GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Joodsche opvatting van den Sabbath.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Joodsche opvatting van den Sabbath.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van verschillende zijden wordt ons de vraag gedaan, welke Gereformeerde Synode in Nederland het heeft afgekeurd, dat men het hooi liever moet laten beder ven door den regen, dan het op Zondag binnen te halen, zooals door ons in een recensie was gezegd.

Gaarne willen wij deze vraag beantwoorden, omdat uit de ingezonden brieven blijkt, dat in vele streken van ons land de Engelsch-puriteinsche opvatting nog altijd heerschende is, en men het metterdaad als zonde beschouwt, in gevallen van noodzakelijkheid (want hiervan is natuurlijk alleen sprake) het hooi voor bederf te bewaren, wanneer daardoor Zondagsarbeid zou noodig worden.

De Synode, waarop zij doelden, was de Zuid-Hollandsche Synode, die in 1626 te IJsselstein gehouden werd. In art. 32 van de acta dezer Synode leest men:

„Ondertusschen dewijle over het onderhouden des Sabbaths voorss. eenige particuliere vreemde opinien vast in t' Landt incruijpen ende gestroeijt worden, tot de ontrustinghe van de conscientie der vroome luijden ende verkeerde verstrickinghe vande selve: als bij exempel:

Dat het niet geoorloft is op den Riistdagh, oock nae het eijnde vanden publijke7i Gods dienst, in vochte ende regenachtige daghen, het c oor en in te mennen, maer datmen 't selve moet laeten op het veld verrotten ende vergaen 20. Dat het onderhoiidt des Sabbaths niet toe en laei eetiige verlustinghe ende eerlijeke vermaeckinge stree kende tot verqidckinghe van den geest ofte lichaam des menschen, oock niet strijdende tegens eenich gebodt Godts, ende op andere tijden wel geoorloft. 3Q. Als mede datmen op den Sabbath, duerende, \gehjck) sommighe segghen, vierenlwintigh uren, ) niet eek woord mach spreecken, dat strecken sonde tot vorderiughe van ons daghèlijcx werck ofte beroepinghe; jae, dat oock 'niet een gedachte daermede mach beeiich weesen, ende verscheijdene andere diergelijcke dinghen meer. Soo is goetgevgnden. Dat de kercken ende Classen neerstelijck suUérv toesién, dat njetnand buijteri ofte teghen de voorss. Reguleh Synodi ïfc^tianalis: ijet opentlijk ofte int bijsonder leeren ofte drijven sel; ende soo ijemandt bevonden soude mogen worden sulcx te doen, sullen denselven, nae bevindinghe der saecken, daerover censureeren.

„Ende sullen mede de kercken neerstelijck letten, dat sulcke personen, die daer van merckelijck souden mogen verdacht wesen, niet lichtelijck en werden gevordert inde kercken, alwaer, diesaengaende, merckelijck, swaericheijt soude mogen ontstaen. Eijndelijcke, dat men evenwel niet lichtelijck ijemandt, diesaengaende, sal verdacht houden ende maecken mogen, maer dat de kerckendienaren in goede broederlijke liefde onder elcanderen vreedsaemelijck sullen wandelen"

Blijkbaar sloeg dit besluit op hetgeen door gnkele predikanten in'die dagen geleerd Tj/erd, of liever gezegd werd, dat zij leerden. Één dier predikafjten Ds.' Spiljardus te Gorkum, meende daarom bij deze Synode zich te moeten zuiveren en leverde een geschrift in, waarin hij verklaarde „dat hij noopende de Praktijke van de onderhoudinghe des Sabbaths even 'tzelfde gevoelen hadde 'twelck gestelt werd in Synodo Nationali: ende dat hij geresolveert was, noopende de Practjque alle Joodsche uperstities ende tegen Gods Woord strijende singulariteiten ende precysheden teghen e gaen."

Trouwens, in den bloeitijd onzer Gereforeerde Kerken is over dat punt nooit gechil geweest.

Alle practicijns in Nederland, zelfs zij, ie het strengst op de practijk van den abbath gesteld waren, dachten hier niet nders over.

Waar de Dordtsche Synode in haar beend advies over de Sabbathsquacitie beaald had, dat men op den Sabbath rusten moest van alle slaafachtige werken, uitgezonderd die de liefde en de tegenwoordige noodzakelijkheid vereischten, daar rekende men tot deze laatste ook de zorg, dat bederfelijke voedingsmiddelen.niet mochten verrotten.

Evenmin als het zonde was, op Zondag een kalf, dat in een sloot was geraakt, er uit te halen, een huis of stal, die in brand stond, te blusschen, een dijk, die op het doorbreken stond, te kisten, — oordeelde men dat het tegen Gods gebod was, hooi of koren, dat door een plotseling opkomend onweer dreigde vernield te worden, op Zondag binnen te halen.

Feitelijk was hetgeen de Zuid-Hollandsche Synode uitsprak, niets ander.=, dan de toepassing op een bepaald geval van hetgeen de Generale Synode onzer Kerken als algemeenen regel gesteld had.

Wie met de Dordtsche Synode erkent, dat „de werken van tegenwoordige noodzakelijkheid" op Zondag geoorloofd zijn, kan moeielijk anders doen, dan de juistheid van de uitspraak der Zuid-HoUand.Rche Synode erkennen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's

Joodsche opvatting van den Sabbath.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1902

De Heraut | 4 Pagina's