GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN GESPREK.

II.

Terwijl Liset.te het boek doorbladerde en nu en dan een uitroep van bewondering liet hooren, vertelde de meester haar van zijn tochten door bosch en veld. Daar had hij de dieren en planten, hun aard en levenswijs gadegeslagen, met al de nauwkeurigheid van een liefhebber, en vooral met den blik van een m.an, die ge leerd heeft, dat de „Schepper is uit zijn schepselen te kesnen, " en die uitroept: Hoe groot zijn uw werken, Heere. Gij hebt ze alle met wijsheid gemaalst'

„Waarlijk dikwijls moet ik denken", zoo be sloot hij met geestdrift zijn woorden, „juist in het kleinst*, openbaart zich Gods goedheid en wijsheid het meest. Wel mogen wij ook hier zeggen: Alle dingen bestaan tezamen door Hem.

Opmerkzaam had Lisette naar de woorden van haar man geluisterd. Thans echter stond zij op om den kleinen Nicole, die in slaap gevallen was, naar bed te brengen.

Op hetzelfde oogenblik vernam men voetstappen in den tuin. De handelaar van wien wij zoo even spraken, was, op zijn kloppen geen antwoord krijgend, het huis binnengeloopen en naderde nu de werkplaats. Snel legde meester Bernard zijn penseel neder, en trad met een vroolijke uitdrukking op het gelaat op den aangekomene toe,

„Zijt gij het, vriend Hamelin? " sprak hij, hem verwelkomend. „Wat een eer en vreugd voor mij, u hier te zien."

De bezoeker glimlachte. „Den Heere zij dank, " sprak hij, „voor zulk een ontvangst, die mij waarlijk niet overal te beurt valt. Maar ik weet het: Gij hebt reeds m.eer getoond, te behooren tot hen, die zich hun geloof niet schamen, en geen menschenvrees kennen".

„Hoe verblijd zullen de broederen zijn, over uw komst!" riep de schilder vrolijk uit. „Vooreerst zijt gij mijn gast. Ik weet waartoe gij komt Maar onze vergadering vindt eerst plaats als het donker is; dat is veiliger. Want de tijden worden al dreigender en ernstiger."

De gast zette zich neer en de schilder ontdeed hem van een bijna ledigen zak, dien de bezoeker aan een riem gedragen had.

„Ik moet een nieuwen voorraad Bijbels aanschaffen, " sprak de nieuw aangekomene.

„Een goed teeken, " was het antwoord.

Hamelin leidde een even moeilijk als nuttig leven. Hij was een leerling van Calvijn, die eenige jaren geleden, in deze streken een toevlucht had gezocht, en stelde zich in het bijzonder ten doel, de verbreiding van Gods Woord. Wel was dit, sinds de drukkunst algemeen was geworden, niet meer zoo schaarsch, dat men voor een enkelen Bijbel honderden guldens of een stuk gronds betaalde, maar toch was het Woord Gods nog ver van algemeen verbreid. Daarbij kwam, dat de pauselijke kerk evenzeer het overzetten van den Bijbel, in de landtaal veroordeelde, als zij het lezen en verspreiden van den Bijbel met geweld tegenging. Zoowel het een als het ander, kon iemand de zwaarste straffen, ja den dood berokkenen. Herhaaldelijk werden ook geheele stapels, zoogenaamde kettersche Bijbels in het openbaar verbrand, als een voorbeeld van wat hen wachtte, die ze verkochten, kochten of lazen.

Toch had dit al Hamelin niet weerhouden, om te doen, wat zijn hand te doen vond. Hij had een eigen drukkerij opgericht, en kon zich zoo telkens van Bijbels voorzien. Met deze reisde hij dan het land af om hen te verkoopen, soms ook wel ten geschenke te geven, waar men zulks begeerde.

In 't gesprek tusschen de beide mannen, verhaalde de gastheer, hoe het te Saintes met de goede zaak stond. Bemoedigend klonk dat niet. De vijandschap der geestelijkheid werd steeds grooter even als elders in Frankrijk.

Tal van personen waren reeds om hun vrijmoedige belijdenis der waarheid gevangen genomen en ter dood gebracht. Ook in Guienne stond het ergste te vreezen.

„Maar, " zoo eindigde meester Bernard, „al bloedt ook het hart bij al het lijden en de verdrukking der broederen, toch hebben wij goeden moed, want uit het bloed der martelaren en rechtvaardigen, zal een rijke oogst opwassen."

„Gewis, " antwoordde Hamelin, „wanneer de Heere God zijn licht ontsteekt als een vlammend vuur, dan ontsteekt de Satan in woede. Hij schopt dan vaak het vuur uiteen, maar be derft daardoor juist zijn eigen zaak. Want de vurige sprankels vliegen nu overal rond en zetten alles in vlam. Dat zullen zijn dienaren, die zich priesters noemen, tot hun spijt ondervinden."

Op dit oogenblik keerde Lisette terug en zei:

„Er is zoo even een bode geweest, Bernard; hij kwam van sire (heer) Antoine de Pons. De edele heer laat u vragen, morgen op het kasteel te komen; hij heeft u een werk op te dragen." Mr. Bernards blik verhelderde bij de goede boodschap en Hamelin sprak:

„Ik wensch met u die opdracht geluk, lieve vriend. Sire Antoine, is een edelman in den rechten zin des woords en niet ten onrechte, heet zijn vrouw wijd en zijd: De goede vrouwe van Pons."

„Ja, " sprak de kunstenaar, „'t komt als van God gezonden. Gij moet weten, 't heeft mij al lang aan werk ontbroken, dat wat opbrengt. En dat is kwaad, wanneer men voor vrouw en kind naar behooren wil zorgen."

In vertrouwelijk gesprek brachten de beide broederen in hetzelfde allerheiligst geloof de stille avonduren door. Eindelijk stonden zij op en gingen de deur uit. Het was geheel donker, te meer daar straatverlichting toen onbekend was. Voor een huis in een achterstraat hielden zij stil. Meester Bernard klopte en op zijn roepen ging de deur open.

Daar binnen zat een kleine schare mannen en vrouwen, broeders en zusters in den Heere Jezus. Hugenoten, zoo als de pausgezinden hen noemden, Gereformeerden, die in Saintes een kleine groep vormden, van velen gehaat. Toch deden zij niet anders dan naar het Woord Gods leven. Doch zij ervoeren, dat de wereld hen haatte, de v/creld, al tooide die zich ook met den naam van „Heilige kerk."

CORRESPONDENTIE.

Op de beide vragen uit E. en A. hopen we weldra het antwoord te geven; die uit H. behoeft nadere aanwijzing.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 augustus 1901

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 augustus 1901

De Heraut | 2 Pagina's