GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over het belangrijk vonnis door de rechtbank in zake de Beheersquaestie te St.-Anna-Parochie gewezen, schrijft Dr. Cannegieler in de Kerk. Cour. dit:

Mijne verwachting 'omtrent den uitslag van dit geding formuleerde ik in Maart 1893 aldus:

«Hunne vordering" — d. i. die van de nieuwe kerkvoogden — »bij den burgerlijken rechter tegen de oude, d. i. in dit geval de bevoegde kerkvoog­ t den, tot overgave van de administratie, zal hun door den burgerlijken rechter op grond van hunne incompetentie moeten worden ontzegd" (zie mijn:7> In naam van historie en recht!" bl. 184).

De bovenvermelde uitspraak der rechtbank te Leeuwarden strekt ten bewijze, dat ik mij in mijne verwachting niet heb vergist.

Waarom nu die uitspraak belangrijk moet heeten? Mij dunkt, het is duidelijk. Er volgt m. i. uit:

i» dat, ook naar het oordeel van genoemde rechtbank, de Hervormde Gemeenten — bij den tegenwoordigen staat van zaken, nu er geen rechtsgeldig algemeen verbindend kerkelijk reglement op he beheer bestaat — volkomen vrij zijn om ter zake van de beheersregeling te bepalen, wat zij zelve dienaangaande willen bepalen;

2° dat geen kerkelijk bestuur bevoegd is tot uitoefening van kerkelijke tucht wegens handelingen van lidmaten eener gemeente ten aanzien van de beheersregeling in den kring dier gemeente, wanneer op dit puntgeene kerkelijke rechtsorde bestaat, en door de lidmaten dus ook geene rechtsorde omtrent het beheer kan worden verstoord;

3" dat in elk geval eenige ter zake van zoodanige handelingen gevallen uitspraak van een kerkelijk bestuur geene rechtsgevolgen ten aanzien van de bevoegdheid der gecensureerden op 't stuk van de beheersregeling in hunne gemeente kan hebben, indien die gemeente zelve naar hare bevoegdheid heeft bepaald, dat eventueele censuur niet van de bevoegdheid tot deelneming aan het beheer zal uitsluiten.

Men houde nu toch scherp de rechtsvraag in het oog waarover dit geding loopt.

Socialistische sympathiën hebben als zoodanig met haar niets te maken, gelijk evenmin afkeer van de idealen velen St. A. Parochianen het oog voor het strikte zuivere recht mag doen sluiten, of invloed op de beslissing behoort uit te oefenen.

Dat de ontzette lidmaten socialisten waren doet voor het recht op 't punt van het beheer niets ter zake.

Dat is eene toevallige omstandigheid, welke men op zich zelf betreuren kan, doch die geen afbreuk doet aan het recht der gemeente om naar eigen goedvinden hare beheersaangelegenheden te regelen.

Bovenbedoelde lidmaten zijn dan ook niet ontzet omdat zij socialisten waren, maar alleen omdat zij hadden deelgenomen aan d* bekende wijziging van het reglement op het beheer in hunne op dit punt geheel vrije gemeente.

Dat is het geïncrimineerde feit. Die uit het oogpunt van het geldend recht der gemeente volkomen onwraakbare handeling is door het Class. Bestuur van Leeitivardeti als «verstoring en rust" gequalificeerd (zie de uitspraak van dat Bestuur in de Kerkl. Cotert. van 12 Maart 1893).

Het is dus geheel verkeerd en benevelt het oordeel over de zuivere rechtsvraag, waarover het in dit geding gaat, wanneer men dit noemt — geüjk in het bericht der N. Rott. C. geschiedt — «eigenlijk eene quaestie tusschen het classicaal bestuur van Leeuwarden en de afgezette socialistische lidmaten."

Neen, het is eigenlijk en zeer bepaald eene quaestie tusschen de Gemeente en het Kerkelijk Bestuur over de Classis waartoe zij behoort; — tusschen de Gemeente, die krachtens den, door de houding der Synode in dezen beheerschten, wil der Kerk tot dusver ter zake van BEHEER en beheersREGELlNG VOLKOMEN VRIJ is, en het Class.

Bestuur van Leeuwarden, dat ganschelijk onbevoegd van eene naar het recht der Gemeente volkomen rechtmatige handeling veler lidmaten eene tuchtzaak heeft gemaakt, endoor zijne onrechtmatige censuur op m. i. zeer bedenkelijke wijze in die Gemeente orde en rust in gevaar heeft gebracht.

Het ware, dunkt mij, zeer te wenschen, dat de Kerkeraad te St. Anna Par. ten spoedigste de noodige stappen deed om, naar artikel 38 al. 2 van het Regl. voor kerkelijk Opzicht en Tucht, tot opheffing van de onverdedigbare «ontzetting van het lidmaatschap" te kunnen overgaan. Wordt het niet inderdaad hoog tijd, dat die Gemeente weer zooveel mogelijk in haar geheel wordt gebracht?

Doch dit nu daargelaten, — zooals reeds gebleken is moet, naai-mijne overtuiging, de uitspraak van Leeuwarden's rechtbank volmaakt correct en strikt rechtvaardig worden genoemd.

Inderdaad, thans, nu er geene algemeen verbindende kerkelijke wet op het beheer bestaat, en zoolang deze blijft ontbreken, zijn de Gemeenten ten aanzien van het beheer en de beheers regeling VOLKOMEN AUTONOOM.

Uit kracht van dit f e i t e 1 ij k bestaand recht kunnen zij doen, wat zij willen.

Mocht men te Si. A.-Par., of ergens elders — want waarlijk óók in andere Gemeenten gaat het somwijlen vreemd toe — nog veel ergerlijker dingen uitvoeren, dan tot dusver zijn geschied, niemand, en zeker geen kerkelijk bestuur, zal er iets tegen vermogen.

En nu bedenke men toch, dat het hier niet enkel de belangen geldt der Gemeenten met «vrij beheer"

— trouwens, dat zijn er in elk geval ± 400 — maar ook die der ruim 800 andere.

Het is waar, deze staan onder het zoogenaamd «Algemeen Toezicht". Doch wat dit beteekent, wordt men hier en daar en elders wel gewaar. Ik behoef daarvan hier niet verder te spreken. Slechts ééne herinnering betreftende eene zaak, niet van fin anci< ë? len, maar van diep ingrijpenden principiëelen aard. Zutphen staat óók onder «Toezicht". In weerwil van Kerkeraad en Synode blijven de kerkvoogden aldaar het protestantsch bewustzijn dier Gemeente krenken met het Roomsch symbool, dat boven den ingang harer hoofdkerk is geplaatst.

Tegenover dergelijke willekeur blijkt de Kerk thans machteloos te zijn, terwijl van de., .zijde van het «Algemeen Toezicht" geen herstel van rechtmatige grieven te wachten scjiijnt.

Doch al gaf dat «Toezicht" ook minder reden tot ergernis, dan bleef het nóg waar, dat er niets op te bouwen valt.

Want — de Gemeenten zijn vrij om zich er van los te maken, wanneer zij dat willen.

Bedoelde instelling toch is een instituut zonder rechtsGROND en zonder rechtsMACHT, daar het niet is geworteld in de voor de Nederl. Herv. Kerk geldende organisatie, en mitsdien ten aanzien van de Gemeenten dier Kerk geenerlei rechtsbevoegdheid — aan wien dan ook — kan verleenen.

Zij staat geheel buiten alle rechtsverband met onze Kerk, terwijl ook het hoogste Bestuur dier Kerk en de Provinciale Kerkbesturen NOOIT - -immers nooit kracht ens eenig rechtsgeldig kerkelijk reglement — in het Algemeen College en in de Provinciale CollegesvER-TEGENWOORDIGD ZIJN GEWEEST;

gelijk een-en andermaal door mij in openbaren geschrifte is aangetoond, en DOOR DE SvNODE DES VORIGEN JAARS, tegenover het optreden van Dr. S. D. van Veen, Mr. J. M. Rens en mij METTER­ DAAD IS TOEGEGEVEN (Syn. Hand. 1893, bl. 513 en 526; vergelijk ibidem, bl. 432 en mijn: «In naam van historie en recht!" bl. 135). De hier bedoelde vrijheid der Gemeenten is door eene reeks van feiten bewezen. (Naarden, 1882, Nieuw-Sclieemda, 1885, Over-en Neder-AasseltlZi6 — een maand later uit eigen beweging terugge­

keerd — Werkeiuiam, 1894). Mocht die vrijheid nu of later in rechte worden betwist, dan zal zij, naar mijne overtuiging, — nl. indien de zaak niet op eene exceptie, maar in het hoogste ressort ten principale zal worden beslist — door den burgerlijken rechter ongetwijfeld worden gehandhaatd.

Derhalve —-dit staat ten aanzien van alle Gemeenten vast; op het gebied van beheer en beheers regeling kunnen zij thans vrijelijk doen al wal zij verkiezen.

Alleen de Kerk, als geheel, die tot dusver aan de Gemeenten die vrijheid heeft toegelaten, kan orde en regel te dezen opzichte scheppen en handhaven.

Doch de Kerk kan dat enkel doen langs den in haar Algemeen Reglement aangewezen weg. En op dien weg moet de Synode den eersten stap zetten. OP HAAR ALLEEN dus rust de enorme verantwoordelijkheid wegens het blijven ontbreken van de kerkelijke wet, die de Gemeenten aan goede orde en vasten regel binden moet.

Men houde toch, in weerwil van, of liever juist wegens de voortdurende weigering der Synode, met kleramenden ernst bij haar aan op die zoo dringend noodige kerkelijke wet!

Kerkeraden, Ringen, Classicale Vergaderingen, lidmaten en leden der Gemeente, gij allen, die met mij de goederen en de belangen der Gemeenten beveiligd wilt zien —

laat u toch bij de Synode hooren, en vraagt haar met een beslisten en krachtigen wil, dat zij der Kerk het HAAR TOEKOMEND RECHT toch niet lan­ t ger onthoude!

r Voor ons is dit proces niet weinig interessant, omdat het hier zoo veelszins dezelfde quaestiën geldt, die in 1886—87 aan de orde waren, maar toen meer dan eens in anderen zin werden uitgewezen.

Nu wordt erkend, dat schorsing of censuur in zake het vrij beheer er niets toe-of afdoet.

Destijds hielp de politie onverwijld al wie als wegens beheerszaken gecensureerd, geacht werd ook als kerkvoogd ontzet te zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 april 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 april 1894

De Heraut | 4 Pagina's