GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nog altoos is

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog altoos is

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog altoos is er een breede schare van Gereformeerde mannen en vrouwen, die niet inzien, hoe ze hun Jezus bedroeven en de eere van zijn Koningschap gering achten, door te blijven leven onder de Synoda, lc organisatie.

Zelfs bezitten deze achtergebleven Gereformeerden nog altoos zekere leiders en tolken, wier droeve taak en roeping het is, naar pijnstillende middelen voor de conscientie om te zien, en drogreden op drogreden te stapelen, teneinde zwart wit te praten.

Gevoelende dat ze bij de Doleantie hoorden, hebben deze mannen, die om allerlei bijreden weigerden met deze actie mee te gaan, zich toen met handen en voeten tegen de Doleantie verweerd, haar gekrabd ia het aangezicht, en uit verborgene plaatsen giftige pijlen op haar afgeschoten.

Toch heeft ook de Heraut zich bereid verklaard, hierin te berusten, mits op ééne voorwaarde, t. w. dat deze groep, onder de leiding dezer mannen, dan nu op haar wijs anders en beter doen mocht, wat ze in ons als „verkeerd aangepakt" en „verkeerd geleid" wraakte.

En metterdaad scheen het aanvankelijk, alsof ten minste een enkele dezer mannen nog den moed zou bezitten, om het Gereformeerde hart der kerk tegen de rationalistische banden te laten reageeren, en zulk een krachtige actie op touw te zetten, dat de Synode er mee rekenen moest.

Wel konden we ons kwalijlj voorstellen, waarin deze actie zou moeten bestaan, en hoe deze vernieuwde aanval zou moeten worden aangelegd; maar dit was hun zaak. Scherp als ze in hun critisk op ons doen waren, rustte op hen, en niet op ons, de verplichting, om deze nieuwe paden te ontsluiten.

Wat de nu overleden Dr. Van Ronkel in dit opzicht beproefde, is bekend. Man van het woord, beeldde hij zich in, dat een paar geharnaste brochures, vooral zoo er drie puntjes in voorkwamen, naar omhoog en naar omlaag wel indruk zouden maken; maar even spoedig moest hij ervaren, dat zoodra het publiek merkt: „er wordt toch niet geschoten", niemand voor het dreigen met los kruit uit den weg gaat.

Zijn brochure was dan ook even spoedig vergeten als verschenen ; en toen de damp van het losse-kruitschot was opgetrokken, herinnerde nauwelijks ie; nand zich meer, dat er even een knal gehoord was.

Toen wierp men zich op de Confessioneele Vereeniging, en stelde zich een oogenblik voor, dat deze vernagelde batterij, in geval van nood, nog dienst zou kunnen doen. Doch ook dit bleek alras op niets dan pijnlijke teleurstelHn: j uit te loopen. Immers hoe goed en uitnemend deze Vereeniging ook zijn moge, om eenig geld saam te brengen, en voor dat geld eenige oefenaars uit te zenden naar plaatsen waar niets is, — voor een actie tegen de Synode bleek deze Vereeniging sinds lang te eenen male onbekwaam. Een Vereeniging die dertig jaren lang niets doet op kerkrechtelijk terrein, dan groote woorden spreken en brommende protestbrieven schrijven, heeft het zichzelve te wijten, dat ten slotte niemand ter wereld van die „expectoratiën" nog de minste notitie neemt.

Daarna wierd op de Classicale vergaderingen nog een balletje opgeworpen, maar ook dat ging niet.

De schrik voor een schorsings-of afzettingsbul zit er bij de leden van deze vergaderingen zoo diep in, dat ze althans op de Classis zelve, als de Egyptische drijvers van het Classicaal bestuur met den hamer in de hand er bij zitten, geen woord meer kikken durven; althans geen woord waar een wil tot verzet achter zou zitten, er bij uit moet komen.

Men zou wel willen.

Men vindt zijn positie wel alleronaangenaamst en ondraaglijk, maar men durft niet.

De vroegere trouwe wachters op Sions muren kruipen weg in hun schildwachtshuisje, zoodra er een Synodaal heerschap voorbij gaat,

Calvijn sprak eens van honden die niet meer blaffen kunnen. En het krachtig aanslaan van den trouwen wachthond hoort men thans onder deze mannen nooit meer.

Schoot dus alleen nog over een jaarlijksch voorstel tot reorganisatie aan de Haagsche Synode.

Dat gaf wel niet veel. Maar toch altoos nog iets. Althans een enkelen klank in de drukkende, benauwende stilte. Iets om de beklemdheid van het hart af te wentelen.

Doch ook daarmee kwam men van een kwade markt thuis, want grenzeloos was de laatdunkende minachting, waarmee de Haagsche Synode al zulk soort voorstellen van de hand wees en ter zijde legde.

Men vernederde, verlaagde en beschaamde door al zulke voorstellen zich zelven.

door al zulke voorstellen zich zelven. De meer bekende mannen zijn dan ook ditmaal met zulke voorstellen stil thuis gebleven, en alleen een vergeten broeder van de Veluwe, heeft voor één enkel punt (in zake tucht) zich nog eens op dit gladde ijs gewaagd; maar om dan ook met de kous op den kop thuis te komen.

In een zeer deftig rapport toch hebben de Haagsche heeren dit goed bedoelde voorstel jammerlijk geridiculiseerd, gewogen en te licht bevonden, en den goedmoedigen opsteller ervan wierd te verstaan gegeven, dat hij er eigenlijk niets van wist en wijs zou doen, met zich voortaan van al zulke gewaagde sprongen te onthouden,

Eu zoo wordt dan nu de kerkkof-x\x^\.z in de Synodale organisatie steeds meer volkomen.

Geen kind schreeuwt, geen hond blaft, geen ekster in den boom zelfs piept of krast meer.

Men kan nu al rustig voortslapen, zonder vreeze van in zijn slaap gestoord te worden.

En het kenmerkende van deze laatst gehouden Haagsche Synode is dan ook wel, dat de begrafenis der Gereformeerden in de Synodale organisatie er zoo plechtig gevierd is.

Voor het eerst na lange jaren, kon de Synode weer weken lang vergaderen, zonder ook maar één oogenblik herinnerd te worden aan het bestaan van een Gereformeerd element in haar organisatie.

Van die „lastige en ongezeggelijke" betweters vernam men voor het eerst niets meer.

Hun zedelijke dood in het Genootschap kon worden geconstateerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Nog altoos is

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1890

De Heraut | 4 Pagina's