HET LIED VAN DE VLOKKEN.
Jesaja I : I8b.
Een lezer zond ons in poëtisch kleed onze Meditatie over: „Wit als de sneeuw'^ terug: Luister wat hij zong:
De donzen vlokken dalen Al dwarlend op den grond; Wat wondere, witte wereld Schept God de Heer in 't rond!
Bepluimd zijn dorre takken, Verbreed is elke lijn. Versmolten kleur en tinten In smetteloos kristallijn.
Wit bont omzoomt de kleeding. Elk' afstand is vergroot; Verbloemd zijn vunze vaalten Door 't kleed uit 'shemels schoot.
Daalt! symbolieke vlokken. Gij tolken van Gods trouw! Zingt zoete, zalige zangen Voor 'sharten diepste rouw.
„Al waren ook uw zonden „O ziel! scharlakenrood, „Zij zullen sneeuwwit worden „Door 't bloed dat Eén vergoot.
„Kom vrij met al uw zonden, „Belijd z' oprecht den Heer: „De sneeuw van Gods genade „Bedekt ze lieflijk teer.
„Blijf dan niet langer wroeten „In uwe schuld en schand; „Dat eindeloos turen, treuren „Verlokt, verlamt uw hand.
„Wilt gij 't mysterie kennen, „Dat dekt uw droeve schand', „Zie dan op Gods genade, „Die zonde en zorgen bant.
„Daar op de heilige bergen „Glanst sneeuw uit Godes hand, „De sneeuw van zijn genade, „Als flonkerend diamant.
„Het 't hijgend hart naar boven! Dat schenkt weer koningsmoed; „Slechts 't leven van genade „Bindt vleugelen aan uw voet!"
Ons was het een voorrecht, dit gedicht te lezen. Het toont, dat ons woord een hart Irof. En dat is voor wie schrijft, het rijkste, loon.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 10 maart 1901
De Heraut | 4 Pagina's