GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Staande als geslacht.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Staande als geslacht.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ik zag, en zie, in het midden van den troon, en van de vier die ren, en in het midden van de ouderlingen, een Lam staande als geslacht, hebbende zeven hoornen, en zeven oogen; de welke zijn de zeven Geesten Gods, die uitgezonden zijn in alle landen. Openb. 5 : 6.

Er komt weer een vragen naar de toekomst op. Thans heel anders dan in het midden der vorige eeuw.

Toen een dringen naar de dingen die komen zouden, een veel bezig zijn met de toekomst de.' Heeren, een geroep uit kerk na kerk opgaande: Kom, Heere Jezus, ja kom haastelijk; een Da Costa het eschatalogisch dogma bezingend, en aan de toekomst van Israël heel de toekomst der wereld vastknoopend; de wereld er om lachend, de spotter er den Chiliast om hoonend.

Thans daarentegen gaat de weetgierigheid ten aanzien van wat komende is, niet van opgewekte en bezielde Christenen, maar van de wereld zelve uit, en die weetgierigheid richt zich niet op den geestelijken afloop van de hoogere levensontwifekeling, maar op het groote wereldproces van landbouw, nijverheid en handelsverkeer, en de toestanden die daaruit staan geboren te worden.

Er is ook nog wel een derde vraag naar wat te komen staat onder sterrenlezers en natuurvorschers. Of niet vroeg ol laat de zon zal worden uitgedoofd? Of niet heel deze aardbol waarop we wonen, eens door koude versterven, of door vuur verbranden zal? Nu onlangs nog profeteerde een kenner, dat de ongelooflijke watermassa, die aan de zuidpool achter den ijsmuur gebonden ligt, eerlang door dien muur zal heen breken en heele landen en volken zal verderven. Dit gissen en raden blijve hier echter ter zijde. Dit alles blijft of in hoogwetenschappehjke geschriften verborgen, of dient slechts als prikkel der nieuwsgierigheid. Maar wat de wereld in golving brengt, de massa's onrustig maakt, en rechtstreeks invloed op het volksleven uitoefent, het is de beroering die gekomen is in de vragen omtrent de sociale en oeconomische toekomst dezer wereld, en die nu reeds tot de stoutste profetieën heeft geleid.

Zal de toeneming van de bevolking blijven doorgaan, gelijk de laatste vijftig jaren? Zal de vooruitgang in macht over de natuur met even snellen pas blijven voortschrijden als dusver? Zal Amerika almeer de macht aanzichtrekken, en straks heel de oude wereld schaakmat zetten? Komt in Afrika een geheel nieuw wereld leven op? Zal uit Oost-Azië het gele ras zich straks op de Christenheid werpen? Zal de strijd tusschen kapitaal en arbeid ten slotte tot algeheelen ommekeer van levensverhoudingen leiden? Is het gedaan met het verleden en zijn boeiende overleveringen, en gaan we een toe komst tegemoet, waarin de mannen van het voorgeslacht hiin maatschappij, hun existentie hun menschelijk saamleven niet meer herkennen zouden? En zal de vrucht, de uitwerking van dezen geweldigen ommekeer zijn, dat het stoffelijk belang alle geestelijk goed verdringt, de Kerk van Christus inzinkt, en het meest drieste ongeloof triomfeeren zal?

Telkens verneemt ge, hoe het op meetings en in geschriften die wereldbeheerschende vragen zijn, die de geesten bezig houden, en hoe een ieder almeer partij kiest vóór of tegen die profetiën, al naar gelang de beginselen in zijn bewustzijn vaststaan, of ontevredenheid met lot en leven hem wenkt.

Majestueus en heilig staat tegenover die onrust en die woeling in de geesten, het apocalyptisch visioen op Pathmos door Jezus aan zijn apostel getoond, en ons in bijna henaelsche taal vertolkt in Openbaringen vijf.

De apostel ontvangt een blik in de heerlijkheid om Gods troon, en in de hand van Hem die op den troon zit, ligt de toekomst aller dingen.

Zeg dat die toekomst ligt in Gods raad en besluit, zeg, dat ze ligt in Gods wil en wijsheid, zeg, dat ze rust in het bewustzijn en het voornemen Gods, de namen en begrippen doen er hier niet toe. Het is een visioen, en in dat visioen komt de toekomst voor als beschreven en bezegeld in een Boek met zeven zegelen, dat God zelf in de hand houdt.

Het is niet het Boek van alle leven, want het raakt alleen datgene wat na Golgotha te gebeuren staat; niet hetgeen daarachter ligt. Het is niet een Boek, dat tendeele reeds geopend is, en slechts tendeele nog gesloten bleef. Heel het Boek is nog verzegeld, en al wat het inhoudt staat nog te komen. Het besluit in zich de toekomst der wereld en de toekomst aller dingen na Bethlehem, en na Golgotha. Niet wat op den Christus aanliep, maar wat nu hij kwam, van hem zal uitgaan.

En daarom is er niemand die dit Boek ontsluiten en ontraadselen kan, dan de Christus alleen.

Niet in den zin, alsof Jezus het Boek zal gaan lezen; neen, openen en ontzegden zegt hier veel meer. Het doelt op het verwerkelijken en doen komen van al wat in dit Boek ge schreven staat.

Wie het opent en ontzegelt, is de met macht bekleede, die het proces der toekomst in gang brengt, die dit proces leidt, en die het groote levensproces zal doen uitloopen op de verheerlijkmg van God Drieëenig.

En die met macht bekleede is niet een engel, is niet een cherub, is niet een vorst onder de geweldhebbers der aarde, maar is alleen en eeniglijk Jut Lam.

„Ween niet, zoo heet het tot den verbijsterden apostel, ween niet, zie, de Leeuw die uit den stam van Juda is, de wortel Davids, heeft overwonnen, om het Boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken".

En nu ziet de apostel in het midden van den allerheiligsten kring, die om Gods troon zich uitbreidt, een Lam staande als geslacht.

Dat is de Gekruiste die verrees. Dood en opstanding in éénzelfde beeld saamgevat. Een Lam als geslacht, d. i. nog met de teekenen der wonden, waaruit zijn bloed gevloeid is, aan zich, en toch staande, d. i. uit de slachting weer opgerezen, weer verrezen uit den dood, en alzoo verdetving en heerlijkheid in zijn ééne heilige gestalte weergevend.

Anders ligt al wat geslacht is vernietigd ter neder, maar hier is het Lam dat geslacht is, en toch staat, staat als overwinnaar, het Lam en toch de Leeuw.

En omdat Lam en Leeuw hier één zijn, omdat het Leven hier een leven is uit den Dood verworven, daarom is dit Lam alleen waardig en bekwaam en machtig, om de toekomst van heel de wereld te beheerschen, en, wat ook tegenwoele en tegenworstele, het Godsrijk te doen triomfeeren.

Hij neemt het Boek uit Gods hand over. En nu begint de nieuwe historie, die aanvangt bij Golgotha en eerst met Jezus wederkomst voleind zal zijn, met alles wat tusschen die beide eindpunten ligt, de historie van ^/^ uitverkorene en van alle uitverkorenen, van Christus kerk en van de wereld, en in die wereld van alle ontbinding van de krachten der natuur, van alle ontbinding van menschelijken hartstocht, van alle dooreenstrengeling van menschelijke verhoudingen, van alle dooreenworsteling van de hooge goederen des geestes en van alle lager stoffelijk goed, kortom van heel het verloop der wereld, tot het eens alles „zal geschied zijn".

En bij en in dat alles blijft „het Lam staande als geslacht" het teeken, dat ons het raadsel der wereld en het raadsel des levens verklaart.

Eens zal de ontzettende tegenstelling tusschen het heilige daarboven en het onheilige hierbeneden ophouden. Maar in de historie die komt, en tot aan het einde, houdt die door alles heendringende tegenstelling aan.

Van den troon gaan uit bliksemen en donderslagen, d. i. de heiligheid Gods die tegen de onheiligheid hierbeneden indreunt. (4 : 5).

En nu staat daartusschenin het I^am, staande als geslacht. Hij ons ten zinnebeeld en profetie.

Al wat edel, al wat verheven, al wat hoog en heilig is op aarde steeds beklemd in een wereldleven, dat er tegen in worstelt en het poogt dood te drukken. Zoo voor als na het Kruis, dat op alle edeler streven staat afgedrukt. Een zaaien met tranen. Een gedurig der verdwijning nabij zijn, dat het schijnt, of het geestelijke en heilige niet meer meerekent, en alsof de golven van het stoffelijk belang het alles overheerschten.

Kruis na kiuis, wonden na wonden, telkens het lam dat geslacht wordt.

En toch ruischt van eeuw tot eeuw door druk en benauwing heen de psalm des levens, de profetie der overwinning.

Al wordt het Lam ook onder wie van Christus zijn, geslacht, toch gaat het niet onder, toch bezwijkt het niet, toch richt het zich weer op en staat het, staat het omdat hij staat, en door hem gekroond wordt met eere.

En dan schijnt het wel, alsof de oeconomische stroomingen en de n^tionale hartstochten het groote drama der historie beheerschen, maar het is niet zoo.

Die het Boek der historie van bladzijde tot bladzijde opent en uitrolt, is niet de wereldmacht, maar is Hij alleen, die, in het middenpunt van alle leven staande, het groote mysterie dat door lijden tot heerlijkheid gaat, in zijn eigen bloed bezegeld heeft en het in ons waar maakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1902

De Heraut | 4 Pagina's

„Staande als geslacht.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 mei 1902

De Heraut | 4 Pagina's