Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

De kerkeraad van Zwijndrecht heeft in zijne vergadering van 14 Maart besloten, naar des Heeren Woord te breken met de bandelooze Synodale organisatie van 1816 en tot de kerkenordening onzer Gereformeerde kerken van 1618 en 1619 terug te keeren.

Hij stelt de Ned. Ger. kerken hiermede in kennis en beveelt zich ten zeerste in hare liefde en voorbede aan. De Heere make ook hier, gelijk Hij aireede doet, dat velen meer en meer overtuigd worden, dat het werk der reformatie zeer noodzakelijk is. De kerkera­ t den gelieve de stukken in te zenden bij den scriba W. VLIEGENDHART.

Namens den kerkeraad:

A. KNOLL, predikant.

W. VLIEGENDHART, ouderling.

De raad der Nederduitsche Gereformeerde kerk van Vlissingen maakt bekend, dat door hem is besloten, twee malen in het jaar eene collecte te houden ten behoeve van de noodlijdende Nederduitsche Gereformeerde kerken in Nederland, en het bedrag daarven op te zenden aan de commissie voor de proceskosten te Amsterdam, die ook tot genoemd doel gelden ontvangt; en dat dus in den regel niet meer voor afzonderlijke kerken wordt gecollecteerd.

J. HuLSEBOS, praeses.

G. VAN DER PUTTE, scriba.

De raad der Nederduitsche Gereformeerde kerk van Koudekerke (Walcheren), maakt bekend, dat door hem inzake de collecten voor de noodlijdende Nederduitsche Gereformeerde kerken in Nederland een besluit is genomen overeenkomstig met dat van den raad der Nederduitsche Gereformeerde kerk van Vlissingen.

A. WiELEMAKER, pracscs.

P. BooNE, sriba.

Vergadering der gecombineerde classes Amsterdam—Hoorn—Edam, op Woensdag 12 Maart, 's morgens 9 ure.

Als praeses fungeert naar toerbeurt Dr. A. Kuyper; als scriba wordt voor deze vergadering aangewezen Ds. P. van Son.

I)e praeses opent met gebed en lezing van Psalm 99.

Van de kerken, voorzoover zij reeds tot reformatie kwamen, zijn er 15 tegenwoordig. Die van Diemen voor de eerste maal.

Afwezig met kennisgeving de kerk van Marken.

De BB. Ds. Reuijl en Guldemond onderzoeken de credentiebrieven, die voldoende worden bevonden, nadat een paar onregelmatigheden zijn verklaard. Twee kerken toch hadden een ouderling en een diaken gedeputeerd.

De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.

Men dankzegging voor zijne diensten wordt Br. J. Guldemond als actuarius gecontinueerd.

Overeenkomstig Art. 7 van de Prov. Regeling, gaat de vergadering over tot het benoemen van eenige deputaten, om gedurende eenjaar als zoodanig dienst te doen. Tot visitatoren worden verkozen de BB. Ds. P. van Son en Ds. B. van Schelven; tot het bijeenroepen van buitengewone vergaderingen worden gecontinueerd de BB. Ds. H. W. van Loon en J. Guldemond; tot het voorbereiden van classicale examina worden gecontinueerd de BB. Ds. C. A. Renier en Ds. H. W. van Loon. Tot consulenten in de vacante kerken worden aangewezen de broeders Ds. C. A. Renier, Ds. N. A. de Gaay Fortman, Ds. D. J. Karssen en Ds. H. J. Reuijl, terwijl aan Ds-P. van Son, op zijn verzoek, de kerk van Purmerend en aan Ds. B. van Schelven die van Buiksloot blijft toevertrouwd.

De consulentschappen zijn nu geregeld als volgt: voor Naarden, Bussum en Hilversum: Ds. C. A. Renier; voor Holysloot, Marken, Monnikendam en Diemen: Ds. N. A. de Gaay Fortma.n; voor Nederhorst-den-Berg, Sloterdijk en Huizen: Ds. D. J. Karssen; voor Ouderkerk en Sloten: Ds. H, J. Reuijl; voor Purmerend: Ds. P. van Son; voor Buiksloot: Ds. B. van Schelven. Ook de BB. Ds. P. van Son, Ds. H. W. van Loon en Ds. B. van Schelven worden gecontinueerd als deputaten om de reformatie te bevorderen in de kerken der classis, die nog staan onder de organisatie van 1816/52.

Aan de orde komen de mededeelingen van de consulenten en de regeling van de vacatuurbeurten. Omtrent de kerk van Ouderkerk, die tijdelijk bij de kerk van Amstelveen inwoont, wordt door Ds. Reuijl gerapporteerd, dat zij weer zelfstandig zal (^treden en dat op de volgende vergadering door haar en door de kerk van Amstelveen een plan van grensverandering zal ter tafel worden gebracht. De lijst der vacatuurbeurten, die, in het belang der kerken, reeds in den N.-H. Kerkbode werd gepubliceerd, wordt thans vastgesteld.

Een onderzoek naar de kennis van een aspiant-oefenaar omtrent de geloofsleer wordtingesteld door Ds. Karssen en naar de kennis der Heilige Schrift door Ds. de Gaay Fortman. Daarna wordt het opstel voorgedragen, " door den examinandus tijdens de vergadering óver Matth. 26 : 59—68 gemaakt.

De vergadering kon geen bevoegdheid verkenen om in de kerken dezer classes te oefenen.

Na de pauze wordt er gehandeld over de belangen der nog niet ontkomen kerken. Die van Broek in Waterland, Edam, Hoorn en Muiden komen bijzonder ter sprake.

Behandeld wordt het voorstel van de kerk van Amstelveen, luidende: De kerkeraad van Amsterdam zal op de classicale vergaderingen niet meer dan twee ouderlingen met keurstemmen zenden. Gewezen wordt op Art. 42 K. O , waarin aan al de dienaren eener kerk toegang met keurstemmen tot de vergadering der classe wordt verleend, welk recht de kerk van Amstelveen in het minst niet wil krenken, maar toch door de redactie van het voorstel wordt terzijdegesteld. Aangenomen wordt de motie: De vergadering zendt het voorstel terug met verzoek om duidelijker formuleering en zoo mogelijk toelichting.

Het tweede voorstel van - --de kerk van Amstelveen: De classicale vergaderingen zullen niet alleen te Amsterdam, maar ook in de groote gemeenten gehouden worden, waarmede eene verandering bedoeld wordt van Art. 2 al. 3 van de Prov. RegeHng, leidt tot de volgende lezing: Zoolarig de classis Amsterdam nog niet afzonderlijk vergadert, wordt, wegens de reisgelegenheid, Amsterdam als vergaderplaats aangewezen, tenzij de classis anders bepale.

Wordt besloten, dat de volgende vergadering te Amsterdam zal worden gehouden.

Bussum vraagt inlichting naar aanleiding van Art. 57 K. O., inzake het presenteeren ten Doop. Wordt opgemerkt, dat de vader daar niet tegenover de moeder, maar tegenover een vreemde wordt gesteld, dat het presenteeren niet bestaat in het ten Doop houden, maar in het aangeven tot en het beantwoorden van de vragen bij den Doop. In middelmatige dingen wordt geraden, geen inbreuk te maken op de vrijheid van een Christenmensch.

Naarden acht, dat Art. 13 K. O. de oprichting van een pensioenfonds wenschelijk maakt, en vraagt of deze vergadering daartoe de eerste stappen niet kan doen. Wordt geantwoord, dat de K. O. in Art. 13 spreekt van de verplichting, die elke kerk heeft, om de dienaars die haar gediend hebben, als zij onbekwaam worden tot oefening van hun dienst (gelijk ook hunne weduwen en weezen) te verzorgen. Niet de classes als zoodanig zijn daartoe geroepen. Mocht de kerk van Naarden in deze zaak gerijpte denkbeelden hebben, dan zal de classis gaarne van die zijde nieuwe voorstellen daaromtrent ontvangen.

Overeenkomstig het besluit van de vorige vergadering wordt de volgende vraag voor de Synode, die in Juni zal samenkomen, gesteld: Of het ook raadzaam is dat, hangende den nood der kerk, door de classes eenige broeders worden uitgenoodigd, om desgevraagd zonder stoornis van hunne ambtsbezigheden tijdelijk de vacante kerken met een stichtelijke toespraak te dienen.

De kerk van Huizen acht het noodig, dat de kerken bij het uitnoodigen van voorgangers meer letten op art. 13 van de Prov. Regeling, waarin gezegd wordt, dat de kerken het voorts zoo spoedig mogelijk daarheen leiden, dat bij de samenkomsten der gemeente bijbellezingen of oefeningen slechts gehouden worden door degenen, die hier of elders classicaal onderzocht zijn omtrent leer en leven en bekwaamheid.

Aan een broeder, die hulp vraagt bij het voortzetten zijner studiën, zal worden bericht, dat bij den tegenwoordigen nood der kerken de classis bezwaar ziet vooralsnog over te gaan tot formeering van een studiefonds.

De verzoeken om examen volgens Art. 8 K. O. en volgens Art. 13 Prov. Regeling, worden verzonden naar de deputaten tot voorbereiding van classicale examina.

Wordt besloten de predikatiën, geëischt in Art. 41 K. O., uit te stellen om de examina, die bijna op alle vergaderingen worden afgenomen.

De punten in het laatstgenoemd artikel voor iedere vergadering vastgesteld, worden behandeld.

Op de vraag: Hoe te handelen met een lid der kerk, dat ten Avondmaal wenscht te gaan, maar wiens verstandelijke vermogens zoo gering zijn, dat het niet lezen en niet geregeld antwoorden kan? wordt gezegd, dat er op den wensch gelet en daarbij onderzocht moet worden of er genoegzame bewustheid is.

De kerken worden dringend vermaand om de collecten voor de proceskosten geregeld te houden, gelijk zulks door schier allen gedaan werd, en de offers, die daardoor van haar geëischt worden, niet te beschouwen als een last, maar als een eer. Immers proceskosten zijn thans wat vroeger verbeurdverklaring en later boeten waren en behooren mede tot ons geringe lijden om 's Heeren wil.

De vergadering wordt te 4 ure door den praeses met dankgebed gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen