GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Melaatsehen in Indië.

In vele bladen wordt met grooten lof gesproken over de zelfopoffering van pater Damien, die te Molokai onder de melaatschen arbeidde, en ten slotte zelf door die vreeselijke ziekte aangetast werd en daaraan stierf. In Engeland hebben hooggeplaatste personen het plan opgevat, om te Molokai een gedenkteeken voor den overleden pater op te richten, en tot het eeren zijner nagedachtenis een vleugel aan het Londensch hospitaal voor huidziekten te bouwen. Ook wil men studenten in de medicijnen gaan steunen, die van de ziekte der melaalschheid hunne studie willen maken. Dat men hiertoe in Engeland overgaat is te begrijpen, als men weet, dat in Engelsch Indië 250, 000 melaatschen gevonden worden.

Men vergist zich zeer, indien men meent, dat pater Damien de eerste geweest, die met zelfopofferende liefde onder melaatschen arbeidde. Van 1822—1867 werkten in Zuid-Afrika de Moravische broeders onder de melaatschen; tot hun grooten spijt werden zij gedwongen, dien arbeid op te geven, omdat het koloniale gouvernement er een Engelsch geestelijke in wenschte te plaatsen. Daarop begaven zij zich naar Jeruzalem en gingen in een hospitaal buiten de Jaffapoort van Jeruzalem hunne zorgen aan de melaatschen wijden, een hospitaal, dat nog open is en waarin Engelsche en Duitsche vrouwen als verpleegsters werkzaam zijn.

Ook arbeiden drie zendelingen der Baptisten onder de melaatschen te Agra. Een dier zendelingen, tei^ens geneesheer, zond dezer dagen eene photographie van 24 lijders aan melaatschheid aan den bekenden Baptistischen predikant Spurgeon. Deze deed die photographie in zijn Sword and Trowel overdrukken en daardoor waren wij in staat, om ons eenigszins een denkbeeld te maken van het ontzettende lijden dier kranken. Hij schrijft daarbij het volgende aan zijn leermeester Spurgeon:

»Sedert ik zeven jaren geleden in Indië kwam, heb ik, treurig genoeg, mij aan het gezicht van melaatschen kunnen gewennen. Er is een groote menigte van melaatschen en er zijn weinig toevluchtsoorden voor die ongelukkigen. JBijna in alle Indische steden en dorpen vindt men ze. Zij leven gewoonlijk van gebedelde gaven; daarom zoeken zij zich te nestelen op plaatsen, waar vele menschen voorbij moeten. Om het medelijden der voorbijgangers op te wekken, laten zij hunne vingerlooze handen en hunne voeten zonder teenen zien. Geschuwd en gehaat door hun eigen landgenooten, worden zij dikwerf verdreven van de plaatsen, waarop zij zich hebben nedergezet. Hun toestand is zeer droevig. Aan zichzelven overgelaten, treden zij menigmaal in het huwelijk ; men kan daarom kleine kinderen zien, die door hun melaatsche ouders verzorgd worden. Zoozeer hebben zij echter hunne vrijheid lief, dat zij zoo lang mogelijk buiten een asyl blijven, waar hun toch verzorging, voedsel en kleeding kosteloos gegeven wordt. Wanneer zij te zwak worden om te bedelen of zich te ziek gaan gevoelen om nog naar bui­ ten te gaan, zoeken zij menigwerf, als laatste toevluchtsoord, het leprozenhuis op.

Het melaatschenhuis te Agra staat op zulk een afgelegen plaats, dat ik vijf jaren in Indië geweest was, zonder te weten, dat het bestond. Het bevat 35 melaatschen, waaronder vijf vrouwen. Zij worden door een Mahomedaansch inlandsch doctor verzorgd. Zij hebben ieder een vrij kamertje en krijgen voldoend voedsel en behoorlijke kleeding. Ongeveer twee jaren geleden begonnen wij onder hen te arbeiden. Vóór wij hen bezochten, mochten zij wel uitroepen : »Niemand zorgt voor onze zielen." In den bazaar hier dichtbij, waar wij dikwijls prediken, worden wij gehouden voor vijanden en gehaat als dezulken, die zoeken het volk afvallig te maken van den godsdienst der vaderen. Maar in het asyl voor melaatschen, waar nooit iemand dezen ongelukkigen een vriendelijk woord toesprak, werden wij als vrienden ontvangen, en bedankte men ons voor de moeite, die wij hadden genomen om hen te bezoeken."

Na gesproken te hebben over de gemakkelijkheid, waarmede men met deze hopelooze kranken over Gods Woord spreken kan, gaat de schrijver voort met te zeggen: »Hadde n zij een vijftig jaren geleden geleefd, dan zouden zij wellicht, gelijk zoo menig melaatsche, levend begraven zijn. Een oud prediker van onze zending, die vroeger Brahmaansch priester geweest was, zeide onlangs, toen wij over de melaatschen spraken: »In eigen persoon ben ik wel bij de begrafenis van een levenden melaatsche tegenwoordig geweest." Dit is tegenwoordig bij de wet verboden; maar velen zijn er, die nog gaarne dej melaatschen met geweld uit den weg zouden willen ruimen. Eenige weken geleden vraagde mij een Hindoe, waarom dit niet meer geoorloofd was: »De melaatschen zijn toch van God vervloekt, en behoorden begraven te worden, opdat zij uit het gezicht zouden zijn." Deze woorden klinken vreemd van lippen, die het dooden eener mier zondig, en het dooden van eene koe de grootste der misdaden zouden noemen. In de leer van de Hindoes wordt de mug uitgezegen en de kemel doorgezwolgen."

Oostenrijk. V ij andschap door de regeering den Oud-Roomschen betoond.

De toestand van de Oud-Roomschen in Oostenrijk is tegenwoordig niet benijdenswaardig. Vroeger betoonde de regeering zich jegens hunne gezindte reeds weinig welwillend, in den laatsten tijd stelt zij zich vijandig tegen haar. De Oud-Roomschen, ruim 1200 in getal in het Isergebergte, wilden zich als een zelfstandige kerkelijke gemeente constitueeren; doch het ministerie van eeredienst weigerde dit, omdat het beweerde, dat deze gemeente niet kon aanwijzen, dat de noodige middelen aanwezig waren, om de kosten van den eeredienst te bestrijden, en dit, schoon men aantoonde, dat men op ƒ 2400 als jaarlijksche vaste bijdrage rekenen kon.

Het bestuur der Oud-Roomsche gemeente beriep zich daarbij op het »bestuursgerechtshof." Dit gerechtshof sprak uit, dat het aan den minister stond om te beoordeelen, of de aanwezige middelen tot bestrijding van de kosten van den eeredienst voldoende te achten zijn. Na deze besUssing heeft de minister het Oud-Roomsche bestuur te Warnsdorf bevolen den hulpprediker Anton Absenger, die sedert i October '88 in het Isergebergte arbeidde en te Dessenberg zijn verblijf hield, aanstonds terug te roepen, daar het niet toegestaan werd langer voortdurend in het Isergebergte té arbeiden, en hij alleen als plaatsvervanger van den pastoor en telkens met een bijzondere volmacht van dezen, de functiën van pastoor mocht verrichten. Toen de pastoor van Warnsdorf daartegen inbracht, dat om de vele kerkelijke diensten, die gedurig in het Isergebergte moesten volbracht worden, en

ook om geregeld godsdienstonderwijs te Icunnen geven, er in het Isergebergte een vast hulpprediker zijn moest, werd aan de gendarmerie last gegeven, den Oud-Roomschen hulpprediker Absenger op te sporen, en indien hij niet voorzien was van eene volmacht, door den pastoor geteekend, waarin hem opgedragen wordt een bepaalde handeling te verrichten, hem aanstonds naar Warnsdorf «af te schuiven".

Deze zaak zal in den herfst in het huis van afgevaardigden ter sprake komen.

Wij zien hieruit, dat men ook in Oostenrijk er nog niet toe komen kan, om volledige conscientievrijheid aan alle gezindten te yerleenen. In den laatsten tijd vernamen we niets van vervolgingen van Protestantsche gemeenten, gelijk die eenige jaren geleden plaats hadden.

Nu schijnen het de Oud-Roomschen te moeten misgelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 augustus 1889

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 augustus 1889

De Heraut | 2 Pagina's