GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In het Synodaal genootschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het Synodaal genootschap

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 14 Nov. 1890,

In het Synodaal genootschap heeft bij de leden van dat genootschap in de Nijmeegsche, Sneeksche en Haarlemsche atdeeling een stemming plaats gehad voor de verkiezing van kerkelijke waardigheidsbekleeders, en deze stemming heeft tot de uitkomst geleid, dat de dusgenaamde „Orthodoxen" van alle gading ge-lagen zijn, en de Modernen het pleit wonnen. Hierin ligt niets bevreemdends.

Te Amsterdam, te Rotterdam, in Den Haag, en schier ia alle plaatsen van eenige beteekenis zou men aanstond.s dezelfde uitkomst verkrijgen, indien de ongeloovige elementen goed vonden aan de stemming deel te nemen.

Hier, te Amsterdam b. v. rekent het Synodaal genootschap, dat het uit ruim 160, 000 leden bestaat. Van deze 160, 000 echter nemen aan het kerkelijk leven nooit meer dan een 20, 000 deel, en de overige ' 140, 000 laten óf nooit iets van zich hooren, óf komen eerst uit hun hoek, als er gedoopt, getrouwd of bedeeld moet worden.

Gevolg hiervan is, dat bij stemmingen i voor de kerkelijke waardigheidsbeklee-' ders stellig konden opkomen 30, 000 stemgerechtigden, en dat toch bijna nooit meer dan één tiende hunner aan de stembus verschijnt ; gevolg waarvan is dat de verkozen personen zelden met hooger stemmental dan van 1600 a 1700 uit de stembus komen.

De eenigen die van de overzij nog aan de stemming deelnemen, zijn de volgelingen van de HH. Berlage, Ternooy Apèl en Laurillard, die dan saam een 1000 stemmen uitbrengen. Weet men nu dat op 10, 000 zielen ongeveer 5000 mannen en Sooo vrouwen zijn, en dat van deze 5000 mannen ongeveer de helft het 203te jaar achter zich heeft, dan kan men narekenen, hoe deze 1600 stemmen van orthodoxe en deze 1000 stemmen van moderne zijde, saam nog geen 3000, niet veel meer dan 15000 zielen vertegenwoordigen; iets wat met de tijdelijke thuisblijvers wegens ziekte of afwezigheid vermeerderd, en nogmaals met vier vermenigvuldigd, den kring die kerkelijk meeleeft niet boven de 20.000 brengt.

Bovendien is dit cijfer ook op andere manier waarschijnlijk te maken.

Gelijk men weet is de kring der Doleerenden te Amsterdam, voorzoover het personen geldt, die zich met name aangaven als de Reformatie van het Instituut goedkeurende, ongeveer 20.000.

Nu wordt er én bij de Genootschapslieden én bij de Doleerenden elke maand gecollecteerd voor het Christelijk onderwijs. Hierbij mocht nu verwacht dat de Genootschapslieden voorzoover zij dit Christelijk onderwijs van harte steunen, maandelijks veel grooter som zouden saambrengen, dan de Doleerenden.

Om twee redenen. Vooreerst, omdat de Doleerenden, op enkele f.imiliëa ha, meest tot de kleine burgerij en den werkmansstand behooren; en ten andere, omdat de Doleerenden voor kerkbouw, kerkdienst, traktement en diaconie toch reeds zooveel hadden op te brengen; terwijl omgekeerd tot de Synodale lieden de rijkste millionairs van Amsterdam behooren, en zij voor de kerk zoogoed als niets hebben te offiren.

Desniettemin leerde de uitkomst dat de collecte voor het Christelijk onderwijs bij de Doleerenden meest pi. m. / 900 per maand bedroeg, terwijl door de Genootschap.sUeden dikwijls nog geen / 700 wierd saamgebracht.

Ook dit toont derhalve dat de kring van Amsterdams burgerij die onder het Synodale régime kerkelijk meeleeft, althans niet grooter kan zijn dan de kring der Doleerenden; en voor zijn orthodox deel stellig nó^ kleiner is.

Doch hieruit volgt dan ook, dat er te Amsterdam een bevolking van p. m. 150, 00c dusgenaamde Protestanten overblijft, die kerkelijk niets is, geboren wordt en sterfc zonder onder het Evangelie te komen, en voortleeft zonder zich om de kerk van Christus in iets meer dan oppervlakkigen zin te bekommeren.

Stel dus, dat deze massa het eens in den zin kreeg, om, uit welke beweegreden dan ook, aan dat kerkelijk leven deel te gaan nemen, dan is het wiskunstig zeker, dat de ongeloovigen in het Synodaal genootschap niet alleen de overwinning zouden behalen, maar de orthodoxen geheel zouden verpletteren.

De orthodoxen, in het Genootschap zouden ruim 3000 stemmen kunnen halen en de ongeloovigen van alle gading konden er minstens 20000 tegenover stellen.

Niemand wijte dus wat te Haarlem en elders gebeurd is aan de Doleantie.

Met of zonder Doleantie, hebben de ongeloovigen in de Genootschapskerk sinds 30 jaren verreweg de overhand. En al wilden de Christ. Geref. en de Doleerenden, zich met de orthodoxen in het Genootschap als één man tegen de ongeloovigen stellen, toch zou er geen denken aan zijn, dat zij ze versloegen, zoodra ze hun macht wilden toonen en gebriiiken.

En dit nu maakt juist den antichristelijken en leugenachtigen toestand van het Synodaal régime zoo schitterend openbaar. Want, ja in tal van plaatsen heerscht de orthodoxie er nog, maar slechts bij de gratie van de onverschilligheid der Godloochenaars, en tot den ontzettenden prijs dat ze deze Godloochenaars in hun „Christelijke kerk" dalden en eeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's

In het Synodaal genootschap

Bekijk de hele uitgave van zondag 16 november 1890

De Heraut | 4 Pagina's