Recensiën.

E. DoUMERGUE, Calvijn in het strijd^erJ}. Vertaald door W. F. A. Winckel. Amsterdam. W. Kirchner, 1903.

Ds. Winckel volgt Doumergue op den voet. Nauwelijks is het tweede deel van Calvijn's biographie verschenen, of de eerste aflevering der Hollandsche vertaling wordt reeds op zicht gezonden. Aanbevolen behoeft deze vertaling niet. Het werk van Prof. Doumergue is een meesterwerk, dat den lof van elk kenner der historie inoogstte. En Ds. Winckel heeft bij de vertaling en omwerking van het eerste deel van Calvijn's leven genoegzaam getoond, dat hij de rechte man was, om dit meesterwerk in Hol-L A landsch kleed aan onze landgenooten aan te bieden. Wij wenschen Ds. Winckel van harte succes op dezen arbeid. Moge nog rijker debiet dan bij het eerste deel, het loon zijn van zijn poging, om Calvijn's levensbeschrijving ook bij ons volk bekend te maken. De prijs is slechts 0.35 per aflevering, terwijl het heele werk, bij inteekening, op iets meer dan vijf gulden te staan komt.

J. BAVINCK. De HeideIbergsche Catechismus in 59 leerredenen verklaard. Kampen. J. H. Kok, 1903.

Goede uitleggingen van onzen ouden Heidelberger zijn niet zeldzaam. Het Schatboek van Ursinus èn Bastingius, Uitlegginghe, Van der Kemp en Smytegeld, Justus Vermeer en Baruett, zijn jaren lang de bronnen geweest, waardoor in de kringen van ons Gereformeerde volk de kennis der waarheid, die naar de godzaligheid is, werd verbreid. Onze tijd stelt nieuwe eischen en kent nieuwe behoeften; maar de troostrijke waarheid in onzen Catechismus neergelegd, blijft eeuwig jong en menig dienaar van het Woord wijdde zijn beste kracht aan de verklaring en toepassing van hetgeen onze Catechismus ons onderwijst. Van Oosterzee's verklaring van den Heidelberger Catechismus en Hoekstra's preekenbundel bewijzen, hoe geliefd deze stof nog steeds bij ons volk is. Thans komt de emeritus predikant van Kampen, de grijze Ds. Bavinck, ons als geestelijke nalatenschap een nieuwe verklaring van den Catechismus bieden, die zeker met gretigheid zal worden ontvangen. Ds. Bavinck is, trots zijn hoogen leeftijd, naar den geest nog jong en frisch gebleven. Wie de eerste aflevering doorziet, merkt wel, hoe uitnemend goed Ds. Bavinck op de hoogte is met hetgeen in onzen tijd op dogmatisch gebied geschreven is. Voor den dogmatischen fijnproever bieden deze preeken een genot. En toch wordt alle scholastische dorheid hier gemeden. Veeleer grijpt de prediker telkens in het gemoedsleven in, vermaant en vertroost, bouwt op en versterkt wat steun noodig heeft, en wijst altoos weer van uit de wisselende gestalten van het bevindelijke leven op de vastheid van het heil in Christus ons geschoiiken. Die mengeling van dogmatische onderwijzing en teedere mystiek, geeft aan deze Catechismusuitlegging een eigenaardige bekoring en maakt haar zeer geschikt niet alleen tot gebruik in vacante kerken, maar ook als voorbeeld voor onze jongere predikanten. Waar zóó gepredikt wordt, zal de klacht over intellectualisme zeker niet spoedig gehoord worden en de gemeente toch onderwezen worden in groote geloofswaarheden, aan onze Gereformeerde kerken toebetrouwd.

G. ELZENGA, Calvijn's Institutie of Onderwijzing in den Christelijken Godsdienst. Kampen, J. H. Kok. 19P3.

De klacht van Van Oosterzee, dat Calvijn's Institutie meer geprezen dan gelezen wordt, acht Ds. Elzenga ook op onzen tijd toepasselijk. Een der hoofdoorzaken van dit feit schuilt z. i. daarin, dat de Institutie hier en daar wel wat te uitvoerig is, de prijs te hoog komt en de meeste menschen er tegen op zien, dit uitnemende werk aan te schaffen en te bestudeeren. Ds. Elzenga geeft daarom een uittreksel, meest in Calvijn's eigen woorden, niet opdat nu Calvijn's meesterwerk voortaan op zij zou worden gelegd, maar opdat men door dit kort overzicht zou worden opgewekt tot de bron zelf te gaan, en daar te drinken uit de rijke wateren van geestelijk leven en geestelijke kennis, die in den tijd der Reformatie ontsprongen. Onder dat voorbehoud bevelen wij dit uittreksel gaarne aan. Het kan Calvijn's Institutie niet vervangen, maar moet als wegwijzer dienst doen voor wie zonder zulk een hulp in de Institutie verdwalen zou.

W. DE JONGE. Hit object der Theologie als Wetenschap volgens de Encyclopaedic van Dr. A. Kuyper, en Faculteit of School. Groningen. Jan Haan. 1902.

Een referaat voor de Friesche predikantenconferentie gehouden, wordt hier door Ds. De Jonge, van Heeg, wat uitgebreid en bijgewerkt, aan ruimer kring ter overdenking aangeboden.

Grootendeels is dit referaat een excerpt uit de Encyclopaedie van Dr. A. Kuyper Sr., maar het standpunt door D: . Kuyper ingenomen, wordt nader verdedigd tegenover de beschuldigingen door Ds. Ten Hoor indertijd tegen de Encyclopaedie ingebracht. Voorts dient dit referaat vooral om aan te toonen, waarom de theologische wetenschap aan een theologische faculteit, die met het geheel der wetenschap in verband staat, het best beoefend kan worden.

Lichte lectuur is dit referaat in zijn korten, saamgedrongen vorm niet. Men moet goed met de encyclopaedische quaesties op de hoogte zijn, om het te kunnen volgen. Maar het kan goeden dienst doen voor wie een kort overzicht hebben wil van hetgeen Dr. Kuyper in zijn encyclopaedie aangaande de theologie als wetenschap leert, en het heeft practisch belang, waar het de vraag van seminarie of universiteit uit principieel oogpunt beziet.

A. M. Diermanse. De Ineensmelting. Een woord voor de Eenheid der kerk. I. Hoe natuier lijk de Ineensmelting is. Den Haag. Rients Balt. 1903,

De vereeniging van de beide Gereformeerde kerkengroepen in 1899 te Amsterdam voltrokken, vindt haar voltooiing eerst in de samensmelting der plaatselijke kerken. Het blijft daarom een bedroevend feit, dat op vele plaatsen deze ineensmelting door allerlei bijoorzaken nog niet tot stand kwam. Ds, Diermanse, die te 's Gravenhage al het droeve van deze kerkelijke gedeeldheid nader kennen leerde, wil in een tweetal brochures op de noodzakelijkheid der plaatselijke eenheid van Christus' kerk wijzen. In deze eerste brochure toont hij aan, hoe natuurlijk de ineensmelting is. Terwijl in een tweede brochure de bezwaren tegen de ineensmelting zullen worden weerlegd en de gronden uit de Schrift worden aangegeven, waarom de ineensinelting plicht is.

Wij hopen, dat deze brochures in ruipien kring ziilleh gelezen worden. Ds. piermansezet klaar en duidelijk uiteen, waarom het wezen en de ongeschondenheid der kerk, evenals de roeping van het ambt, schade lijden, wanneer de kerk van Christus gedeeld blijft. Er spreekt uit dit vlugschrift een hartelijke liefde voor de kerk van Christus, een verterende ijver voor haar welstand en eere.

Zulk een warm pleidooi zal niet nalaten indruk te maken. Mochten deze brochures in Gods hand het middel blijken, om denlaatsten scheidsmuur, door misverstand en wantrouwen nog in stand gehouden, op onze kerkelijke erve te doen wegvallen!

HENRY BEETS. DS. Willem Hendrik Frieling. evensschets. Overgedrukt uit De Gereformeerde merikaan van Oc en Dec. 1902.

Ds. Henry Beets, die op de Synode te Arnhem de Christelijk Gereformeerde kerk uit Amerika vertegenwoordigde, geeft hier een aantrekkelijk levensbeeld van een dier trekkers, die de Christe lijk Gereformeerde kerk in Amerika hebben gesticht en tot bloei gebracht.

Ds. W. MAAN. Den Heere dank en eere. Ge dachtenispredicatie bij 25 jarige ambtsbediening, uitgesproken 5 Maart 1903 te Vreeland en te Loenen aan de Vecht. Ten voordeele van de Christelijke school te Loenen en Vreeland. Boekdrukkerij „De Vecht." Breukelen. 1903.

Ds. Maan behoort tot de vireinige predikanten, die bij de doleantie den moed hadden pastorie en tractement prijs te geven, om met de „reformatie der kerk" mee te gaan. Zijn zilveren jubileum bood hem gelegenheid, een terug blik op zijn levensweg te slaan, om God den Heere dank en eere te brengen voor de leiding, die Hij met hem hield. Als autobiographie heeft dit boekske waarde; het zal ook in de toekomst het beeld levendig houden van een dier stille werkers in den lande, die Gods kerk hebben gediend. Maar als bediening des IVoords als ge dachtenispredicatie, gelijk de titel luidt, laat het de toepassing van Gods Woord op de gemeente, te weinig tot haar recht komen. De gewone k'ip, waarop zoo menige gelegenheidspredikatie uit vroeger en later tijd schipbreuk leed. Ds. Maan, wiens arbeid door ons hoog wordt ge waardeerd, en wiens mannentrouw in een tijd toen zoovelen afweken, met dankbaarheid her dacht wordt, houde ons deze opmerking ten goede.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen