GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de poolstreek.

II.

Het is, na wat we verteld hebben, waarlijk niet te verwonderen, dat zelfs de moedigste jager eerbied heeft voor den zeehond als deze zijn jongen verdedigt. Vaak heeft men gedacht, dat de robben tamelijk suffe dieren waren, waar men naar hartelust mee kon sollen. Maar de teedere zorg voor hun jongen en nog veel meer bewijst; dat zij even goed zeker begrip en gevoel hebben als een hond of een kat.

Een mooie eigenschap van de robben is dat zij het licht liefhebben. Ongelukkig echter, brengt hun dit dikwijls onheil aan. Ook zijn het muzikale beesten, althans zij houden veel van allerlei geluiden. Zij komen af op het geluid van menschenstemmen, op het fluiten van de stoomboot, op vioolspel en zoo meer. Wordt dat gehoord, dan verschijnen zij vaak in troepen aan de oppervlakte van het water en luisteren met blijkbaar genoegen.

Over 't geheel zijn de zeehonden vreedzame dieren en geduldig als schapen. Op plaatsen waar de menschen hen nog niet vervolgd hebben, leven zij als in groote kudden bijeen en gaan 's nachts op voedsel uit. Over dag rusten zij aan land, en kunnen dan langen tijd droomerig in de schuimende golven staren. Soms echter sluiten zij het oog zoo dicht af voor het licht, dat het den jagers wel eens gelukt hen dan te overvallen en te dooden. Maar men moet met groote voorzichtigheid te werk gaan. Want de robben hooren bijzonder scherp en doen zij even de oogen open, dan zien zij uiterst goed. Ook is hun waakzaamheid groot. Bij het minste geruisch werpen zij zich met één sprong weder in de diepe zee. Hoe muzikaal zij ook zijn, hun eigen stem klinkt lang niet fraai. Zij brengen luide klanken voort; nu eens lijkt het op 't blaffen van honden, dan weer op 't loeien van een kalf of wel op het bulken van een rund.

Als de zeehonden jong worden gevangen, kan men hen volkomen temmen. Zij volgen dan hun heer even aanhankelijk als gewone honden doen, ja komen ook wanneer men ze bij hun naam roept. Personen die den zeehond goed hebben opgenomen, vinden dan ook niets sufs, maar juist veel bijzonders aan hem. De kop is vreemd gevormd en ziet er met de gladde haren uit als geschoren; de groote zwarte oogen zien verstandig rond; de bewegelijke hals, de fijngevormde schouders en de wonderlijke vormen, die sommige dezer dieren hebben, deden wel eens aan menschen denken, te meer daar de rob in zijn doen iets kinderlijk en onnoozels heeft. Wie langs het zeestrand vaart en dan plotseling zulk een dier uit het stille blauwe water ziet opduiken, een schepsel dat den vreemden man een poos vorschend aanziet, dan weer in de diepte verdwijnt, maar straks weer te voorschijn komt, die begrijpt wel waar de fabeltjes van »zeemeerminnen" van daan zijn gekomen.

Hoe vreedzaam echter de rob ook is, als hij gewond wordt en de pijn voelt wordt hij nijdig. Krijgt een rob van de grootere soort in zulke omstandigheden een mensch te pakken, dan is het lot van zulk een niet te benijden. Als zij vluchten en men zet hen na, verweren zij zich tot het uiterste. We moeten hierbij opmerken dat een rob een zeer taai leven heeft. Hem te dooden kan geschieden door een sterken slag op den neus of op den zwakken hoofdschedel. Maar voor het overige is het lichaam moeilijk te kwetsen, althans een diepe wond er aan toe te brengen. Want het vele vet maakt, dat zelfs kogels niet veel uitrichten.

Hoewel er ook onder de robben soorten zijn, in vorm gelijken zij op elkander en verschillen slechts in kleur, grootte, en inrichting van 't oor en het gebit. Vooral wat de grootte betreft is 't verschil nog al opmerkelijk. Er zijn wel robben die in lengte en omvang aan een stier of een paard gelijk zijn, ja die nog ver overtreffen, b. v. de walrus, ook wel zeepaard genoemd. Andere robben weer zijn niet grooter dan een jong kalf, b.v. de Groenlandsche en de gewone zeehond. Deze twee soorten zijn 't meest verspreid. De gewone zeehond leeft met alleen in de Noordsche wateren, maar men vindt hem ook aan de duinen der eilanden] van de Noordzee, zooals bij ons, en voorts in de. Oostzee, ja in het zuiden op de

De Groenlandsche zeehond wordt anderhalve Ned. el lang. De kleur is volstrekt niet eenerlei. Heel jong heeft hij een zacht, glimmend, sneeuwwit vel. Maar reeds na enkele weken vallen de haren af, en het bovendeel des lichaams wordt bleekgrauw met donkere vlekken. Als het mannetje volwassen is heeft het een zwarten kop; overigens is het lichaam wit of geelwit met een donkerzwarte breede vlek, in den vorm van een halve maan aan elke zijde.

Dit dier bewoont Kamschatka, Groenland, Labrador en IJsland; doch het woont veel meer op de ijsschotsen dan op het vasteland. Vooral op hem maakt de ijsbeer jacht. Door de ijsvlakte loopen namelijk breede spleten. Bij deze loert de ijsbeer, gewapend met zijn vreeselijke klauwen. Slechts door de uiterste vlugheid kan de zeehond, als hij uit het water opduikt, 't gevaar van te worden gegrepen ontkomen.

AAS VRAGERS.

Aan twee lezers, die, met het oog op het aanstaande vierde eeuwfeest der ontdekking van Amerika, wenschen te weten waar Columbus is geboren, moeten we het antwoord schuldig blijven. Het gaat ons net als hun. We hebben wel gezien, dat er veel over getwist wordt, maar nog niet dat het uitgemaakt is. Denkelijk echter was Columbus een Genuees.

De vrienden moeten echter weten, dat dergelijk een onzekerheid meer voorkomt. Calvijn b.v. leefde en stierf te Geneve en was daar wezenlijk geen onbekend man. Toch kan niemand thans zijn graf aanwijzen, 't Is van vele groote mannen, die vóór eeuwen leefden, dikwijls zeer moeilijk de juiste dagen en plaatsen van hun geboorte of hun sterven te weten. Zelfs is dat zoo in veel later tijden. Zoudt gij b.v. wel gelooven, dat men niet met zekerheid weet, wanneer en waar de beroemde hertog van Wellington, die bij Waterloo Napoleon versloeg, is geboren ?

Zijn moeder zei, dat het op den isten Mei was geweest, en hij zelf geloofde dat natuurlijk ook. Maar zijn kindermeid zei, dat de knaap den 6den Maart was geboren. Een lersch schrijver (de hertog was in Ierland geboren) noemt 3 April en in het doopboek der kerk staat dat hij den 3osten April 1769 werd gedoopt. Zoo ook zegt de een, dat Wellingte Dublin, de ander dat hij op het kasteel van Dangan het levenslicht aanschouwde.

Geen verjaardag te hebben, gelijk de man, waar wij kort geleden van spraken, is niet aangenaam, maar evenmin niet recht te weten wanneer men hem vieren moet.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's