GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door helpen geholpen.

V.

VOOR DE HERBERG.

Nog weinige schredei^ had de weduwe gedaan, toen haar oor getroffen werd door een klagende stem, vlak bij haar. In de duisternis en de sneeuwjacht kon zij echter niet voor zich uitzien, en ging dus op 't geluid af, naar een plek waar zij licht bespeurde.

Weldra stond zij voor de deur van een klein houten huis. Zij kende het, want zij moest het bijna dagelijks voorbij. Daar woonde Bronton, de kroeghouder, een groote, forsche man, met een norsch uiterlijk. Hij vond zijn bestaan ten deele in 't verkoopen van sterken drank en voor 't overige in den varkenshandel. Niemand hield van hem dan de drinkebroers, omdat hij de eenige op het dorp was, bij wien men jenever kon krijgen — wel te weten voor geld.

Op het oogenblik dat de weduwe er aan kwam, stond Bronton in de deur van zijn huisje; daarbinnen bij het licht zaten eenige mannen, die het jaar op de slechtste wijs besloten, namelijk in de kroeg. Zoo iets had de weduwe wel meer gezien. Maar wat thans haar aandacht trok, was, dat voor de herberg twee politiedienaren stonden, die een jongen knaap vasthielden. Tusschen hen en Bronton stond een vrouw, fatsoenlijk gekleed, met ontbloot hoofd. Blijkbaar was zij zoo haar huis uit, de straat opgesneld, en 't was haar smeekende stem, die de weduwe had vernomen.

»Och mijnheer!" zoo riep de vrouw met klagend geluid, .ïlaat mijn jongen los: ik weet zeker dat hij 't niet gedaan heeft."

sPraatjes!" riep de waard. «Ik ken u nieten zou ik u dan gelooven? "

»Maar wij zijn eerlijke menschen!" riep de vrouw; »wij...."

sja, ja, dat zeggen ze allemaal. Maar ik weet wat ik zeg, " ging de waard voort, terwijl er al meer volk kwam toeloopen. 2 Vóór een halfuur dat kunnen de heeren getuigen die binnen zitten, lagen er vier dollars i) op de toonbank. Ik ga naar achteren, en meteen komt er een jongen binnen en vraagt ergens om. Mijn gasten kunnen hem natuurlijk niet helpen, en eer ik weer in den winkel ben, is de jongen weg en mijn geld ook. Ik vlieg de straat op en krijg hem nog net te pakken. Daar staat hij tusschen de dienders. Neemt hem meê, mannen!"

»Ik ben geen dief!" riep de knaap driftig. »Ik ging boodschappen doen voor moeder in het dorp en zij had mij twee dollars meegegeven, die nog in mijn zak zitten. Ik liep hard omdat het zoo'n weer is. En toen de man de deur uit kwam loopen, greep hij mij vast. Maar ik heb waarlijk niet gestolen."

ïDat hebt gij wel!" riep de kroegbaas, »wie kan 't anders gedaan hebben. Brengt hem weg; dan kan hij in de gevangenis slapen, en over zijn diefstal nadenken."

sOch, mijnheer, " riep de vrouw, »het is niet 200! Laat hem toch gaan. Het is alles net als hij zeide. Wij wonen ver van hier; zijn vader is zeeman en komt morgen thuis. Daarom liet ik nu nog allerlei in huis halen, omdat ik onverwacht de boodschap kreeg. Stuur mijn kind niet naar de gevangenis, Hij • is onschuldig; maar als gij 't niet gelooft, wacht dan tot morgen. Zijn vader brengt geld genoeg mee en zal alles in orde maken, "

De polirie-agenten wisten niet wat te doen. Zij onderzochten, terwijl al 't volk toekeek, de zakken van den jongen. Er kwam allerlei uit, maar aan geld niet meer dan twee dollars, net als de knaap had gezegd.

> ; Ja, dat begrijp ik best, " riep de waard, »de gauwdief heeft de rest weggegooid, om zoo vrij te loopen."

j'tls niet waar, " riep de knaap weer, en onder 't volk begon er meer dan een te zeggen dat het schande zou wezen een eerlijken jongen zoo maar weg te brengen, daar toch niemand hem had zien stelen. De waard begreep dat hij het te kwaad kon krijgen, en sprak:

sNu, geef mij vier dollars, vrouw, en ik laat hem loopen. Maar anders gaat hij de gevangenis in. Ik wacht niet langer."

so, Wat moet ik beginnen!" jammerde de vrouw; »ik heb ze niet, en als morgen mijn man thuis komt en hij vindt zijn jongen in de gevangenis ! Is er dan niemand die mij wil helpen? "

Maar geen der dorpelingen scheen daartoe lust te gevoelen. De een na den ander droop nu af om thuis, oudejaar vierende, den jongen te vergeten, die wellicht als dief door de politie was opgepakt.

sHij liegt het!" riep de jongen driftig, »ik ben niet in den winkel geweest."

»Wat!" riep de waard, die weer moediger werd, nu 't volk aftrok, »wilt gij mij ook nog tot een leugenaar maken. Brengt hem weg."

»Hij moet in elk geval mee, als Bronton 't eischt, " sprak een der politiemannen. »'t Moet onderzocht en dan zal wel blijken, wat de waarheid is."

De moeder gaf een gil van ontzetting, terwijl de mannen haar zoon wilden meenemen. »Denkt toch aan zijn vader!" riep zij; «hebt medelijden. Twee jaar is mijn man weg geweest, en als hij nu thuis komt."

Sprakeloos had de weduwe de bedroefde vrouw aangestaard. Zij dacht aan haar eigen zoontje en hoe 't haar te moede zou zijn als die eens valschelijk werd beschuldigd. Zij rilde bij die gedachte en vroeg zich af: wat kan ik doen? Maar wat vermocht zij, die haar laatste geld bij zich droeg, en 't zoo hoog noodig had. Onwillekeurig tastte zij in den zak, waar zij de tien gulden, vier dollars, in had gedaan, wijl zij die wel niet geheel wilde uitgeven, maar al wat in den spaarpot was, in den haast bij zich had gestoken.

De arme moeder, wier jongen weggevoerd zou worden, had de beweging der weduwe, die in haar zak tastte, gezien, en wierp op haar een smartelijken, smeekenden blik. De weduwe begreep het en — haar hart werd diep ontroerd. ­ Snel was haar besluit genomen. Geef dengene •die iets van u bidt, zegt de Schrift, bidt, ook zonder woorden. Haastig haalde zij de vier dollars te voorschijn, drukte die de moeder in de hand en spoedde zich weg. Zij was haar geld kwijt, doch zij dacht er niet aan. Bij de buren leende zij 't allernoodigste: een weinig meel, wat oUe en steenkolen, en keerde toen haastig huiswaarts.

AAN VRAGERS.

Op de eenigzins onduidelijke vraag: »Waar de zwaluwen 's winters blijven, , ' weten we niet beter te antwoorden, dan dat de zwaluwen, die in den herfst vertrekken, zuidwaarts gaan en wel naar Afrika.

Voor zoover men weet, hebben ze uit onze streken niet meer dan een dag werk om daar te komen en kiezen ze hun weg zoo, dat zij bijna voortdurend boven land vliegen en alleen bij Gibraltar een paar uur over zee hebben te gaan. Eenige blijven dan aan de grenzen der groote woestijn Sahara; andere in Midden-Afrika; weer andere langs de kusten, en enkele zelfs dringen door tot de Kaap de Goede Hoop. Zeker is, dat zij tijdens onzen winter over heel Afrika zijn verspreid.

Het is nog niet volkomen uitgemaakt, of de vogels zuidwaarts gaan om de donkerheid, dan wel om de koude van onzen winter te ontvlieden, 't Veiligst is 't maar allebei te gelooven; want als zij het eene doen, volgt het andere van zelf. Licht en warmte gaan ook hier samen.

CORRESPONDENTIE.

A. v. A. te N, L. Dit is de bedoeling niet, We zouden dan voor één twee raadsels te raden krijgen. Geef de namen duidelijk op en waar zij in den Bijbel staan; dat is genoeg.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 februari 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 februari 1894

De Heraut | 4 Pagina's