GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Tijaudscbap der wijzen.

I.

Uit de reeks artikelen die we pas sloten, is gebleken hoe de strijd tegen het Christendom in den laatsten tijd gansch nieuwe en veelbeteekendc vormen aanneemt, en tevens dat de dwaling weder, naarmate de afval van God en zijn Woord toeneemt, zich verheft.

We vonden pas ditzelfde gevoelen uitgedrukt in buitenlandsche schriften, die zich met deze dingen onledig houden. Ook zij wijzen op de nieuwe krachtsverheffing van het Mahomedanisme en tevens op het pas door ons beschreven voortdringen van het Boeddhisme, dat zij terecht als »esoterisch" kenmerken, als geen Za ligmaker kennende. Dat juist maakt het bij de ongeloovige wereld gewild.

Er is en wordt in de laatste tijden echter nog een andere macht tegen het Christendom en de prediking des Evangel; ^s aan alle volken overgesteld, een macht die steeds groeit en, al te weinig bekend, aan de Christelijke wereld, toch de pogingen tot kerstening der heidenvolken verlamt en meer en meer zal verhinderen. We bedoelen de heidensche pers.

Niet weinigen, ook onder hen die toch het zendingsbevel onzes Heeren Christus wel degelijk behartigen, zijn zich zelfs van het bestaan dezer macht bewust. Daarbij komt — wat Nederland betreft — dat in onze overzeesche bezittingen, om redenen thans niet te ontwikkelen, deze macht nog van uiterst kleine beteekenis bleef. Doch elders is 't reeds gansch anders, een feit waarmee vooral dient gerekent, wijl het ook in zoo krachtigen zin de Mahomedaansche wereld geldt, en deze eigenlijk één saamhangend, solidair geheel vormt.

Gelijk ieder weet is in deze eeuw het gebied der pers, dat waar gelezen wordt, ontzaggelijk uitgebreid, meer wellicht dan in drie eeuwen die vooraf gingen en stellig veel meer dan in de vijf nog vroegere.

De vooruitgang der Zending, der wetenschap der onderzoekingen, der uitvindingen, der ontdekkingen, alles heeft hiertoe meegewerkt. We behoeven er niet over uit te weiden Dat de geheele vertaling van het Engelsche Nieuwe Testament als we ons niet bedriegen onlangs werd overgeseind, en nog lang niet één nr. van zeker New-Yorksch blad vulde — zegt reeds genoeg.

Nu zijn de streken welke in deze eeuw in aanraking met, onder het gezag of den invloed der beschaafde wereld meer en meer werden gebracht, goeddeels door niet-Christenen bevolkt. Men denke slechts aan Hindostan, O.-Indië, China en Japan.

In deze rijken nu ontwikkelt zich, hier langzamer daar sneller, naarmate de ontwikkeling, de werkzaamheid der pers. Er verschijnen de een na den ander inlandsche bladen, geschriften en boeken. Er ontstaat een lezende bevolking, een voor welke lezen behoefte wordt en daarmee is dan de invloed en de macht der pers verzekerd. Het is een feit, waarmee de Zending overal moet rekenen, dat onder de Hindoes en de Mahomedanen in Bengalen het aantal lezers elk jaar met minstens ruim één millioen ('t getal is eigenlijk veel grooter) klimt. Wat dit voor de ontwikkeling des volks getuigt, behoeft geen betoog.

Gelijk bij alle ware beschaving is ook hier het Christendom, de Zending de baanbreker en wegbereider-geweest. Vóórdat de Bijbel in hun taal was overgezet, kon nauwelijks één op de dertig personen in Bengalen lezen.

Nog in 't begin dezer eeuw had dit uitgestrekt gewest met zijn vele muloenen, geen eigen letterkunde; althans niet wat proza betreft Nu vermeerdert _ het aantal geschriften met den dag.

En evenzoo is het gegaan in alle heidensche en Mahomedaansche streken, waar het Christendom ingang vond. Het schiep om zoo te zeggen, taal-en letterkunde, en opende ook in stoffelijken zin een nieuwe wereld voor geheele volken, hen ontwikkelend in elk opzicht.

Het zou te ver voeren, dat wat het eigenlijk heidendom^ betreft verder aan te toonen. Slechts zij nog in 't voorbijgaan gewezen op de Moslemsche wereld als ook voor ons van zoo groot rechtstreeksch belang.

Om te toonen hoe verlevendigend en ontwikkelend ook in deze wereld, anders zoo vol doodsche berusting en kalmte tot ontwikkeling en kennis gewrocht heeft, gaan we niet naar Lucknow of Delhi in Indië, waar verwondelijke dingen in dit opzicht plaats grepen, maar naar de »doode punten" aan de Middellandsche Zee,

Daar nu zijn alle omstandigheden voor ontikkeling ongunstig. Het Mahomedanisme is r veilig, het volk onwetend, bnbegeerig naar ennis, van nature onbekeerlijk conservatief. rgwaan heerscht tegen al wat uit den vreemde omt, jegens 't Christendom bovenal.

En toch wat heeft dit ook daar al niet uit° ewerkt!

We willen niet eens spreken van de christelijke eerstof: van de 20 millioen bladzijden druks n 't Arabisch, alleen in 1889 te Beiroet in yrië verschenen, uitgegeven, door de Presbyeriaansche zending. Evenzoo noemen we slechts even de groote woordenboeken, spraakkunsten en bloemlezingen in 't Arabisch, door de Roomsche pers te dier plaatse geleverd.

't Is ons hier te doen om wat het Christendom ook in de Muzeliaansche wereld zelf uitwerkte. En het beste bewijs hiervoor zijn de officieele opgaven.

Volgens deze nu verschenen er in drie maanden van 1889 tusschen de 150 en 200 bladen waarvan 143 Turksche, 3 Arabische en 2 Hebreeuwsche. De overige waren in het Armenisch, Nieuw-Grieksch, Bulgaarsch, Servisch Fransch en Italiaansch,

Egypte is geen land waar men de nieuwste voortbrengselen der letterkunde zoekt. Toch zien thans te Cairo belangrijke werken't licht. Het Turksche woordenboek: Kamus, en de lag-al-Aurus, het groote woordenboek van 't klassiek Arabisch. 7 deelen van de 10 zijn reeds snel op elkaar gevolgd en ook de prijs, 100 gld. wellicht, wijst op vooruitgang.

In deze landen is ook het nieuwsblad reeds een macht. In Beiroet verschijnen acht staatkundige en vier godsdienstig-letterkundige bladen. Damaskus, Aleppo, Jerusalem en Bagdad hebben reeds hun bladen.

Dat is de ontzaglijke vooruitgang, de geheele ommekeer. Over de schaduwzijde in verband met onzen titel, gaan we nu spreken,

Het werd der Ned. Zendingvereeniging, gevestigd te Rotterdam, gegeven, haren dertigsten zendigsdag te houden op Hemelvaartsdag, 7 Mei. Des middags ten 12 uren vergaderden met het hoofdbestuur 90 broeders, waaronder afgevaardigden van 5 zustervereenigingen. Nadat Ps. 72 : 2, 6 was gezongen, Luk. 1 ; 67—80 gelezen en voorts gebeden, sprak de president der vereeniging, broeder C, D. v. d. Valk een openingswoord, en ging de vergadering over tot het behandelen van de vraag: Lettende op wat op onzen zendingspost - Tjiderès werd ervaren en verkregen, mogen wij dan verwachten, dat met de daar gevolgde wijze van werken — landbouw in verband tot Evangelisatie — het doel der vereeniging kan worden bereikt? "

De vraag werd ingeleid en toegelicht, in een uitgewerkt referaat, door den van Tjiderès teruggekeerden zendeling, broeder Verhoeven, en toestemmend beantwoord. De dankzegging en het zendingsgebed werden verricht bij monde van Ds. M. H. Adriani, zend. dir. te Utrecht.

• Ten 6 uren vulde eene talrijke schare de groote kerk der Ned. Herv. gemeente, waar Ds. J. A, de Vieger, uit Maasland, eene Zendingsrede uitsprak, welke tot tekst had Jes. 21: I, 12, naar aanleiding waarvan spreker wees op a. het Zendingswerk; b. den Zendingsgeest in de Protestantsche gemeente; c. den Zendingsijver en d. der Zending toekomst, worsteling en zegepraal. Vervolgens traden op de zendeling, broeder Verhoeven, en de oud-zendeling, broeder Zegers, om opwekkende woorden te spreken, geput uit Gods Woord, en toegelicht door den schat hunner ervaringen. De bijeenkomst, geopend met het aanheffen van Ps. 97 : 1 en het lezen van Ps. 96, werd besloten met het zingen van Gez. 150 : 4 en liet, naar wij hopen, een zegen achter voor de uitbreiding van Christus Koninkrijk onder de Soendaneezen.

Soendaneezen. De collecte bedroeg ƒ 270 14,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1891

De Heraut | 4 Pagina's