S. J. SEEFAT

Vrije Universiteit.

Nog steeds blijft de naam svnje VniveTsiteh" weinig strooken met de werkelijkheid. Wel bepaalt art. 199 van de wet op het hooger onderwijs, dat het sieder Nederlander, ieder vreemdeHng, die de bij art. 3 bedoelde vergunning bezit, alle erkende vereeniging en ieder kerkgenootschap vrijstaat eene bijzondere school van hooger onderwijs te openen." (Wil men daartoe overgaan, behoeft men niet anders te doen dan daarvan kennis te geven aan het gemeentebestuur en aan den minister van binnenlandsche zaken, met overlegging van de reglementen of statuten.)

Wel is men gedwongen ieder jaar aan Minister en gemeentebestuur een beredeneerd .verslag, omtrent den toestand der aldus opgerichte scholen, in te dienen. Wel wordt men bedreigd met geldboeten, ja zelfs sluiting, indien men zulks verzuimen mocht. Maar al moge nu ook verder de vrijheid niet aan banden gelegd worden, zoo gevoelt men toch, dat deze vrijheid nog lang niet is, wat wij noodig hebben en waarop wij aanspraak maken. Vrij te zijn om in een land te wonen, is nog iets geheel anders dan te deelen in de voorrechten, die den burger des lands toekomen. De door de overheid zelve gestichtte en onderhouden scholen voor hooger onderwijs, genieten niet alleen het groote voordeel, dat alles voor haar uit de publieke kas betaald wordt en zij nimmer door geldelijken bezwaren belet worden, zich zoo in te richten en uit te breiden als de eischen der wetenschap vorderen; maar een nog veel grooter voordeel valt haar ten deel. Deze scholen zijn de kweekplaatsen, waar de »officieele wetenschap" wordt beoefend; haar hoogleeraren zijn de vertegenwoordigers dier ^wetenschap" en tevens de keurmeesters, die beslissen of de jonge man, die zijn studiën voleind heeft, al dan niet voor ^wetenschappelijk" kan doorgaan; terwijl aan het oordeel der hoogleeraren der »bijzondere scholen van hooger onderwijs" niet de minste officieele waarde wordt gehecht. Dit is zeer onredelijk, daar het met de eene hand schijnbaar iets geeft, om het terstond daarna met de andere weer terug te nemen. Immers de wetgever zegt: »gij moogt vrij een schooi voor hooger onderwijs stichten en ik zal haar als zoodanig erkennen; " doch aan den anderen kant zegt hij wederom: sof gij er zijt of niet zijt, deert mij niet; aan de vruchten van uw arbeid ken ik geen de minste waarde toe. Vgor mij, overheid, is het alsof gij niet bestaat." Dat is geene vrijheid van hooger onderwijs, waarmede wij genoegen mogen nemen.

Naar mijn innige overtuiging mogen er geen Overheids-Hoogescholen zijn met eene officieele wetenschap; maar moet de Overheid alleen de behulpzame hand bieden aan de bevordering van het hooger onderwijs, zoodat wij niets anders moeten hebben dan Vrije Universiteiten. Alleen op die wijze kan de wetenschap zich vrij en onbelemmerd ontwikkelen.

Maar inmiddels is wel het minste wat wij kunnen eischen, dat aan de wetenschappelijkheid der Vrije Universiteiten dezelfde waarde worde toegekend, ' als aan die der Overheids-Scholen; zoodat de rangen, door eerstgenoemden verleend, niet in waarde worden achtergesteld bij die, welke laatstgenoemde vaak zoo kwistig uitdeelt.

De jongste debatten in de Tweede Kamer hebben ons echter wederom doen zien, hoever het schijnbaar nog in de toekomst ligt, dat deze beginselen van gerechtigheid door de machthebbers dezer wereld worden erkend. Maar dat hindert ons niet, noch houdt ons terug van dfe bepleiting van ons goed recht. Onze

Rechter toch is in den Hemel en Hij doet al wat Hem behaagt. Op zijn tijd zouden zelfs de felste tegenstanders moeten gehoorzamen aan zijn wil en recht enj gerechtigheid doen op de aarde, , ,

Daarom leggen wij onze belangen in ootmoedig en aanhoudend gebed voor Hem neder, en roepen wij elkander ook in den nieuw begonnen jaarkring toe: Broeders en zusters, deelgenooten eener zelfde hope, ïlaat ons, goed doende, niet vertragen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zoo wij niet verslappen." Dit is de belofte des Heeren. Daarom blijve onze leus: Voorwaarts in Zijnen Naam. De gelederen gesloten gehouden, opdat de vijand ons niet verdeele en verstrooie, maar één in Hem en in onze heerlijke belijdenis, doende wat onze hand vindt om te doen met alle macht, en met heilige geestdrift voor de eere onzes Koningsl

Zeker zullen alle vrienden met groote blijdschap vernomen hebben, dat onze beminde Hoogleeraar Dr. Kuyper op Oudejaarsavond uit het buitenland is teruggekeerd. Hij is zoover hersteld, dat de medicijnmeesters geen bezwaar vonden in zijn terugkeer naar kouder luchtstreek. De blijdschap zijner huisgenooten en vrienden was groot hem nè, zes maanden afwezigheid weer terug te zien en ook zijn eigen hart was vervuld met dank aan den Heere. Ook onze dank stijge op tot God, die Zijnen knecht nog in het leven spaarde en hem ons weer terugschonk om nog onder ons te getuigen en te arbeiden. Mogen nu ook de krachten allengs geheel terugkeeren, en bij ons allen de geestelijke vrucht dezer beproeving niet uitblijven (Hebr. 12 v. 11).

In dank ontvangen : Voor de Vereeniging: Aan Contributiën:

W, HOVY.

Door den heer C. J. Leih, te Leiden/43, 30; door den heer G. Knijpers, te Sprang / 56; door Ds. W. B. Renkema, te Rijnsburg / 35; door den heer G. J. van Goor, te Kampen ƒ 72.50; door den heerJanUdo, teZennewijnen ƒ 66.50; door Ds. B. B. v, d. Hoorn, te Domburg ƒ 10; door den heer T. van den Brink, te Renkum ƒ 32.50; door den heer M. vam Veldhuizen, te Breda ƒ 15.50; door den heer J. van Ginkel, te Nijmegen ƒ 84.50; door den heer Johs Krap, te 's-Gravenhage (2de storting) ƒ 136.65; door den .heer J. Wielenga, te Gauw

ƒ 47-50-

Aan Collecten:

(Voor de Theol. faculteit) van de Geref. kerk te Kampen B / 15 ; van idem te 's Gravenzande /i5, io; van idem te Lutten/6.06; van idem te Hardenberg c. a./9.28; van iedcm te Winschoten ƒ21.26; van idem te Oostwold/13.41; van idem te Pernis ƒ 13.28; van idem te Voorburg (halve collecte) ƒ 4.60; van idem te Schettens c. a. / 4.901/2; van idem te Dieren A

/ 24-9S- Aan Sciienkingen: Door den heer G.|W. Nederbragt, gevonden in de coU. der Geref. kerk te Velp B / i; door den heer Johs. Krap, te 's Gravenhage, van de Vereen, sde Waarheid zal u vrijmaken" ƒ 13.35; door den heer j. Wielinga te Gauw, van P. R. S. ƒ 2.50; door de Diaconie der Geref. kerk, te Amsterdam B, gecollecteerd in de school Planciusstraat i coupon van ƒ 2.10.

Voor het Studiefonds:

Bij Prof. Dr. A. H. de Hartog ingekomen; collecte van de Geref. kerk te Bolues ƒ 4.14.

Hilversum.

S. J, SEEFAT,

Penningmeester

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen