GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Practicisme.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Practicisme.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Het goede in deze Zendingsbeweging behoeft ternauwernood in het^ licht gesteld. Er kwam een inhalen van wat de kerken verzuimd hadden. De groote gedachte dat de Christelijke Religie wereldgodsdienst is, en dat niet enkel Europa, maar heel de wereld voor Christus moet worden opgeeischt, drong weer door tot veler bewustzijn. In de stilstaande, en daardoor onfrisch geworden wateren, kwam weer strooming. Er kwam een dusver ongekende actie op. Het gebed werd in bidstonden weer als kracht erkend. En bovenal, men leerde geven, veel geven, almeer geven; en de duizenden die eerst geofferd werden, groeiden al spoedig tot miüioenen aan. Al te gader prijslijke en goede dingen, waaraan zich op den duur nog dit gewenschte toevoegde, dat de afsluiting van kerk tegenover kerk een plank minder hoog werd. Men kon nu allengs ten minste over de heining kijken, en na ettelijke jaren werkten zendingsvrienden uit allerlei leerken op Zendingsgebied saam.

Edoch, deze schoongegraveerde medailje bleek al spoedig ook haar keerzijde te hebben, en wel allereerst deze, dat het Practicisme in deze geheele beweging al spoedig tot vertoonmakerij leidde, tot wat men met een Engelsch woord noemt: ShovDAsxa& . Men versta hieronder, dat er zekere drang opkwam, om wat men deed als bzdtengewoon gewichtig te doen voorkomen, om de resultaten ervan te flatteeren, om te maken dat ieder wist wat men deed, om wat men deed op drukke, luidklinkende wijze te doen, en op alle manier toe te geven aan de zucht naar wat men thans noemt reclame. De meer deftige wijze waarop de kerk pleegt te arbeiden, werd prijsgegeven; er werd zending gedreven op de manier waarop de wereld haar zaken drijft. Maria werd geheel door Martha verdrongen. Het glazuur van de schuchterheid in het heilige spleet af. „Leven in de brouwerij" was de leuze geworden. Het was, of de prikkel voor deze actie meer door een stoot van buiten, dan door de innerlijke werking van den Heiligen Geest moest komen. Het is zoo, het gebed en de bidstond werd gedurig met nadruk op den voorgrond geschoven, maar de uiterlijke manier waarop dit alles toeging, maakte. soms den pijnlijken indruk, dat het ook bij die bidstonden meer om de reclame én de collecte, dan om de wezenlijke kracht des gebeds te doen was.

Men tooverde met cijfers van saamgebrachte gelden, en met cijfers van gedoopten. Verslag na verslag, liefst met plaatjens en prentjens, moest de opmerkzaamheid boeien. Zonder eind werden allerlei vereenigingen en hulpvereenigingen en kindervereenigingen opgericht. Al die vereenigingen hadden besturen en bestuurtjens, hielden vergaderingen en jaarsamenkomsten, en op die samenkomsten werd al het denkbare gewaagd, om toch maar veel menschen te trekken. Het moest een succes zijn, of men was teleurgesteld. Sprekers vooral van naam werden aangezocht, er werden vertooningen met kalklicht gehouden, allerlei dingen uit vreemde landen werden tentoongesteld, zelfs liet men inboorlingen uit verre landen overkomen, om gezien te worden. Alles was goed zoo het maar trok.

Van zelf teekenen we dit wat scherper, om het verschijnsel, dat we wraken, goed voelbaar te maken; maar dat deze algemeene trek heel deze actie kenteekende en verzelde, valt eenvoudig niet tegen te spreken. En uit dit ééne verschijnsel kwam een tweede op: de verheffing buiten mate van wie bij de zending in dienst ging. Een uiterst gewoon jong man, die zich voor de zending aanmeldde en gekweekt was, werd in zijn qualiteit van broeder-zendeling plotseling een hoog interessant persoon. Daar haalde een gewoon dominee niet bij. Zijn portret moest heel het land door. Overal moest hij optreden. Zijn reis op schip of

boot was iets zoo bijzonders, dat het bericht er van en het verhaal er van ifl aile bijzonderheden wereldkundig werd gemaakt. Ook zijn vrouw, de zuster, deelde in die interessantheid. Ook zij was publiek persoon geworden.

En te midden van deze drukte en deze interessantheid, van en voor alles wat met de zending samenhing, dook toen nog het gansch begrijpelijke, maar toch zoo diep betreurenswaardige euvel op, dat men zich voor het relaas van heel deze bewegingen, bediende van een godsdienstige terminologie, die, innerlijk hol, aan dit alles een gewijd karakter moest geven. Overal werd „de Heere" bijgehaald, bij te pas gebracht. Er was in al wat op de zending betrekking had een bijzondere daad des Heeren, in zijn bestel en bestuur, in zijn verhooring des gebeds, in zijn neigen der harten, in zijn bewaring en bescherming, in den zegen, dien Hij op allen rusten deed, en die dienst deed als bewijs, dat men op den goeden weg was, en den juisten persoon en de juiste middelen had gekozen. Als een schip met een zendeling aan boord, door den storm heen, behouden was aangekomen, heette het ongeveer, dat het om dien zendehng gespaard was. Zoo werd op alles een gewijd cachet afgedrukt, en wende men het publiek aan de valsche voorstelling, alsof het zendingswezen een bijzonder iets was, waarbij een geheel aparte levensbeschouwing hoorde.

Een wijze van doen, daarom te gevaarlijker, omdat het er zoo van zelf ingaat, en men, er zoo licht aan went. Natuurlijk is Gods bestel en bestuur xn alles, neigt Hij aller hart, en kan niets zonder zijn zegen gedijen. Vrome zin merkt hier op, en een vroom winkelier ziet in eiken klant die tot hem komt, een van God gezondene. Maar daarom maken we toch onderscheid in ons spreken tot anderen, en vooral bij ons spreken in het publiek. Vroomheid is schuchter, loopt niet met haar innigheid te koop. Men merkt Gods doen op voor zich zelf, men dankt er voor in enger kring, maar men afficheert het niet.

Publiek er over spreken, doet men alleen bij zeer gewichtige gebeurtenissen, bij buitengemeene uitreddingen, bij zeer groote offers die gebracht worden, zoodat ook voor anderer oog het doen Gods in het oog springt. Maar juist deze onderscheiding ging bij het zendingswezen geheel te loor. Het moest hier alles bijzonder heeten, alles moest hier als iets buitengewoons worden aangemerkt, en van alles en bij alles moest het voor aller oog gedrukt en voor aller oor worden uitgeroepen, dat dit alles onder bijzondere leiding des Heeren had plaats gehad. En al was dit nu in den eersten aanloop eerlijk en oprecht bedoeld, het kon toch niet anders, of al spoedig werd het een doode formule, die men neerschreef en uitsprak, omdat ze er zoo bij hoorde, en die de taal van het hart door lippentaai of pennentaal verdrong.

Wat de leeraarsstand op kleiner schaal bedorven had, sloop hier op breede schaal in. Gelijk men vroeger die breede aankondigingen las van een leeraar, wiens hart bij beroep, na veel worsteling, door God geneigd was, om te gaan of te blijven, zoo werd het nu ook hier, maar hier op veel breeder schaal, toegepast, alsof het alle apostelen waren, en alsof elke zendeling apostolische interessantheid bezat. Het liep niet overal even erg. Het Leger des Heils heeft aller record geslagen. Maar toch, principieel drong deze gevaarlijke microbe allerwegen door. Het werd de wildheid, de onfijnheid, de zeliingenomenheid van een geestelij k-democratische drukte. En al ontkennen we niet, dat God de Heere ook uit dit kwaad niet zelden veel , goeds heeft doen voortkomen, toch ontslaat dit ons niet van den plicht, om op de7.e wondeplek den vinger te leggen. In den grond woelde hier onwaarheid, onwaarheid in cijfers, onwaarheid in vertoon zonder wezen, onwaarheid in de heilige formule. Een onwaarheid, die, helaas, ook aan het kerkelijk wezen niet vreemd is, maar die hier toch een hoogte bereikte, als in het kerkelijk wezen nooit gezien was.

En hierbij kwam nog veel meer.

Geheel deze Zendingsactie leed aan deze é sluitende inconsequentie, dat ze in ijver ont­ h stak voor de afgedoolden in verre land­ d streken, maar voor de afgedoolden in eigen omgeving koud liet. IJver voor de zending blonk uit, waar men tegert het ongeloof van eigen familieleden geen hand uitstak. In andere werelddeelen moest de Christelijke religie uitgebreid; maar met de Heidenen onder eigen volk leefde men rustig voort, alsof de waardij van hun ziel niet in aanmerking kwam vergeleken bij de ziel van een Moor of Indiaan. Ginds moest de kerk gesticht, maar in eigen stad en dorp liet men zijn kerk verkwijnen aan bloedarmoede. Voor de Zending offerde men willig, voor den nood van zijn eigen kerk vond men de kleinste bijdrage te veel. Alles een jacht op het bijzondere, op het buitengemeene, waarbij de liefde voor het ordinaire en gewone geheel in de schaduw werd gesteld.

Dat sloeg vanzelf van de kerk op de Confessie over. Wat gaf men nog om een stuk der belijdenis waarvoor onze vaderen ten bloede toe hadden gestreden.' Wat deed liet er toe, of het Arminianisme met zijn menschelijke zelfverheffing weer welig voorttierde! Bij de Heidenen had men met dat alles niets te maken, zoo men hun maar het Evangelie bracht. En of dat EvangeHe ook al door sommigen verstaan werd in een zin, die geheel tegen ons verleden en tegen den ons toebetrouwden schat der' waarheid inging, dat deed er niet toe. Het was en Weef toch alles het Evangelie, en het Evangelie kon men immers op een stuivertje schrijven.

Zoo kreeg alle dwaling en wanbegrip vrij spel, zoo werd men zelf voor alle fijner ontleding der waarheid onverschillig; én toen nu allengs de verloochening van het Schriftgezag insloop, en zelfs de persoon en het wezen van den Heiland geheel in strijd met de Schrift werd voorgesteld, ging het tóch niet aan, zich hiertegen te verzetten. Immers ook die afgedoolden waren zendingsvrienden, en niet de Schrift, maar zendingsijver werd toetssteen van waarheid.

Eindelijk kwam hier nog dit laatste kwaad bij, dat de Zending, van de Kerk los, in verband trad met allerlei politieke en commercieele overwegingen. Dat was minder hier, dan onder de Engelsche en Amerikaansche zendelingen het geval. Hun zending moest tevens aan de glorie van hun land dienstbaar worden gemaakt. De zendelingen gingen voorop, de soldaten en kooplui kwamen achter hen aan; en in menigte zijn ze te noemen, de landstreken, die feitelijk door de zending niet voor het Koninkrijk van Christus, maar voor het Britsche koninkrijk veroverd zijn. Denk slechts aan Zuid-Afrika, en aan den geest die ten opzichte van Afrika van de zending is uitgegaan. Ook aan wat de Boeren van de Engelsche zendelingen te verduren hadden. En wat de Amerikaansche zendelingen aangaat, kan elk deskundige u zeggen, hoe zij maar al te vaak hun heilige zaak aan de zaak van de republiek en van de busituss huwden.

Dit alles sta hier niet als verwijt. De kerken blijven hier de hoofdschuldigen. Zij hadden haar taak verwaarloosd, haar roeping vergeten. En de actie, die toen uit den boezem der geloovigen is opgegaan, steekt haar nóg de oogen uit. Zonder die actie zaten we nog in het oude moeras, en het is wel waarlijk door deze actie, dat God de Heere ten slotte de kerken weer tot jaloerschheid verwekt heeft, en tot nieuw krachfsbetoon bezielde.

Maar al v/ordt dit volmondig erkend, daarom mag het oog niet worden gesloten voor de donkere schaduv/zijde die op heel deze actie rust. Ze miste het verband met de kerk van Christus. Ze miste de juiste evenredigheid tusschen de actie van den wil, van het gemoed en van het geheiligde denken. Ze daalde van de bergen af als een wilde waterstroom, maar groef zich geen bedding uit, die tusschen de gewenschte oevers was ingesloten.

Het was practicisme. Behoefte aan krachtsuiting, behoefte aan uitwendige bezigheid, behoefte aan drukte, behoefte aan resultaat, behoefte aan succes. Ieder moest aan het werk gezet. Om die drukke actie door te zetten, moest de reclame in dienst genomen. En om die reclame geestelijk te tinten, moest het heilige naar beneden getrokken, en het teeder gemoed geschokt, de waarheid opgeofferd worden. En juist daardoor staat ze thans in de wereld als een macht van ongelooflijke afmeting, maar zonder dat de Heidensche wereldmacht of de Islam in of buiten Europa er ook maar door geschokt is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1900

De Heraut | 4 Pagina's

Practicisme.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 oktober 1900

De Heraut | 4 Pagina's