INGEZONDEN STUKKEN.

{Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)

Geachte Redactie/

Mag ik beleefd voor het volgende een plaatsje verzoeken ?

In het publiek verslag van de vergadering der Classe „Woerden", voorkomende in het laatste nummer van De Heraut, komt eene mededeeling voor, die niet geheel juist is.

De Deputaten voor de Zending deelen o. a. mede: „Dat Utrecht heeft gevraagd, of onze Classen het Zendingsterrein Poerworedjo zouden willen overnemen".

Het ware voorzichtiger geweest, zoo men heel deze mededeeling in dit publiek verslag had weggelaten. De publieke vermelding is voor niemand van eenig belang, maar kan wel schaden en is zeker voor Utrecht en voor zijn missionairen Dienaar niet aangenaam.

Temeer nog, nu de mededeeling niet juist is.

Men kan daaruit lezen, dat Utrecht die •vra.& g aan deze Classen gedaan heeft.

Doch door de Kerk van Utrecht is niets verzocht aan de Classen Woerden, Leiden en Den Haag.

Maar de Kerk van Delft heeft als „zendende Kerk" bij de Deputaten dezer Classen voor de Zending de zaak voorloopig ter sprake gebracht, om hun oordeel over dezelve te kennen.

Deze Kerk deed dit, omdat de Kerkeraad van Utiecht een zijner Dienaren had opgedragen, om eens met den Delftschen Kerkeraad te spreken over een mogelijk voorstel, om van terrein te verwisselen.

De Kerkeraad van Utrecht's Kerk wenschte te weten, of zulk een voorstel, indien het werd gedaan, bij den Delftschen Kerkeraad instem ming zou vinden, dan wel op ernstige bezwaren zou stuiten.

In 't laatste geval zou men de zaak laten rusten, in 't eerste geval zou men met de medewerkende Utrechtsche en Geldersche Classen hebben overwogen of een voorstel tot terreinwisseling zou worden gedaan.

Utrecht's Kerkeraad heeft dus die van Delft eens gepolst, eer hij een stap deed op den bedoelden weg.

De Delftsche Broeders hebben dit ook goed begrepen.

Maar zij oordeelden, — en Utrecht's ge zonden Dienaar stemde hiermede in, — dat het toch noodig was, om ook de Deputaten der Classen Leiden, Woerden en Den Haag eens te golsen, omdat ten slotte de beslissing toch bij de Classen stond en het dus van belang was te weten, hoe de bedoelde Deputaten hun Classen, in geval zoo'n voor stel inkwam, zouden adviseeren. Ook zou het oordeel van den beroepen Dienaar, Ds. Netelenbos, worden gevraagd.

De Kerkeraad van Delft heeft dus op zijn d beurt met deze deputaten voorloopig het voor en tegen van zulk een terreinwisseling besproken, en die van Utrecht verwachtte van Delft het l resultaat dier bespreking te zullen vernemen.

Hij ontving echter het antwoord van de Deputaten.

Het schijnt dus, dat men het officieuse en confidentieele karakter uit 't oog heett verloren en is gaan handelen, alsof men met een officieel voorstel had te doen.

Ter wegneming van deze verkeerde voorstelling en ter voorkoming van onjuiste vermoedens en gevolgtrekkingen meende ik deze toelichting van bovenbedoelde publieke „mededeeling" ook in 't publiek te moeten geven.

Met dankzegging voor de verleende plaatsruimte heb ik de eer te zijn hoogachtend.

Uw dw. d.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen