Gelijk we van meet af gevreesd hebben,

Amsterdam, 27 Sept. 1889.

is ook het Classikaal bestuur van Dordt geëindigd met het hoofd in den schoot te leggen.

Zoo deed Sneek eerst.

Toen volgden de heeren Dr. Van der Flier c. s. in het Provinciaal kerkbestuur van Zuid-Holland.

Nu deed Dordt den voetval, als om de schim der Dordtsche vaderen uit hun graf op te roepen.

En zoo blijft thans alleen nog de vraag over, wat de kerk van Sliedrecht doen zal.

Op haar kerkeraad hebben we geen hoop. Die is reeds gedemoraliseerd. Ook op Ds. Van Oosterzee durven we geen hope bouwen.

Maar misschien gloort er in de kerk zelve van Sliedrecht nog een vonkje geloofsmoed, en zal die kerk zich opmaken om zulk een ergernis van zich af te wenden.

Doch hoe dit ook loope, men ziet nu, waar al dit schoon gepraat van de Irenischen op neerkomt.

Ze preeken uit hun Bijbel, maar ze doen er niet naar. En terwijl die Bijbel hun zegt, dat geen enkel apostel des Heeren een man als Lieftinck ook maar één oogenblik in de kerke van Christus dulden zou, dwingen zij een kerk des Heeren zulk een man te ontvangen, en zitten naast soortgelijke mannen in de Synode, en steken met mannen van een beslist ongeloof de hoofden en handen bijeen, om getrouwe belijders des Heeren te vervolgen en uit de Synagoge te werpen.

Dit roept om wrake van den Heere Zebaóth.

En die wrake zal komen.

Met zich spotten laat de Heere God niet!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen