GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van onderscheidene kanten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van onderscheidene kanten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van onderscheidene kanten klaagt men over de ongelijkmatige verdeeling van de in Nederland beschikbare predikanten over de onderscheidene deelen des lands.

En die klacht is alleszins gegrond.

Soms vindt ge in een betrekkelijk niet zoo groot dorp drie a vier predikanten, die elk in een eigen kerkgebouw prediken; 'en dan weer vindt ge drie, vier, soms acht dorpen in een zelfden ring, waar niet één enkel predikant woont.

Maar hoe gegrond die klacht ook zij, toch mag ook hier gevraagd: „Aan wie de schuld? "

„Och, dat ge koud of heet waart, " dus luidde het woord van den Christus tot de Laodicea-\izxV^ "s, „ziet, omdat ge noch koud noch heet zijt, zal ik u uit mijnen mond uitspuwen."

En als men nu ook ten onzent met deze eindeloos vacante kerken van naderbij kennis maakt, dan vindt men maar al te dikwijls, hoe ook daar Laodicea haar tente heefc opgeslagen.

Men heeft er zich geërgerd voor vijftig jaren, toen het gerucht van de Afscheiding door het land ging. Zoo'n dolzinnigheid, om tegen de kerkelijke overheid in verzet te komen, en de kerk der vaderen te verlaten ! Van die Gescheidenen moesten ze niets hebben. En toen vijftig jaar later de Doleantie uitbrak, kwam in deze voldane lieden weer hetzelfde gevoel van zelfgenoegzaamheid op. „Neen, aan zoo iets deed men in hun dorp gelukkig niet mee. Dat liet men over voor broeinesten van dweperij en onverdraagzaamheid. Zij, in hun dorp, waren lieden des vredes!"

En zeker, als men de zeer diepe ellende kent, die in meer dan één dorp het gevolg der kerkelijke agitatie was, zou men bijna onder de bekoring komen van dezen landelijken vrede en Vondels Leeuwendalers nog eens opslaan.

Miar als men dieper ziet, en nog eens ernstig aan dit ontzettende woord van Laodicea denkt, houdt die bekoring toch op haar kracht op ons te oefenen, en beseffen we, dat wel deze kerkelijke tweespalt allerellendigst is, maar dat er toch een nog dieper ellende over een dorp kan komen, als er een reuice gaat heerschen als van het

En toch aan dat droeve punt is men in ta van deze aldoor vacante dorpen maar

te na toe. In die dorpen, waar men thans drie en meer predikanten vindt, heeft zeer zeker dat verbloemen we niet, kerkelijke jaloe! zie gewerkt en de tweespalt doet veelszim kwaad, maar er was in deze dorpen da^ toch ten minste kerkelijk leven. Menheeli er voor zijn religie wat over gehad. Me» heeft niet gesluimerd en geslapen, maai voor zijn religie gestreden en geleden. Hö was er niet de dood in den pot.

Er was aas in deze dorpen. En daarom vergaderden er zich de arenden,

vergaderden er zich de arenden, En dat nu die andere dorpen gehee herderloos zijn, en gedurig en telkens wee vacant zijn, is zeker niet zooals het zijt moet, maar toch voor een groot gedeeltj gevolg van eigen schld.

Men zonk in en sliep in. Er wierd een leven van kerkelijke schimmen geleid. Htt leven ontbrak er. En daarom gaat men deze dorpen voorbij.

Anders staat het daarentegen met die dorpen, waar men wel terdege opwaakte en op alle manier zijn belangstelling in liet kerkelijk leven toonde, maar vacant blijl omdat er vooralsnog geen geschikte predi' kanten te vinden zijn.

Vooral een groot deel der Doleerendf kerken lijdt hieronder.

Een tweehonderdtal van deze kerken zij nog vacant, en zelfs in grootere stedtj moet men zich met nog een veel te klei aantal predikanten behelpen. Zes predikat ten voor Amsterdam, vier voor Rotterdan twee voor Utrecht, één voor Arnhem ongerijmd.

Doch wat hieraan te doen?

Toen de kerk voor nu achttien eeuw? pas de wereld inging, had men te worstt len met hetzelfde euvel. Er stonden get candidaten gereed. Toen Europa tot dj Christus bekeerd wierd, deed zich in al landen benoorden de Alpen hetzelfde gi brek gevoelen. En tijdens de Reformati der i6e eeuw stuitte men in niet mindi mate op deze pijnlijke moeilijkheid. Ja zei toen de tweede Reformatie in 1834 begci had men jarenlang nogmaals met hetzelli kwaad te worstelen.

Dat komt dan later wel terecht. Reei omstreeks 1600 zijn onze meeste kerk< van leeraren voorzien, en de Christ. Ger(| kerken tobben nu reeds, vijftig jaar nahaJ optreden, zoo weinig met vacaturen, dat! ons nog eenige leeraren konden afstaai iets wat niet genoeg op prijs kan woidi gesteld. En zoo zal men ook bij deDolo renden zien, dat na niet zoo lange jars alle plaatsen onder hen behoorlijk bea zijn en de goede dagen zullen aanbreke waarin lang niet elk candidaat maar zi dadelijk geplaatst wordt; iets wat stel! verkeerd werkt.

Doch imiddels is de toestand voor len van deze kerken pijnlijk. Zonder eigen leeraar is men kerkelijk niet mo dig. De Dienst des Woords en der Saci menten is in ons kerkelijk leven hoofd zaak. En een enkele beurt van een predila buiten af, en dan een leesbeurt, ja, h geeft wel iets, maar het is toch het wa niet. En dan eerst voelt een dorpskei zich op haar gemak en in haar eigenlij doen, als ze een vasten prediker bei die in haar midden woont en haar voo gaat.

Het is dan ook volkomen begrijpeüj dat men steeds luider in onze vacan! kerken gaat klagen; en dat men in pte sen, waar een eigen leeraar is, er eva eens over klaagt, dat de vacante gemeenti zooveel van zijn tijd rooven.

Zeer terecht heeft men daarom ook il gezien, dat het onder zulke exceptionei omstandigheden goed was, zijn toevlud ook tot buitengewone middelen te nema

Buitengewone, middelen, zooals het aas stellen van Dienaren des Woords volgfl Art. VIII; het laten optreden van oefenaai die op eenigszins vasten voet aan den' raad verbonden waren; het beroepen vi predikanten uit de Christ. Geref. kerla of van andere vrije kerken; het tijdeli combineeren van een kerk met een nagi buurde kerk, enz. Ei al mag het gevJ niet voorbijgezien, dat altoos van deze excep tioneele middelen onafscheidelijk is, toch too( het voorbeeld onzer vaderen, en het vooi beeld ook der Christ. Geref. kerken, een, ongewone hulpe vaak beter is dan l'^' hulpe, en dat al te puristisch zijn ten de op den dood van menige plaatselijke ka uitloopt.

Immers zonder buitengewonehulpekoii men er niet. Zoolang toch het getal Dolei rende kerken per jaar met twintig toeneeJ en de Vrije Universiteit niet meer dan tit candidaten heeft aan te bieden, wordt verhouding, ook zoo men ziekte en steri van predikanten buiten rekening laat, ti schen de voorziene en vacante plaatst steeds ongunstiger.

Het ontbreekt ons dus waarlijk niet een oog en een hart voor de schaduwzijd die door het gemis aan predikanten, op hö het kerkelijk leven der Doleantie voorali nog rust.

Maar juist daarom meenen we dan 01 de vraag te mogen stellen, of men in onderscheidene kerken en classes wel dd wat de hand vindt om te doen, om deü nood af te wenden.

Hoevele kerken zijn er niet, w; nog aan geen bijeenbrengen van een b hoorlijk traktement gedacht is, en waai^m geen woning voor den te roepen predik in gereedheid is gebracht.

En ook, hoevele kerken en classes z'! er niet nog, die voor de opleiding van aai staande dienaren, o, zoo weinig, ofmisscM niets doen.

Hoe gemakkelijk kon niet elke classes jaar aan één jongman van goeden aanleg middelen verschafïen om de studie te b ginhen ot voort te zetten. Ook in de dag

der Reformatie hielden de classes zich telkens met dit netelig onderwerp onledig.

Reeds op die wijs konden zonder veel inspanning een vijftiental candidaten'sjaars meer gereed komen, en kon eerlang het grooter aantal dezer kerken voorzien zijn. Met vijf en twintig candidaten per jaar was men in betrekkelijk korten tijd waar men wezen moest.

Thans is dit alles nog veel te veel aan J particulier initiatief overgelaten. Particulieren ondersteunen het studiefonds voor Zetten. d Van particulieren aard is het Gymnasium i te Amsterdam in zijn hulpe. Particulier is t het studiefonds aan de Vrije Universiteit. En nu onderschatten we dit particulier initiatief wel niet, en loven veeleer den ijver en de bercidvaardigheid, die zich op dit terrein openbaarde. Maar toch zoo de ker­ k kelijke organisatie ook ten deze werken ging, zou men veel schooner resultaten zien.

Men bedenke toch wel, dat vacante plaatsen tegenwoordig voor den dienst des Woords stellig / 600 'sjaars minder betalen, dan ze anders doen zouden. Stel nu eens dat deze kerken de helft van deze som, d. i. f 300 'sjaars, voor de voorziening in den dienst des Woords afzonderden, en dat honderd van de tweehonderd vacante kerken hier aan meededen, dan gave dit weer een jaarlijksch bedrag van/30.000, waarvoor allicht vijf en tv/intig gymnasiasten en vijf en twintig studenten studeeren konden.

Er schuilt hier dus een fout.

Eenerzijds is er een te stetkpurisme, dat niet genoeg gebruik wil maken van de exceptioneele middelen voor den exceptioneelen nood. En aan den anderen kant steken de kerken te weinig de handen uit de mouwen, om in den bestaanden nood te voorzien.

Beide nu vinden hun grond in een tekort aan ernst, waarmee men in dezen nood inleeft.

Men klaagt wel; men v/ilde het wel anders; en men roept wel om beteredingen; maar het hartelijk zuchten en roepen tot den Heere onzen God, en de uit zulk een gebed vanzelf geboren ijver, om een beteren toestand voor te bereiden, ontbreekt zeer zeker niet geheel, maar toch nog in veel te sterke mate, om ook de vacante kerken niet de hand in eigen boezem te doen steken, met de vraag: Wat deed ook onze kerk, om in dezen nood van Gods kerken te voorzien ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Van onderscheidene kanten

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's