INGEZONDEN STUKKEN.

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)

's-Gravenhage., 29 Januari 1894.

Mijnheer de Redacteur !

Vergun mij, naar aanleiding van het schrijven van Ds. Delfos in de Heraut No. 840, met één woord zijn veronderstelling, dat wat ik voor maanden in de Zuid-Holl. KerkbodeovetV^trYfo. in Indië schreef, een aanval op de zending der vroegere Chr. Ger. kerk bedoelde, ten ernstigste tegen te spreken.

Slechts wat ik in de Synode te Dordrecht vernam, zonder dat het in die Synode door de mannen, die het weten kunnen en immers ook wel weten zullen, tegengesproken werd, drong mij, den klank, die zoo in onze provincie gehoord werd, op te vangen en ten dienste onzer kerken aan te wenden. Ik legde daarbij den vinger op een wond, welke niet slechts als een wond van Batavia, veel minder van de Chr. Ger. kerk, maar van heel de opvatting der verhoudingen, gelijk die in Indië bestaat, genoemd werd.

Het doet mij leed, dat Ds. Delfos het destijds niet noodig geacht heeft, in de Zuid-Holl. Kerkbode hierover meerder licht te ontsteken.

Voor mijn stoom" ware hij dan allicht minder beducht geweest, en een goedbedoelde uitdrukking dienaangaande uit een zeer gewaardeerde pen had hem niet tot het onbroederlijk gebruik geleid, hetwelk hem van harte vergeven zij.

Intusschen steeds met de meeste hoogachting,

Uw dienstw. Dr. en Br.

J. C. SIKKEL.

-5*—< $: |«Q^^:5> —< IS-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen