GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wat we onlangs over

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat we onlangs over

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat we onlangs over het ongeoorloofde schreven, om predication voor te lezen, wierd met een restrictie gezegd.

Er zijn namelijk personen die vlot ter tale zijn, nooit voor een volzin zitten, en die er geen hand voor verdraaien, om al was het twee uur aan één stuk over de eene of andere geestelijke materie te spreken.

Zij, die hier het vlugst, vlotst en vaardigst in zijn, behooren gemeenlijk niet onder de diepe denkers. Men weet toch uit de historie, dat juist de kundigste en talentvolste minnen er het meest tegen opzien, om zonder veel voorbereiding voor de vuist te spreken. En evenzoo is het bekend, dat de kundige mannen, die allengs deze kunst aanleerden, er niet toe kwamen dan na veel schrijvens, veel memoriseerens en lan^ worstelens. Dat soms de keel hun wierd toegenepen; en dat ze eerst allengs vrij wierden gemaakt.

Ook, dit is zoo, kan er nog een derde soort mannen zijn. Soms zijn er ook wónderwelsprekende mannen opgestaan, die als een Luther en Calvijn blijkbaar opbijzondere wijze voor de Bediening van het Woord door den Heiligen Geest waren toegerust. Niet dat ze daarom op één lijn stonden met de apostelen, tot wie de Heere gezegd had: „dat de Heilige Geest hun zeggen zou, wat ze spreken moesten." Zoo iets hebben Luther en Calvijn nooit op zichzelven toegepast, en geldt na de apostelen dan ook van niet één eenig mensch. Maar dit neemt niet weg, dat de Heilige Geest soms een talent van spreken in een zeer enkelen Dienaar heeft gelegd, waarvoor bijna geen zielkundige verklaring te vinden is.

Maar zulke mannen telde de kerk er nooit meer dan twee op een eeuw.

Daarvan is dus hier geen sprake.

En daarom geldt voor ons als regel, dat de Oetenaar, juist krachtens zijn positie als Oefenaar, gemeenlijk voor de vuist spreekt. Een Oefenaar die een soort predicatie gaat maken, toont reeds daardoor dat hij de echte oefenaar niet is. Zijn roeping strekt juist om, zonder veel diepte en zonder eigenlijke studie, vrijuit onder broederen een woord van stichting naar aanleiding van een stuk der Heilige Schrift te spreken.

Maar heel anders^staat het met den Dienst des Woords, die er op aangelegd is, om als vrucht van jarenlange studie, in veel zweet des aanschijns gebaard te worden.

Deze moet in den regel de eerste jaren altoos door het instrument van het geschreven woord gaan. En wie, alvorens hij op zijn minst vijf of zes jaren in dezen Dienst verkeerd heeft, het schrijven zijner predicatie naliet, deed aan den eisch van zijn roeping te kort, en verarmde zichzelven.

Wel is het goed zich soms ook in het voor de vuist spreken bij een meer toepasselijk deel te oefenen, mits dit deel dan ook vooraf genoegzaam ingedacht en in geestelijke saambinding met de nooden en behoeften der geloovigen voorbereid zij.

Maar regel moet zijn en blijven: Vooraf in schrift brengen, wat ge zeggen zult, en dit zóó voordragen, dat de geloovigen er niets van merken, dat het geschreven was.

Het mag dus geen dor betoog, of in zijn samenstel ingewikkeld stuk wezen, maar het moet er op aan zijn gelegd, om, van den aanvang tot den einde, op het eerste hooren terstond begrepen te kunnen worden, en deswege aldoor in den vorm van toespraak zijn gegoten.

Wat over de hoofden heengaat, is met woorden in de lucht geslagen.

Of iemand nu zo'ó duidelijk schrijft, en zóó goede oogen bezit, en zóó vlot lezen kan, dat hij, zonder memoriseeren, geheel kan doen vergeten, dat hij iets voor zich heeft, moet iemand zelf weten.

Doch in den regel is stellig memoriseeren noodzakelijk.

Eerst dit hergeeft aan de predicatie haar levendigheid. Het maakt de houding van den spreker ongedwongen en minder stijf. Het bezielt zijn gesticulatie. Het brengt buiging in zijn toon en stem.

En wat ook iets zegt: Juist dat pijnlijke memoriseeren, went aan dien rijkdom van woordenkeus en zinswending, waardoor later het goed improviseeren (dat nooit in een koud sneeuwen met vlokken vaa woorden mag ontaarden) mogelijk wordt.

Mocht er nu iemand zijn, die ten deze in gevoelen van ons verschilde, dan willen we niet geacht worden met deze woorden iemand een juk op te leggen.

Maar wel sta hier te onzer verontschuldiging dan toch bij, dat ds regel dien we aangaven niet de onze is, maar de les, die door de ervaring en de wijsheid vacn. alle kerkvaderen en predikers van eenigéh naam ons is overgeleverd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 januari 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Wat we onlangs over

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 januari 1890

De Heraut | 4 Pagina's