GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een gevoelig bewijs.

Er zijn niet weinig menschen, die in hun dwaasheid meenen dat zij alles beter weten dan de Heere, die alle dingen en ook hen zelfgeschapen heeft. Zij zijn als de »trotsche dwaas", waarvan de Schrift spreekt, doch worden beschaamd als hun dwaasheid openbaar wordt.

Dit is niet alleen zoo onder ons, maar zelfs bij hen die, al kennen zij de waarheid niet recht, toch daarvan nog eenig begrip en wetenschap hebben overgehouden. Treffend leeren we dat uit het verhaal, dat gedaan wordt door een zendeling, die Leupolt heetteen vele jaren in Indië heeft gearbeid.

Men vindt in Indië, zooals bekend is, Mahomedanen en Heidenen. De zendeling, welke aan die beide soorten van menschen het Evangelie bracht, kende onder de Mahomedanen een aanzienlijk man, die in pracht en weelde leefde en zich om weinig bekommerde. Zorgen had hij niet, want zijn rijkdom was groot. Ook was hij alles behalve nauwlettend op zijn godsdienst en dronk onder anderen tamelijk veel wijn, hoewel dat door de wet van Mahomed is verboden.

Niet ver van het prachtige landhuis, dat de rijke man bewoonde, stond een zeer eenvoudige hut. In deze woonde een kluizenaar, of althans iemand die daar veel van weg had. Deze man was vroeger een fakir geweest, d. w. z. een heiden, die zich zelf kwelde en pijnigde om daardoor de zaligheid te verdienen. Hij was echter van deze ongelukkige dweperij teruggekomen en had sinds dien tijd eenzaam en alleen de hut bewoond, zich bezig houdende met het bebouwen van zijn veld.

Meer dan eens had deze fakir met den zendeling gesproken. Hij was niet onwillig te hooren en onderzocht alles. Den Koran, het heilige boek der Mahomedanen, had hij gelezen, en ook vele gedeelten der Heilige Schrift, voor zoover dië reeds in zijn taal was overgezet. Hij dacht veel na, waar hij trouwens al den tijd voor had, te meer daar hij niet veel hield van een praatje te maken en weinig menschen zag of sprak. Een ernstig gesprek als met den zendeling voerde hij gaarne, doch overigens had hij zelfs een overdreven afkeer van praten, en als hij 't met knikken of andere gebaren afkon, gebruikte hij geen woorden. Het volk achtte hem hoog om zijn wijsheid, te meer daar hij dikwijls goeden raad gaf, zeer kort en bondig, en ook zieke menschen genas, zonder dat hij er ooit geld voor aannam.

Nu gebeurde het, zoo verhaalt de zendeling, dat de Muzelmansche heer een groot feest gaf waartoe vele vrienden genoodigd waren. Er werd goed gegeten en veel gedronken. Daarop raakten de tongen los. De een had dit, de ander dat te vertellen en eindelijk kwam 't gesprek ook op den fakir, die in de buurt woonde.

De aanzittende gasten bestonden uit Heidenen' en Mahomedanen, welke in Indië dikwijls met elkaar in onmin leven. De heidenen prezen den fakir als den wijsten man in het land, die altijd raad wist. Doch de Mahomedanen lachten daarmee, wat dwaas was. Want zij hadden zich met den fakir, dien zij verachtten, nooit ingelaten en konden dus niet over hem oordeelen. Vooral wilden zij niet gelooven wat de heidenen zeiden, dat de fakir ook het Mahomedaansch geloof zeer goed kende. Dat was, zeiden sommige gasten, onmogelijk, wijl de man een heiden was.

De gastheer begon te vreezen, dat er uit deze kleine zaak een groote twist ontstaan zou. Daarom sprak hij:

«Vrienden, waartoe langer te twisten ? Ik weet wat. Laat ons tot dien wijzen man gaan. Ik zal hem drie dingen vragen, waar ik al lang over gedacht heb. En als hij mij een goed antwoord geeft, naar uw oordeel, dan zullen we allen erkennen dat hij werkelijk wijs is."

Dat vonden alle gasten uitnemend. Zij stonden op en wandelden naar de hut van den fakir. Deze zat buiten in een omgeploegd veld en las. Doch toen het gezelschap bij hem kwam, sloeg hij de oogen op.

2> Vriend", zoo sprak de heer des huizes, »er zijn drie dingen die ik weten wilde, of liever wij allen. Zoudt gij willen beproeven ons een antwoord te geven op wat wij vragen zullen? "

De man knikte, doch sprak niet. »De eerste vraag'', zoo sprak nu de Mahomedaan, »is omtrent onzen Schepper. Wij hebben geleerd dat Hij in den hemel is en daar regeert gelijk op aarde. Maar niemand heeft Hem ooit gezien. Daarom kan ik ook niet gelooven dat Hij bestaat. Wilt gij mij eens uitleggen wie gelijk heeft? "

De fakir knikte weder. »De tweede vraag", vervolgde de ander, »betreft hem, die juist tegen God over staat, den Booze, den Satan. De Koran zegt, dat de Booze van vuur is gemaakt, maar als dat zoo is, hoe kan het helsche vuur hem dan pijn doen ? ­ Wilt gij dit ook uitleggen? "

Nogmaals antwoordde de fakir met hoofdknikken.

»Mijn derde vraag eindelijk", zei de Mahomedaan, »betreft den mensch. In den Koran lezen wij, dat elke daad van den mensch vooraf bepaald is. Maar als nu vast besloten is, dat iemand dit of dat doen moet, dan kan hij daar ook niets aan veranderen, en hoe zal God hem dan voor het kwaad kunnen veroordeelen ? Men zegt dat gij ook wijs zijt in onze heilige boeken. Nu heb ik u daaruit drie dingen voorgesteld en wacht uw antwoord. Wilt gij 't geven ? '_'

De fakir knikte nog eens, toen bukte hij zich snel, greep een kluit aarde en .... smeet die met kracht den rijken man in 't gezicht!

Met een luiden schreeuw van pijn sprong de man achteruit.

(Slot volgt).

AAN VRAGERS.

Omtrent een gedane vraag over de woorden vaderland en moederland., merken we op, dat „Vaderland" het land aanduidt waar iemand geboren is. «Moederland" kan alleen gebruikt worden van een land; dat buitenlandsche bezittingen, volkplantingen, koloniën heefti Zoo is Nederland ons Vaderland, maar van onze Oost-Indische bezittingen is het \ Moederland.

HOOGENBIKK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1889

De Heraut | 4 Pagina's