de Regeering bekend staan in één kerk verband te leven. Maar zichzelve als zoodanig bij de Regeering aan te melden, daartegen hebben ze van hunne zijde nog overwegende bezwaren.

Tenzij dus die bezwaren langzamerhand mochten slijten, dat m i echter niet zal uitblijven, kan er van plaatselijke ineensmelting nooit iets komen.

Doch nu dringt Doe. Wielenga dieper in de zaak in, en toont op overtuigende wijze aan, dat de kerken der Doleantie, die weigeren de noodige stappen te doen, om als rechtspersoon te kunnen optreden op de conditie waarop de Overheid dit alleen mogelijk stelt, metterdaad geen ander standpunt innemen dan de broederen aan de overzij in hun eersten tijd, met name van 1834—39,

En nu vrees ik, dat onzerzijds wel eens te min ern stig over deze hunne bezwaren wordt gedacht.

Al deelen wij Christelijke Gereformeerden, ze niet, onze geschiedenis, de geschiedenis »der Scheiding", noopt ons m. i. om ze in anderen te respecteeren en te dragen.

Van 1834-1839 hebben onze gemeenten ahijd door geweigerd erkenning bij de Regeering te vragen als nieuwe genootschappen, of zelfs zich als zoodanig bij de Regeering aan te geven. Hebben ze altijd door geweigerd afstand te doen van de goederen der aloude «Gereformeerde Kerken" zonder er om te willen rechten. Niet het minst kras en beslist heeft onze eerste Synode, die van 1836, zich op dat punt uitgelaten.

Vijf jaren lang hebben we ter handhaving van dat standpunt zware vervolging doorstaan. Het was er dus den mannen, »der Scheiding" ernst meê. Durft gij zeggen, dat zij gedwaald hebben? Ik niet.

Durft gij hen beschuldigen of ook maar hard vallen, omdat de Koning 14 Febr. 1839 kon verklaren, »dat door de requestranten (de afgescheidenen te «Utrecht) thans is voldaan aan hetgeen bij het tweede »lid van ons besluit van den 5den Juli 1836 is gevorderd, ter verkrijging van toelating i)"f Ik voor mij, evenmin.

Of ik dan tot vóór 1839 terug zou willen? Het is zelfs op meer dan één onzer Synoden ernstig besproken. Maar, mij dunkt, daarvan kan na al wat er gebeurd is, zelfs geen sprake zijn. Gedane feiten van dien aard nemen geen keer. Hetzij wij er ons in verheugen of het betreuren, het is een voldongen, on herroepelijk feit.

Maar wat ik er wel uit afleid is dit, dat we; gemeenten, die nog staan op dat door ons verlaten', - o wilt ge overwonnen standpunt, daarover niet hord mogen vallen.

Zij vragen niet van ons terugkeer tot of aanvaarding van hun standpunt in dezen. Wij willen hun het onze niet opdringen.

Roeping is m. i., waar wij buigen voor hetzelfde Woord en zijn gesproten uit eenzelfden historischen wortel elkander vertrouwend in dezen tegemoet te gaan.

Juist om het billijke dat er voor de kinderen der vaderen van 1834 in ligt om in ons te eerbiedigen wat kracht en geestdrift schonk aan de worsteling van hun vaderen in hun schoonste periode, leeft dan bij Doe. Wielenga ook zeer de hoop, dat het doel beieikt worde.

Bij alle bezwaren, die er aan verbonden zijn, kan ik niet inzien, waarom het niet zou kunnen komen tot een leven onder één kerkverband, mi's we het ernstig en biddend bege.eren.

Al kunnen we dan niet komen tot plaatselijke ineensmelting, het leven in één kerkverband is ia alle gevalle beter dan het los^ zoo niet vijandig staan naast of tegenover elkander.

De Synode heeft niet gezegd: Wij kunnen in geen geval dien voorslag aanvaarden.

Daarmee heeft ze duidelijk doen uitkomen, dat haars inziens die eisch, hoeveel hij ook van ons vergt, toch. niet ingaat tegen beginselen yider Scheiding"' zelve deze toch, daarover zijn we het allen eens, ma^ in geen geval worden getransigeerd.

Aan de Deputaten moge het gelukken onder Gods zegen tot overeenstemming te komen, een overeenstemming, die naar de Schrift de goedkeuring van Synode en kerk mag wegdragen.

Aan de mogelijkheid behoeft na het besluit der Synode te dezer zaak m. i. niet te worden getwijfeld.

Of zij werkelijkheid zal worden? Dit hangt veel meer af van wat het lot zal zijn »der voorwaarden" onzerzijds gesteld, temeer omdat er in meer dan één opzicht verband tusschen die twej is.

Eerstdaags komen de Deputaten nu saSm. Het resultaat kan dus spoedig bekend wezen. En al is dit nog geen finaal resultaat, de kenner onzer toestanden zal na de saamkomst

1) In het Koninklijk Besluit zelf cursief.

1) In het Koninklijk Besluit zelf cursief. mm IL.IJIIIMM I •mil II .1 iiii^i wimemnmmnmmmmm der Deputaten toch ook van die einduitkomst alzoo alles weten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's