GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Aanstaanden Maandag keert

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanstaanden Maandag keert

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 17 Oct. 1890.

Aanstaanden Maandag keert de stichtingsdag der Vrije Universiteit terug, en zal niet enkel te Amsterdam, maar ook elders in den lande de beteekenis dezer stichting herdacht worden.

Te Amsterdam zal de aftredende Rector, Mr, D. P. D. Fabius, het rectoraat, na het houden eener redevoering, overdragen aan Prof. Dr. J. Woltjer; en zal door de goede zorgen van het Locaal Comité, in verband met deze gedachtenisviering eene ure des gebeds gehouden worden, onder leiding van Ds. K. Fernhout en Dr. G. van Goor.

Het zal nu voor de tiende maal zijn, dat men na de stichting dezer Universiteit op den dag dier stichting saamkomt, om te danken voor wat ons in haar geschonken werd en te bidden voor haar toekomst.

En al geschiedt dit thans onder minder prikkelende verhoudingen dan een paar jaar geleden, toch blijft nog altoos voor zeer | velen in den lande de Vrije Univeriteit een steen des aanstoots en voor niet weinigen een banier der hope.

Op één vraag echter is met opzicht tot deze stichting reeds nu van lieverlee een volkomen duidelijk antwoord gekomen. Scheen het een tijdlang, dat wellicht geheel de Christelijke ctie in den lande, voorzoover ze op Proestantsch terrein openbaar werd, en haar ereformeerden oorsprong nog niet verloohend had, allengs deze Universiteit steunen n weerkeerig aan haar steun ontleenen zou, hans reeds is het uitgemaakt, dat dit niet oo zal zijn.

Alleen de besliste Calvinisten sluiten zich bij deze stichting aan, en alle overige Christenen in den lande, onverschillig of ze Methodisten, Ethischen of Irenischen zijn, kiezen partij voor de rationalistische Staatsuniversiteiten tegenover haar.

Dit nu maakt de verhouding voor het oogenblik minder gespannen. Nu alle rationalisten met alle niet-Calvinistische Christenen in bond tegen deze kleine Universiteit overstaan, en de Overheid nog altoos mild genoeg is, om aan deze heeren op 's lands kosten den financieelen strijd tegen ons zoo gemakkelijk te maken, achten ze niets van ons te duchten te hebben, en zien ze zeer laatdunkend en met een spotlach om de lippen op ons, aemechtige Calvinisten, neder.

Nu, dit dragen we, dit zullen we dulden; en we zijn ten volle bereid de hitte dïs daags te dragen, door dubbel te arbeiden en vierdubbel te betalen, indien maar in een volgend geslacht de vrucht mag geplukt worden van hetgeen thans met zooveel moeite en inspanning gezaaid wordt.

De belijders van den Christus, die thans in de tente der Rationalisten zijn ingetogen, zullen het dan te laat bespeuren, hoe al de vrucht van hun arbeid ongemerkt in den stroom van het moderne leven is weggevloeid, en hoe welhaast de tijd komt, dat er van de vroegere scherpe tegenstelling tusschen Modernen en Orthodoxen niets meer bij hen valt te ontwaren.

Dan zullen zij machteloos staan; ze zullen hun positie verspeeld, hun belijdenis verloren hebben en op wetenschappelijk terrein nimmer hebben erlangd, wat ze zoo vurig begeerden.

De Calvinisten daarentegen, die den moed hebben gehad, om beslist met het rationalisme te breken; alle voordeel van het publieke leven er aan te geven; en zich in eigen tente terug te trekken, zullen dan almeer openbaar worden als een welgesloten en welgewapende groep, die vertrouwen en invloed bezit bij al wie den Christus naar de Schrifc nog liefheeft, en die in staat is om haar kloek gekozen positie dapper en met eere te verdedigen.

Dat nu de Vrije Universiteit niet sneller groeit, is juist voor ons Calvinisten een eluk.

Stel toch eens, dat tal van kundige broederen, maar die in de beginselen verzwakt waren, zich met aandrang bij ons hadden aanemeld, natuurlijk dan zou men hen niet ebben kunnen afwijzen; dan zou al spoeig het getal onzer hoogleeraren verdubbeid zijn; en zouden we in omvang en voor het oog der wereld, o, zooveel hebben gewonnen.

Maar juist die winste zou het zeer ernstig qevaar met zich hebben gebracht, dat alle deze geesten weer een eigen gedachte en eigen streven hadden meegebracht, en dat de eindelooze verwarring, waaraan de mannen van den Réveil een tijdlang ter prooi waren, op het erf der Vrije Universiteit ware overgebracht.

En dat ware eerst recht haar ondergang geweest.

^ Niets toch verleent aan de Vrije Universiteiten zoozeer kracht en sterkte voor de toekomst, als het feit, dat ze heel het land door uit één beginsel leeft, en liever scheidt van haar beste vrienden, dan dat ze ooit van dat beginsel zou afgaan.

Juist echter in verband hiermee moet haar groei dan ook wel langzaam zijn; en eigenlijk kan de grootere uitbreiding van onze school in de onderscheidene faculteiten dan eerst komen, zoo er uit de eigen kweekelingen der Universiteit jonge mannen opstaan, die blijken de vonk van het genie in de ziel te dragen, met kalmen ernst uit den hooge te zijn aangegord, en die daardoor de van God geroepen mannen blijken te zijji, om de eere zijns Naams ook op het gebied der wetenschap uit te dragen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Aanstaanden Maandag keert

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's