GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In moderne kringen tobt men in den regel met te leege kerken. Vandaar allerlei voorslagen, om de samenkomsten aantrekkelijker te maken. Vooral de kunst roept men dan te hulp, om aan te vullen wat de ontzielde religie er niet geven kan.

Toch zijn er ook onder hen nog soberder en ernstiger geesten, die deze richting uit overtuiging tegenstaan.

Zoo schrijft de heer De Ridder uit Meppel in de Hervorming van 29 Augustus dit:

Men geeft tweeërlei raad:

Vooreerst: tot de zinnen spreken, gelijk daar ge schiedt en dan: de gemeente meer zelve laten handelen. Want (afgezien natuurlijk van den bekenden dwang tot kerkgang) dat zijn dan toch de twee dingen, waardoor hun godsdienstoefeningen de schare eer boeien, dan 't ons gelukt. Maar ik meen — en wie het met mij oneens is moet het straks maar zeggen - ik meen door die twee zouden wij juist het Trojaan sche paard binnenhalen.

O zeker, sprekende tot de zinnen, zouden wij de menigte, de onontwikkelden althans veel eer, veel spoediger boeien; het is te begrijpen dat onze jongens, op den leeftijd waarop de hartstochten reeds zeer machtig kunnen wezen, daardoor getroffen worden. Maar daar is een donkere, zwarte schaduwzijde. Het is zeker te betreuren dat uit reactie de eeredienst der Protestanten zoo koel en zoo nuchter is geworden, en onze kerken zoo kaal zijn en onze samemkomsten zoo koud; ik onderschrijf nog zonder voorbehoud de stelling die ik voor 9 jaar achter mijn dissertatie plaatste: «Eenvoudige versiering der kerkgebouwen door schoone beelden, schilderstukken spreuken enz. is wenschelijk." Ik juich toe de ernstige pogingen, die hier en elders worden gewaagd, om door koorgezang het godsdienstig samenzijn te verheffen. Maar ik ben dankbaar, dat wij missen en ik hoop dat wij nooit zullen terugkrijgen: dat zinnenbedwelmende, dat misschien voor den minder ontwikkelde zekere machtige bekoring moge hebben, maar dat ons benauwt, ons bekneh, dat maakt dat wij dankbaar zijn wanneer wij de Roomsche kerk verlaten, en met krachtige teugen mogen ademhalen in Gods vrije natuur; ik ben dankbaar dat wij het missen, dat zinnenbedwelmende, dat ons zoo doet hunkeren naar lucht en licht, dat ons brengt in een zekere mystische overspanning, maar het godsdienstig gevoel niet verheffen kan. En als ik dan kiezen moest tusschen die twee uitersten, nu dan heb ik nog liever de koelheid van onze samen komsten, dan de ongezonde overspanning, die ons daar wordt geschonken: want daarbij wordt ingeboet: helderheid van hoofd en hart, daar wordt, jal het gevoel geprikkeld, maar in een prikkeling die ziekelijk is en ongezond. De schare moge daar geboeid worden, maar er is iets beklemmends in dat den eenvoud en de waarheid schaadt.

En wat dat tweede betreft: de gemeente meer zelve laten handelen, ook daarvan wacht ik geen heilj niet alsof ook daarin niet iets wenschelijks was, maar omdat wij niet blind zijn voor het machtig gevaar daaraan verbonden.

Heeft niet onze vriend Groenwegen een jaar of wat geleden in het Bijblad der Hervorming i) in zijn artikel over »de Kunst en het Protestantisme" terecht geschreven: »Van vriend en vijand eisch ik de erkenning dat het Protest zich onderscheidt door zijn diepen en vromen ernst, door zijn terugvoering van den godsdienst uit de sfeer van het uitwendig handelen naar die van het inwendige zieleleven, en door zijn streven naar waarheid en vrijheid, " en een eind verder 2): ))In de Hervormde wereld wordt de godsdienst een zaak van het leven en van den enkelen mensch. En wat de enkele mensch tot zijn God had te zeggen of voor Hem gevoelde of over hem dacht, dat zou voortaan geen priester hem meer nazeggen en geen kerk hem van buiten af in de ooren doen klinken, maar dat zou van nu af opwellen uit de diepte van zijn eigen ziel en uiting vinden in het lied, dat in zijn hart weerklank had gevonden." Is niet juist in overeenstemming daarmede de Protest godsdienstoefening ingericht? En waar nu misschien, of liever zeker, als uitvloeisel van dat echt Protest, beginsel, in onze godsd. oef. geen plaats is voor den priester, handelend pro vobis omnibus, daar klinkt 't volkomen in overeenstemming daarmede als gezegd wordt; laat de gemeente meer zelf handelend optreden, maar daar vergeet men dat dit nooit anders kan geschieden dan door zekere vaste vormen ofplechtigheden in te stellen, die door de gemeente geheel kunnen worden vervuld; en dan komt door de achterdeur binnen wat wij juist door de voordeur hebben weggestuurd: vormelijkheid, die ten slotte de godsdienstoefeningen laaf plaats hebben buiten hart en gemoed van zijn deelnemers om; godsdienstoefeningen die op zich zelf schitterend kunnen zijn, maar ook vaak zoo zinledig. En het is niet mogelijk dat te vermijden, zoodra een zeker ritueel wordt ingesteld, door allen waar te nemen. Gij hoopt daardoor wellicht dat eenige onkerkelijken eer geboeid worden dan thans, maar de koopprijs daarvoor is te duur: want de ernst, de eenvoud, de oprechtheid gaan te loor. En als wij alleen tot dien prijs de onkerkelijkheid konden bestrijden, dan is het middel haast erger dan de kwaal.

Hugenholtz zegt terecht 3): «laat ons geen heil gaan zoeken in een omslachtig ritueel, laat ons vooral het gebed, die innigste uiting van het gemoed, die juist daarom vrij en sponta«, kort en sober wezen 1 moet niet aan regelen onderwerpen. De omslachtige «'"s is de dood der Anglikaansche kerk en het luid 1 ^^^j^^j^ ^^ reclame-achtig optreden ^van het Heilsleger is daartegen een natuuriijke reactie."

Waariijk, indien wij trachtten op die - wiize hen te winnen, die thans buiten staan, dan misschien — ik zeg met nadruk misschien — zou 't ons met sommigen gelukken; dan misschien zouden onze kerken meer gevuld worden: dan misschien zouden sommigen meenen dat zoo onze samenkomsten boeiender werden; maar de besten, de ernstigsten onzer zouden moeten bekennen dat de winst slechts schijnbaar is.

O, ik ontken dat het alleen in de inrichting onzer godsd. oef. zou liggen dat zoovelen onkerkelijk zijni ik ontken dat onze samenkomsten minder waarde zouden hebben dan die waar meer tot de zinnen wordt gesproken; ik ontken dat op de ons gestelde vraag bevestigend moet geantwoord worden.

Dit protest tegen het zinlijke in den eeredienst heeft zijn beteekenis, juist omdat het komt uit den modernen hoek.

i) 1888 blz 6.

r-2) Bldz. 7.

3) Vrüe Gem. St. blz. 82.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 september 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 september 1891

De Heraut | 4 Pagina's