GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na vele dagen.

III.

Zoo goed en zoo kwaad als 't ging zette Benjamin nu alleen zijn studie voort.

Op 't laatst bracht hij het zoover, dat hij redelijk lezen kon. 't 'Was wel jammer, dat hij geen boeken had om zich te oefenen en om van de kunst het rechte nut te trekken. Vooreerst moest hij zich behelpen met oude nieuwsbladen, scheurpapier enz. Veel van wat daarop stond vatte hij niet, temeer wijl de geschiedenis vaak in de helft was afgescheurd. Maar toch was onze vriend niet weinig trotsch op en verblijd met zijn kennis. Een enkel maal werd er kerk gehouden, of liever er waren zendelingen die dit trouw deden, maar de slaven mochten slechts nu en dan komen. Bij zulke gelegenheden was Benjamin haast de eenige zwarte, die in den Bijbel kon nalezen en uit het boek meezingen-En hij keek dan rond met een gezicht zoo deftig als ware hij de dominé zelf. Dat zulk kerkgaan en dan nog zoo zelden niet veel uitwerkte, begrijpt gij. Intusschen vergat onze neger niet wat hij den soldaat, zijn vroegeren leermeester, had beloofd. Hij had een vriend Thomas geheeten, en met dezen beproefde hij, hoever hij 't zelf al in de kunst van onderwijzen had gebracht Thomas vond het wel erg moeielijk zooveel te leeren, maar aan den anderen kant was het toch ook heerlijk te kunnen lezen. Daarbij kwam, dat deze Thomas reeds in zijn jeugd den Heere had leeren kennen, en innig verlangde in staat te zijn zelfden Bijbel te lezen, dien hij eens van een zendeling gekregen en als een schat bewaard had.

Nu, als meester en leerling denzelfden kant uit willen, dan gaat het, dat weet iedereen, altijd goed, al zouden ook beide hinkelaars zijn. Dat bleek hier weder. Zelfs leerde Thomas de leeskunst veel sneller dan Benjamin. Ook maakte hij er een goed gebruik van, door met den meester samen geheele hoofdstukken uit de Bijbel te lezen, 't Was het eenige boek, dat zij hadden en de leerling gaf het dikwijls uit dankbaarheid voor eenige dagen aan zijn onderwijzer te leen.

En zoo werd het zaad des woords ook in het hart van Benjamin gestrooid ova. op zijn tijd te ontkiemen.

Nu moet ge weten, dat Benjamin, vóór hij met zijn onderwijs begon, aan Thomas dezelfde voorwaarde had gesteld als de soldaat hem zelf had gedaan, namelijk dat ook hij op zijn .. beurt een ander de leeskunst zou leeren. Zoodra mogelijk had Thomas daaraan dan ook voldaan, en zelfs aan meer dan één zwar­ k ten broeder zijn kunst beproefd. Boven verwachting was dat gelukt, en daar bijna w elk deed als aan hem was gedaan, en het t leeren of liever 't onderwijzen al beter vlotte, t konden na eenige jaren een groot aantal negers lezen Al wat maar gedrukt was en onder hun bereik viel werd tot oefening gebruikt, en m ( w de meesten hadden tegelijk ook wat schrijven j aangeleerd. g

Tot zoover was alles goedgegaan. Doch nu kwam er een donkere wolk opzetten.

Op zekeren avond ging de opzichter nog vrij laat - wat hij niet gewoon was - de hutten der negers langs. Daar zag hij hoe hier en daar groepjes bijeen zaten, aandachtig luisterende naar een die in het midden had plaats genomen en voorlas. Hij kon zijn oogen en ooren niet gelooven. 't Kon niet waar wezen. Waar en hoe hadden die negers dat geleerd? Hij moest en zou het weten! Met vloeken en scheldwoorden joeg hij de verschrikte negers uit elkaar en him hutten in.

Den volgenden dag liet hij een der voorlezers bij zich komen, en troeg wie hem dat lezen geleerd had.

De man aarzelde en zei eindelijk: »Thomas". »Laat hem hier komen!" riep de opzichter. Thomas kwam, en moest nu opbiechten. Hij had het geleerd van Langen Benjamin, Nu moest deze verschijnen en vertellen hoe alles gebeurd was.

»Ik zal u wel vinden, " sprak de opzichter eindelijk. »Wat doet een neger te lezen? Werken — dat is uw zaak. Hoort gij. Maar ik zal wel zorgen dat ge weer afleert wat ge geleerd hebt-Wacht maar !"

Wat die bedreiging beteekende werd den armen Benjamin duidelijk gemaakt en zelfs zonder lang wachten. Reeds den dag daarna werden de negers bijeengeroepen en hun met ruwe woorden verteld, dat het hun streng verboden was lezen te leeren of ooit meer iets te leeren. Wie dat weer doen dorst, zei de goddelooze opzichter, , dien zou het gaan als thans Benjamin. En om dit duidelijk te maken werd deze voor aller oog gegrepen en met de zweep geslagen, tot het bloed bij zijn rug nederliep en hij van pijn ineenkromp. Dat was het loon dat blanke menschen, die Christenen heetten, den heiden gaven, voor het goede werk door hem verricht.

{Wordt vervolgd)

VOOR WEETGRAGE LEZERS

Er is dan, zooals we zagen, een taal die door allen verstaan en begrepen wordt, die men dus gebruikt als men niet alleen voor buren en vrienden, maar voor velen duidelijk wil zijn, b. v. als men een boek schrijft.

Die taal heeft dus haar eigen woorden, en zoo oppervlakkig beschouwd zou men allicht denken, dat het gemakkelijk is uit te maken welke woorden dan nu wel tot die Nederlandsche taal behooren; hoeveel woorden zij rijk, hoe groot haar schat is.

Maar wanneer iemand dat nu eens werkelijk gaat onderzoeken, dan raakt hij al gauw verlegen. Men kan wel zeggen: neem een woordenboek en ga zitten tellen. Maar — gesteld al dat iemand er 't geduld voor had — dan zou ik toch raden: bezint eer gij begint. Als ik even op mijn schrijftafel zie, bespeur ik daar woordenboeken zoo klein, dat ik ze in den zak kan steken ('t heeten dan ook «rtX'-woordenboeken); en andere zoo groot dat ik niet graag, met één ook maar onder den arm, een uur zou wandelen. En dat verschil blijft, al neemt ge ook woordenboeken van dezelfde lettersoort en papier en formaat, en voor dezelfde taal. Het eene is soms zes maal uitgebreider dan 't andere. P^en jaar of wat geleden kwam er een nieuw woordenboek in 't licht. Toen liet een geleerd man mij een lijst zien van vijftienhonderd woorden, die in dat boek waren overgeslagen.^ en nog liep het, geloof ik, maar over enkele letters!

Gij merkt dus al, vrienden, dat men maar niet kan zeggen: die woorden zijn getelde schapen en als de kooi vol is, gaat de deur dicht. Nu daar zijn redenen voor, en laat mij u vooraf zeggen, dat andere volken op dat punt even verlegen staan als wij.

In Frankrijk bijvoorbeeld is er nog altijd verschil ot de taal van het land bestaat uit 4Siooo of uit 140.000 woorden. Dit scheelt dus niet meer dan 95.000. Hoeveel woorden het Engelsch telt, weet eigenlijk niemand-Een groot Engelsch dichter, die vóór 3 eeuwen leefde, en Shakespeare i) heette, heeft in zijn boeken zoowat 15000 woorden — verschillende altijd — gebruikt. Dit is, zegt men, ongeveer het derde deel van wat heel de taal rijk is. Maar wie zal nauwkeurig zulke dingen bepalen? Al was 't alleen maar omdat er woorden zijn, die de een voor algemeen bekend houdt, terwijl de ander verklaart er nooit van gehoord te hebben. Jaren geleden schreef ik eens in dit blad — misschien weten sommigen 't nog wel — iets over „gevleugelde opkorters". Wat »opkorters" zijn weet ik zeer goed, omdat in mijn jeugd de opkorter of straatveger altijd op Nieuwjaar heil kwam wenschen, en een prent bracht met zijn naam en beroep er onder gedrukt. Maar 't bleek mij dat vele Amsterdammers toch niet wisten wat een «opkorter'' is. Zoo gaat het ook met woorden als »groefbidder'', «lijkbezorger", «aanspreker" — «baliekluiver" «sjouwerman" en vele andere. De een begrijpt dadelijk wat er mee bedoeld wordt, de ander heeft er nooit van gehoord. De eigenlijke redenen echter waarom 't zoo moeilijk te zeggen is, hoe rijk we zijn of hoe arm, hopen we later eens te bespreken. Want daarbij valt zeer veel op te merken, waar op 't oogenblik geen plaats meer VJOÏ is.

i) Spreek uit Sjeek-spier. Er zijn ook van dien naam 16 spellingen!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Voor kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's