GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ARMENZORG.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ARMENZORG.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 3 Febr. 1893,

Steeds meer driegt men op Armenzorg van Staatswege, want, zoo roept men, de Kerkelijke armenzorg, die anders de natuurlijkste ware, schiet ganscheiijk te kort.

Dit Js dan ook metterdaad zoo.

Dezen hoon moet de Christennaatïj in onze eeuw, en ook in on.s vaderland dragen; en zoolang men niet breekt niet het valsche stelsel var, Volkskerk gaat die hoon niet weer vars den Christersnaam af.

Wat toch leert de ervaring?

Dis ioiniers, dat de armea vaa alle kleine kerken althans redelijk verzorgd worden, en dat de groote ellende alleen geleden wordt ia de massale volkskeiken.

Ook ten onzent zit het kwaad ia de groote Synodale kerk /net de helft van onze landsbevolking.

Zij is het, die va. niet geringe mate aan de betering van de sociale toestanden, en met natne aan de behoorlijke verzorging van onze armen In den weg staat,

Amsterdam's voorbeeld toone dit.

In Amsterdam telt de Synodale kerk pi. m, 165, 000 zielen, en op deze bevolking had ze in 1890 ruira 10, 000 blij^fende bedeelden behalve 1000 losse. Bovendien had ze pi. tn, 500 weesen en ruitrj 1200 lieden in het Besjeshuis. Saam dus bijna 12000 ververpleegden, of één veertiende der bevolking.

Nu is voor deze blijvende en losse bedeel Jen, saam liooo zielen, in 1890 uitgegevesi nog geen / 92, 000, d. i. dus door elkaar niet veel meer dan ƒ8 per jaar, of per maand & 6 cents, of twee cent per dag.

Iets wat bijna geen bedeelifjg heeten raag.

En toch zijn al!e coüeclen saam nog op verre na niet in staat, om deze bedee'ling van twee cents per dag vol te houden. Immers in 1890 brachten alle collecten saam, waaronder dan ook de rondgang aan de huizen, niet meer op dan een kleine f 74, 000; waaronder de kerkcollecte nog geen ƒ 30, 000,

Oi eigenlijk, om het nog anders te zeggen, de f 74, 000 die in 1890 als totaal bedrag van allerlei collecten inkwam, warea juist toereikend, om de tekorten op het Weeshuis eri Oudemannenhuis te dekken zoodat er voor de 11, 000 bedeelden letterlijk geen cent overschoot.

Uit de rekening blijkt toch, dat men in 1890 bijna f 94, 000 van zijn kapitaal heeft moeten verkoopen, en dat men ongeveer /94, coo voor de bedeeling heeft uitgegeven.

Nu wordt deze toestand natuurlijk steeds onhoudbaarder.

Van 1880—90 is aan kapitaal te gelde gemaakt / 725, 394.78, zeg rond zeven ton waartegen dan wel nieuwe legaatjes over. staan, maar lang niet tot 'gelijk bedrag, zoodat de rente van het kapitaal al slinkt.

Dis rente bracht rnet huizen als anderszins in 1881 nog ƒ 91, 000 op, en na tien jaren tijds was deze post geslonken op ƒ83, 000. Een vermindering, waaronder zeer zeker ook verlaging van hurea kan schuilen, maar die toch ook op vermindering van kapitaal wijst.

Is nu deze afloop der wateren eenmaal begonnen, dan gaat dit - ctZ^oxMxXy^cTescendo

Er Is dan ook iii & zn loop van deze tien jaar al meer kapitaal verkocht. In 1881 was het / 35, 000, In 1884 was het ƒ 53, 000, in 1886 was het f 76, 000 en in 1890 klom het op ƒ 93 000.

Nu schuilt dit kwaad zeker ten deele ook in de gestichten, die veel te duur zijn.

Voor een weeskind wordt, buiten wat de huizen gekost hebben, 'sjaars/310 betaald, voor de bedeelden door elkaar, d. i. voor v/eduwen en weezen buiten de stichtingen even / 8. Natuurlijk is dit geen verhouding.

Zoo kregen de 500 wsezsn saam /109 000; de 11.000 bedeelden saam slechts ƒ 94.000.

Een tweede kv; aad zit in het slechte raderwerk en den bureaucratischen geest, die het geheel beheerscht.

Maar toch de hoofdzaak is te wijten aan de ellende van de Volkskerk,

Die voikskeik "i^h is oorzaak, dat op een bevolking van 165.ooö zielen hoogstens 50000 eeni^ermate met de kerk meeleven; terwijl de overige 115.OCO nooitardersdan bij doopen en huwelijk, of voor armenzorg, bij de kerk aankloppen.

Nu zijn er onder die 50.000 nog weer hoogstens 30, 000, die de nooden van hun kerk eenigszins op het hait dragen, en er iets voor overhebben. Iets waaruit deze misstand geboren wordt, dat een groep van 30.000 te voorzien heeft in de nooden van 165 000; en dat gaat eenvoudig niet.

En toch bewijst de kerkvoogdij, dat hetgeen we zeggen niets te sterk is uitgedrukt.

Deze beeren deelden toch onlangs roede, dat de hoofdelijke omslag over een gemeente van 165.000 zielen, niet meer op heeit gebracht dan f 35, 000, waar natuurlijk nog onkosten en v/instderving op collecten af moeten, zoodat het op weinig meer dan / 30000 loopt.

Nu zegt de kerkvoogdij zelve, dat ze op tïïïnstens / 2.— van 55, 000 gezinnen gereken had, d. i. op / 110, 000. Nog altoos van 165, 000 zielen een zeer lage som; vooral zoo nsen bedenkt dat in de Synodale kerk tal van lieden huizen, die eik jaar, dood op hun gemak, f 10, 000 aan de diaconie kosdea geven, zonder dat ze er iets van op hun budget merkten.

En toch, niettegenstaande al deze voor deeien, heeft men uit deze massale kerk, met haar tal van millionairs niet meer dan een / 30, 000 aan inschrijvingen gekregen.

Er is dus geea denken aan, dat de diaconie haar tekort, dat in 1890 op bijna een ton steeg, gedekt krijgt door vrije giften; en veel minder' is er nog denken aan, dat de bedeeliEg, gejljk minstens moest, op het driedubbele kome.

Daarvoor zou 'sj aars bij de drie ton mt^x moeten inkomen, en natuurlijk daar is in de verste verte geen denken aan.

En tcch hadden de bedeelden dan nog pas / 2.— per maand.

Hier is dus e.ïn kv/aad zonder uitweg.

Het is de volkskerk, die als zoodanig, krachtens baar aard, altoos niaar een kleine levende kern kan hebben, en daardoor oorzaak van dezsn misstand is.

Het is de massale kerk als zoodanig, die pronkt met massale gestichten, en inmiddels de armen gebrek laat lijden, ol aan de particuliere v/eldadigheld en het stedelijk armbsstuur endosseert.

Het is de val.=che vorm, waaronder de kerk van Christus alzoo optreedt, die haar vleugellam slaat, belet de vleugelen uit te spreiden, en haar doemt tot werkeloosheid-

Ja tïieer nog, het is deze onware en onhoudbare gestalte van de kerk van Christus, die van jaar tot jaar onze sociale toestanden verslechtert, almeer smaad over den naam van Jea-.is brengt, en oorzaak wordt, dat de hulpbehoevenden zich almeer van de kerk naar den staat wenden, d. i. van de Christelijke religie naar het socialisme.

DiAKOON OF DIAKEN.

Ds heer J. L. Zegers, van Haarlem, heeft op de Augustus-conferentie te Neêrbosch, een referaat gehouden, en dit later publiek gemaakt, over ^^Diakonen en Diakonen arbeid".

Al aanstonds kv/etst dit ons taalgevoel.

Wij Nederlanders .«^preken onze eigen taal, en passen er voor, om de taal van onze Dultsche naburen over te nemen.

Nu is „diakoon" doodeenvoudig het Duitsche > diakon", als vertaling van het Grieksche „Diakonos", waarvoor wij in onze taal niet „diakon", maar diaken hebben.

Van dat vreemde, uitheemsche woord willen we dan ook niets v/eteis. Dat trachte noch de heer Zsgers, noch iemand anders hier in te voeren. Want of men het al beproeve, het wordt nooit inheemsch.

Bovendien, waarom wil de heer Zegers van een „diakoon" en niet van een „diaken" spreken ?

Omdat, zegt hij, een „diaken" een soort min geëerd uitdeeler van geld is zonder meer.

Toegegeven. Het woord „diaken" is door de sleur van onze diaconieën in discrediet gekomen. Een klank, een naam die eere biedt, is het niet.

Maar, en dit verliest, dunkt ons, de heer Zegers geheel uit het oog, het is en blijft desniettemin een ambt. Een ambt met een eigen roeping, met een eigen arbeidsterricn, met met eigenaardige belofte.

En wasr nu zulk een ambt, door de zonderlinge wijze waarop het werd waargenomen, zonk in beteekenis, moogt gij -SS5E! "-"•^•g'v, den naam van diaken niet, als een min eervoUen naam, op zij werpen, om er een anderen, vreemden, beter klinkenden naam voor ia de plaats te stellen; maar moet ge er op bedacht zijn, om het ambt op te beuren, er den smaad van af te v/issen, en zoo de instelling des Heeren weer tot zijn recht te laten komen.

Maar juist hier schuilt het euvel dan ook.

De „diakonen" van den heer Zegers zul­ . len geen ambtsdragers, geen mannen van de kerk zijn, en niet namens de kerk optreden.

Zijn „diakonen" zijn losse helpers, door allerlei particulieie philaathrophen aangesteld, om op allerlei terrein van barmhartigheid te arbeiden. Ook de kerkelijke Godshuizen zullen van deze „diakonen" wel profijt kunnen trekken; maar evenals iedere andere stichting, en geheel buiten het ambt.

Zijn denkbeeld komt hierop neer, dat er voor allerlei Christelijken arbeid ook mannelijke geoefende hulpe noodig is; voor weeshuizen, voor ziekengestichten, voor idiotengestichten, voor armhuizen, voor gevangenissen, voor dö verzorging van verv/aarloosden, voor krankzinnigengestichten enz.

Thans worden hiervoor veelal mannen gekozen, wien alle oe'ening ontbreekt, die geheel onbeslagen ten ijs komen, en meest door geen hooger beginsel gedreven worden.

Kon meis, zoo oordeelt de heer Zegers, zich een .stel jonge Christenmannen vormen, die, voor hun taak berekend, naar al deze betrekkingen solliciteerden, dan zouden ze zeer wel kans op benoeming hebben. En op deze wijs verkreeg men het dubbel voordeel, dat de noodlijdenden beter verzorgd werden, en dat het Evangelie in tal van kringen ingang vond, waar het nu is buitengesloten. g

Naar zijn bsrekening souden er minstens 5 a 600 van zulke personen geplaatst kunnen worden.

Voor de vorming dier personen nu wil hij een inrichting in het leven roepen, in navolging van wat men in Duitschland deed.

Van zulk een inrichting zouden deze geoefende helpers dan het land kunnen ingaan, ook 200 hij meent als godsdienstonderwijzers, als helpers van de predikanten in hun wijk.

Eindelijk wil hij, dat deze mannen in die gestichten zóó zullen gesalarieerd worden, dat ze tsvens kunnen huwen. Onder de f 800 zal hun inkomen, zoo ze huwen, dan wel niet kunnen zijn, en later, als de familie zich uitzet, zal ook dit salaris moeten klimmen.

Voor dit denkbeeld nu koesteren we v.'arme sympathie. Er ligt veel schoons en vraars in. Het wijst op een leemte, die gedurig in ons, suppoostenheir gevoeld wordt, en poDgt die leemte aan te vullen op degelijke wijze.

Maar wat ter wereld bewoog nu den heer Zegers, om voor dat goede doel het diaconale ambt in den hoek te zetten, en voor een geheel losss philanthropic een naam te rooven, die op kerkelijk gebied thuis hoort, niet bij ons, maar bij onze Duitsche buren.

In Duitschland heef c men geen diaconieën gelijk ten onzent. De diaconieën zijneigen aan de gereformeerde kerken; niet aan de Luthersche noch aan de Roomsche kerken.

Heel natuurlijk dus, dat men in Duitschland den ongebruikt liggenden naam van diakon opnam.

Maar bij ons mag dit niet.

Bij ons dien naam over te nemen is ons gereformeerd volkskarakter uit het oog verliezen, de uitnemendheid van ons gereformeerde leven buiten rekening laten, onze taal geweld aandoen, en voet geven aan een anti-kerkelijk drijven.

Dien naam late de heer Zegers dus varen.

En mits hij hierin bewillige, hebben we tegen de zaak niet alleen niets, maar is het o. i. van het hoogste aanbelang, dat men onze noDdlijdenden in allerlei gestichten niet langer overlate aan de zoo ellendige suppoosten, als nog on'angs in het Haagsche krankzinnigengesticht de waanzinnigen bleken te mishandelen.

Mannen met een hart, mannen van zekere oefening, mannen die door hun opleiding eenige sporten hooger op de ladder stonden, waren, o, zoo gewenscht.

Alleen make de heer Zegers zich geen illusion.

Zulk een opleiding kost geld; als ze iets beduiden zal veel geld, en hiermee in verband, behooren de aldus opgeleiden dan ook behoorlijk bezoldigd te worden.

En dit nu kan voor sommige betrekkingen. Als we zoo zeggen mogen, voor de /^öö/isJbetrekkingen; misschien een tiende van het geheel.

Maar stellig is dit onmogelijk naar den regel, dien hij stelt, om op elke 15 weeskinderen zulk een suppoost, of in plaats daarvan nu een „diakoon" aan te stellen. Dit zou de verplegingskosten per kind met bijna /'50 'sjaars verhoogen; iets waaraan natuurlijk niet te denken valt.

Treedt men daarentegen in bescheiden vorm op, dan is er geen twijfel of ook wij zullen hetzelfie dod als onze Duitsche naburen kunnen bereiken, mits dan in Hollandschen trant.

OPENBAARHEIB,

Moet de Synode publiek zijn, waarom dan, zoo vraagt men ons, ook niet de vergadering van den Kerkeraad? n l

Ons antwoord hierop is, dat ook hier e op zichzelf niets tegen is, en dat een Kerkeraad goed zal doen, met daarom zooveel u mogelijk open huls te houden.

Een Kerkeraad, die zich van de gemeente afzondert, snijdt de zenuw van zijn kracht door. Veeleer is het zijn roeping zooveel mogelijk contact met de gemeente te zoeken. En daarom juichen we het toe, als de Kerkeraad een verslag van zijn hande-A jngen publiceert, en alle finantieele aan-i gelegenheden publiek maakt.

We hebben vooral op kerkelijk terrein een afkeer van den doofpot.

Al men nu echter vraagt, of het dan niet goed ware de vergaderingen van den Kerkeraad evenals de vergaderingen van den Gemeenteraad publiek te houden, dan wijzen we voorshands op ééne bedenking.

De handelingen van den Kerkeraad bestaan voor het grootste deel uit zaken van opzicht en tucht, d. I. uit zaken, waarin bepaalde personen gemoeid zijn.

Zulk soort zaken nu worden ook door onze Gemeenteraden bijna altoos in comitégeneraal, dat Is in gesloten zitting behandeld, en zouden ook door den Kerkeraad niet wel in openbare zitting kunnen worden afgedaan. Ook de Synode waagde zich hier nimmer aan.

Dit nu zou een groot ongerief veroorzaken, daar wie opkwamen, dan telkens buiten zouden moeten staan, en de overige financieele zaken, regeling van bestuur, verdeeling van wijken enz, hun toch niet zouden interesseeren.

Hoogst waarschijnlijk zou er dus bijna geen gebruik v; orden gemaakt van het recht, om zulke Kerketaadsvergaderingen bij te wonen.

De belangstelling ontwaakt wel, als er oneenigheid in de gemeente komt, als er twee partijen tegenover elkander staan, en als er in den Kerkeraad slag moet geleverd; maar die vijandelijke tijden zijn gelukkig voorbij, en God geve, dat ze nooit terugkeeren.

Uit dien hoofde gelooven we niet, dat de gedane vraag van actueel gewicht is.

Maar dit neemt niet weg, dat het be' ginsel nooit geschonden mag worden; en beginsel is en blijft, dat heel de gemeente weten mag en moet, wat er over haar belangen wordt beschikt.

BiJBELUITGAVE.

Nu de Flakkeesche Boekdrukkerij reeds de twintigste aflevering van haar Bijbel rondzond, is het oogenblik gekomen, om op deze geheel exceptioneele uitgave nogmaals de aandacht te vestigen.

Zoo niet dit jaar, stellig toch in de eerste maanden van het volgend jaar, komt deze uitgave gereed, en alsdan zal ons volk een Bijbel bezitten, gelijk het dien reeds lang had moeten hebben, en nog steeds niet bezat.

Uit historisch oogpunt moge het belangrijk zijn, de oude uitgave, liefst in gothische letter, te zijner beschikking te hebben, maar voor de gewone lezing en voorlezing Is die eenvoudig onbruikbaar geworden. Soms ergerlijk Is het, wat voorlezers, die dan zelf onder de hand de taal veranderen, van de Heilige Schrift maken. Niet door hun schuld, maar omdat ze niet anders kunnen.

Bedenkt men toch, dat thans drie hoogleeraren, door mannen van de taal bijgestaan, soms dagen er meê zitten, om op de beste wijs, eenj verouderde uitdrukking in de taal die wij spreken over te brengen, hoe ter wereld wil men dan, dat een ongeleerde, zoo op het eerste gezicht, staande voor de gemeente, die omzetting tot stand zal brengen.

Nu zijn er Virel is waar ook andere uitgaven, die, zooals die van het Engelsche Genootschap, reeds gewijzigd zijn; maar ook die omzettingen laten zooveel te wenschen over, en zijn derwijs oppervlakkig tot stand gekomen, dat de verwarring almeer zou zijn toegenomen, zoo niet eindelijk dit moeilijk werk der omzetting met de noodige zorgvuldigheid ondernomen ware.

Bedenkt men nu dat aan elk vel, buiten hetgeen de zetters en drukkers doen, een 35 a 40 uren arbeids wordt besteed, dan zal men gevoelen, hce moeilijk het is, zulk een uitgave ooit goed te krijgen, tenzij er een uitgever zij, die den moed bezit, om veel te wagen.

Aan de Flakkeesche Boekdrukkerij moeê dan ook de palm der eere gegeven, dat zij door deze onderneming op uitnemende wijze voor den Bijbel in de toekomst zorgt. Nog in lange jaren is er .lan geen nieuwe, kerkelijk ondernomene, Bijbelvertaling, te denken. Onze tekst blijft alzoo stellig nog een goed deel van de twintigste eeuw de vorm, waarin ons volk Gods Woord leert kennen.

Maar juist daarom mochten aan deze uitgave dan ook geen kosten gespaard, en moest niet alleen de tekst, maar moesten ook de kantteekeningen onder het bereik van een ieder gebracht, door ze over te zetten in een taal, die ieder verstond.

Dat deze onderneming aanvankelijk althans een zwaren geldelijken last op de schouders der uitgevers legt, spreekt vanzelf, daar de kosten van den tekst eers later over meerdere edities kunnen verdeeld worden.

Is men maar eenmaal vijf jaren verder, dan loopt zulk een uitgave vanzelf, en komt de tijd, om haar ook in ander formaat op allerlei wijs, onder het bereik van de menigte te brengen.

Misschien zelfs ter verspreiding.

Maar eer het zoover is, heeft de uitgever de hitte des daags alleen te dragen, en daarom zullen met name de kerken wel doen, zoo ze toonen dit te gevoelen, ea niet door al te lang afwachten de moeie-; lijkheld der uitgave verhoogen.

Het Oude Testament loopt nu bijna tSa einde.

En het Nieuwe levert voor de uitgave, uiteraard, veel minder moeilijkheid op.

KÜYPER:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 februari 1893

De Heraut | 4 Pagina's

ARMENZORG.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 februari 1893

De Heraut | 4 Pagina's