Tegen de drankzonde

Gelijk we reeds in een onzer vorige nummers opmerkten, valt niet te ontkennen, dat vooral in de noordelijke provinciën ook onder de leden der Gereformeerde kerken, de booze drankzonde nog haar slachtoffers vergt.

Het was ons daarom een oorzaak van vreugde, dat juist uit het noorden het initiatief uitging, om met de hulpe Gods een dam tegen dezen stroom der boosheid op te werpen.

Te hard oordeelen we hier niet.

Ons vochtig klimaat doet vaak behoefte aan verwarming ontstaan; en waar ons land geen wijn produceert, is het niet dan natuurlijk, dat men zich hier te lande van oudsher behielp met geestrijke vochten.

Het gebruik hiervan is vooral in het noorden eeuwen oud, en zulk een traditie bewerkt de publieke opinie. Er wordt noch kwaad noch gevaar in gezien. Van gebruik komt misbruik. Zelfs bij begrafenissen is het rondgaan van den beker met sterken drank niet zeldzaam. En men zegt — we weten niet of het waar is — dat er zelfs hier en daar een enkele onder de voorgangers der gemeente is, die ook in dit bedenkelijk gebruik van sterken drank zijn gemeenteleden nog voorgaat.

Nu is het tevens waar, dat onze eeuw in het gemeen het gebruik van bedwelmende middelen ongemeen bevorderd heeft. Dit geldt van de amfioen, en het geldt van alle alcoholia. De overprikkeling van het zenuwleven schijnt hier oorzaak van te zijn. Er werken stellig demonische invloeden onder. En men mag dus vaststellen, dat er thans meer dan vroeger gevaar bestaat voor misbruik en zonde.

Overal nu waar misbruik tot zonde leidt, is bestrijding van die zonde geraden en plicht.

Dat dit ook onder ons almeer wordt ingezien, is ons daarom oorzaak van blijdschap, en met geen geringe belangstelling hebben we afgewacht, wat de vergadering die te Utrecht zou saamkomen, in dit opzicht zou leveren.

Een gevestigd oordeel hebben we hierover nóg niet, daar het in de bladen verschenen verslag uiterst beknopt was.

Reeds nu echter mogen we niet verhelen, dat hetgeen vermeld werd als besloten, ons te zeer imitatie lijkt.

Het zou een Vereeniging worden met een Bestuur, en wie tot die vereeniging toetrad zou zich door belofte moeten verbinden, of om zich geheel van allerlei drank met geest erin, óf om zich van sterken drank te onthouden.

Dit nu is precies hetzelfde wat andere Vereenigingen doen, en zou geen de min.ste toepassing geven van wat onzerzijds op het niet-ascetische standpunt, te doen stond.

Toch vellen we geen oordeel. We wilden zoo gaarne, dat het tot iets kwam, waarop ieder onzer van harte ja en amen kon zeggen. En nog blijven we hopen, dat er dieper gedacht en beter gezonnen is, dan uit dit korte verslag van de bladen zou blijken.

Het is, hiervan zijn we overtuigd, ook den broederen die te Utrecht samenkwamen, te doen om den strijd tegen dat booze kwaad aan te binden met wapenen uit ons eigen tuighuis.

Of wel, kan men dat niet, laat men het ons en anderen dan duidelijk maken wat ons recht geeft, ons op een lijn te begeven, die velen dunkt min geraden te zijn.

Een der bedoelde broederen was zoo goed, ons voor eenigen tijd een ingezonden stuk te zenden, dat een donker tafereel ophing van de drankzonde bij sommige leden onzer kerken.

We plaatsten: dit niet, omdat we een publiek blad daarvoor niet geschikt achten.

Wat publiek behandeld moet worden, is niet het kwaad in de familie, maar de geneeswijze die door de tradition van de familie wordt geëischt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen