GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Op de zaak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op de zaak

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de zaak der Assurantie wenschen we voorshands niet terug te komen. Oordeelen vele broederen in dit stuk heel anders dan wij oordeelden, dit eerbiedigen we van harte, en brengen zelfs gaarne hulde aan het offer dat ze voor hun overtuiging wagen, en niet minder aan de cordaatheid waarmee ze in deze zaak voorde eere onzes Gods opkomen.

Ticam-aal beter niet geassureerd, zoo men ook maar van verre en eenigszins acht hiermee op het creatuur meer dan op den levenden God te vertrouwen, dan wel geassureerd en schade geleden aan zijn ziel.

Misschien dat zich later gelegenheid aanbiedt, dit wezenlijk gewichtig stuk nog eens opzettelijk en in vollen omvang te behandelen, waar blijkbaar broederen wien het beiderzijds om de eere Gods gaat, nog zoo ver in gevoelen uiteenloopen.

Ook in Paulus' dagen deed zich zulk een ernstig geschil onder de broederen voor over de vraag of men het vleesch van een rund dat als offer voor een afgod geslacht was a's Christen eten mocht.

Toch hield dit gewichtig stuk van lieverlee op etn geschilpunt te zijn.

Slechts ééne verklaring zijn we aan onze broederen die anders dan wij oordeelen nog schuldig.

^ We spraken van plichtmatig, en erkennen volgaarne dat dit woord aanleiding moest geven tot misverstand.

Ook wat uit het gebod wordt afgeleid komt voor Gods kind onder de geloofstoepassing, en al wat uit het geloof niet is, is hem zonde, ook al acht een ander dat zulks uit het gebod voortvloeit in de geloofstoepassing die hij maakt.

Wat ons zoo schrijven deed, was alleen de overweging van het 8ste gebod.

Uit het 6de gebod leidt de kerk o. i. zeer juist af, dat hier een wrbod en een ^^bod ligt. Verbiedenderwijs het verbod om het leven niet aan te tasten; en stellenderwijs het gebod om voor het behoud van het leven te waken. En zulks niet alleen wat anderer leven aangaat, maar ook wel terdege met opzicht tot ons eigen leven. „Ook mijzelyen niet kwetse of in eenig gevaar begeve !" (vraag 105 van den Catechismus).

Passen we ditzelfde nu hier toe, dan krijgen we: Een verbod om het goed dat God gaf niet te verderven. Een gebod om het goed dat God gaf te bewaren. En zulks niet alleen wat anderer goed aangaat, maar ook wat aangaat ons eigen goed.

Bezitten uw onmondige kinderen nu b. v. door een legaat/ 10.000 en belegt gij dit voor hen in een huis, dan is dit hun goed, dat kapitaal, zoo het huis afbrandt, weg.

Is er dus een middel waardoor ook bij brand dit goed, dit kapitaal, bewaard kan blijven, dan schijnt aanwending van dit middel stellig niet ongeoorloofd.

Waarbij men ook niet vergete, dat iemands kapitaal straks het goed van zijn kinderen en kindskinderen wordt, en er dus ook om hunnentwil voor uw goed behoort gewaakt te worden.

En nu stemmen we volkomen toe, dat de gehoorzaamheid aan het 8ste gebod nooit in strijd mag komen met het iste gebod. Wat God de Heere numero één stelde, blijft numero één, en wee den mensch die op het creatuur in stee van op den Heere zijn God vertrouv/t.

Maar als een groot herder 10.000 schapen als zijn goed bezit, en er slaat een ziekte in die schapen, dan is dat óók rechtstreeks ’s Heeren doen.

Ja, is er één kwaad in de stad, dat de Heere niet doet?

Maar wordt er nu een zalf als middel bekend, waardoor men het overerven van zulk een ziekte op zijn kudde voorkomen kan, en wel een in zich zelf onschadelijk middel, dan ontstaat toch de vraag, of iemand vrij zou zijn, om zulk een middel niet te gebruiken.

Uiterst vooizichtig wenschen we in zulke vraagstukken te zijn, en niemand oordeele er zijn broeder in, maar het is toch goed dat men over en weder elkanders ligging voor Gods Woord er in kenne. Acht dus een der broederen, waar hij zich voor het aangezicht Gods stelt, een andere afleiding uit het 8ste gebod te moeten maken, zoo zie hij toe, dat hij handele naar wat hém in de geloofstoepassing als eisch Gods voorkomt.

En liggen vele broederen daarover dan nog gedeeld, zij er dan maar beiderzijds dieper onderzoek van het gebod, een biddend vragen om in den zin des Heeren te worden ingeleid, en ook bij dit nader onderzoeken een stille gloed van teedere liefde, die uit­ vloeit in veel inniger gemeenschap metfcet Eeuwige Wezen en veel warmer gemeenschap met de heiligen Gods die op aarde zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Op de zaak

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's