GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In verband met de brieven,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In verband met de brieven,

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In verband met de brieven, die we een vorig maal mededeelden als aan Ds. Felix geschreven, en ten deele door hem beantwoord, zij ons nog een vraag veroorloofd, waarop onze „oude vriend", gelijk Thorbecke zeggen zo-i, en nog altoos onze broeder in Ctiristus, gelijk wij er aan toevoegen, ons misschien, zoo het hem gelegen komt, een antwoord zal geven.

Waarbij ons dit antwoord geeft, is ons tot op zekere hoogte onverschillig. Toch willen we wel zeggen, dat we zijn antwoord liefst in afsonderlijk vlugschrift zagen verschijnen.

Onzerzijds is, gelijk Ds. Felix dan ook zelf niet verzuimde op te merken, het door hem ingenomen standpunt steeds beoordeeld naar zijn eigen verleden.

Ds. Felix staat voor ons volstrekt niet op één lijn met die vele Gereformeerden die, om het nu maar kort aan te duiden, op de lijn van de „Vrienden der Waarheid" liepen, stoom opzett'en dat de ketel bijna springen moest, en toen het op handelen aankwam, zich laffjlijk terugtrokken, met de Synode heulen gingen, en hun eigen verleden onteerden.

Een man van dat stempel is Ds, Felix nooit geweest. Hij was niet van de»Vrienden der Waarheid"; stond veeleer altoos vrij scherp tegen hen over; en was wat men noemde confessioneel. De algemeene en bijzondere verzoening teekende dit verschil van standpunt dogmatisch.

Dat nu dit confessioneele standpunt zwak en o. i. onhoudbaar was, is steeds door ons beweerd, en thans vooral op schreiend droeve wijze gebleken. Er zit geen verweer, er zit geen pit, er zit geen beginsel in. Het hinkt op twee gedachten en kan daardoor nooit één enkele gedachte uitwerken. Verder dan wat evangelisatie en protesten heeft de kring dezer mannen het daardoor nooit gebracht en zal die het nooit brengen. Noch dogmatisch noch kerkrechtelijk staat deze groep vast 'm haar schoenen.

Maar dit doet er in castt niet toe, We gaan nu uit van het feit, dat Ds, Felix op dit standpunt zich geplaatst had; meer nog, dat hij er de eminente tolk van was geweest; en beweerden op dien grond steeds en houden nog staande, dat Ds, Felix niet van karakterloosheid mag beschuldigd, zoo hij op dit standpunt bleef staan.

Men versta dit wel.

We zeggen hierm.eê volstrekt niet, dat Ds. Felix vrij voor den Heere uitgaat door te doen wat hij thans doet. Dat zij verre.

Immers ook hem is bekend, dat de Synodale macht van 1890 geheel anders voor hem staat dan vóór 1886, Thans staat ze voor hem als de vervolgster van zijn broederen; en als een kerkelijk macht, die niet meer aarzelde, maar wier ongerechtigheid gevonden Is.

Uit dien hoofde beweren we, dat de, lijdelijke berusting van Ds. Felix, en het keeren van zijn zwaard tegen de Doleerenden in stede van tegen de Synodalen, in strijd met zijn verleden, in strijd met zijn eigen protesten, en in strijd met den eisch zijner conscientie is, zoo dikwijls op die conscientie het licht valt van Gods Woord.

Slechts dit willen we uitspreken: dat aan Ds. Felix de eisch niet kan gesteld: »Gij moet met de Doleantie medegaan; " maar alleen deze andere: „Gij moet thans van uit uw eigen standpunt tiw lijn tegen de Synodale organisatie doortrekken."

Doch ter zake.

We hebben na dsze korte inleiding aan Ds. Felix een pertinente vraag voor te leggen.

Hij heeft in 1886 eene verklaring afgelegd, (en deze verklaiing nu onlangs herhaald) die .strekte, om het bedrijf van het Classicaal bestuur van Amsterdam in zake de schorsing en wat daarop gevolgd is, als onwettig en zelfs informeel, af te keuren en te vercordeelen.

Hiervoor danken we hem.

Doch naar aanleiding hiervan zij ons dan nu de dubbele vraag veroorloofd: Ten eerste : Oordeelt Ds. Felix dat de kerkeraad van Amsterdam aan de 200 moderne jongelieden, op last van de Synode, den toegang tot het heilig Avondmaal had mogen verkenen ? En ten tweede: Toen de geschorsten dan nu, ten gevolge van allerlei onwettige bestuursdaden, afgezet en ontzet waren, wat hadden ze toen z, i, moeten doen?

Eerst als D? . Felix op deze beide pertinente-vragen een pertinent antwoord zal gegeven hebben, zal er licht opgaan over zijn tegenwoordige houding.

Want wel weten we, dat beide deze vragen lastige vragen zijn.

Maar Ds. Felix is toch verplicht, eer hij ons gedrag veroordeelt, zich af te vragen : hoe zou ik gehandeld hebben, zoo ik in het geval der geschorsten geweest ware?

Vindt hij dan-een antwoord, dat tot een andere gedragslijn zou geleid hebben, dan zeer zeker hebben wij hiermede te rekenen.

Maar ook, zou hij dan, alle kronkelwegen voor een man van eer gesloten zijnde, zdfgeen anderen uitweg gevonden hebben, dan dien wij insloegen, dan gaat het toch niet aan dat hij ons veroordeelt; maar oordeelt veeleer ons lot hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's

In verband met de brieven,

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 oktober 1890

De Heraut | 4 Pagina's