GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verkeerde practijken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verkeerde practijken.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verkiezing der ambtsdragers is zeker een der belangrijkste gebeurtenissen in het kerkelijk leven, en het is daarom begrijpelijk, dat in de afgeloopen weken ook tot onze redactie tal van vragen werden gericht, die óf de algemeene beginselen betroffen of ons oordeel vroegen over plaatselijke toestanden. Dat wij deze vragen onbeantwoord hebben gelaten, was met opzet. De algemeene regelen voor de verkiezing zijn vroeger in de Heraut reeds uitvoerig besproken; terwijl voorts Dr. H, H. Kuyper in zijn studie over De Verkiezing voor het Ambt de meeste dezer vragen reeds beantwoord heeft. Het kwam ons daarom onnoodig voor, nogmaals in een breede principieele beschouwing ons te verdiepen, die in hoofdzaak slechts een herhaling van het vroeger gezegde had kunnen zijn. En wat de vragen betreft, die een zuiver lokale kleur vertoonden en meestal voortkwamen uit zekere ontevredenheid met hetgeen de kerkeraad bij de verkiezing had gedaan, zoo scheen het ons niet oorbaar hierover publiek onze meening uit te spreken, te meer omdat de gegeven inlichtingen natuurlijk eenzijdig zijn. Wie zich bezwaard voelt over de handelingen van zijn kerkeraad, behoort bij dien kerkeraad zelf zijn beklag in te dienen, en zoo dit niet baat, zich te vervoegen bij de classe. Dat is de alleen goede en zuivere weg.

Slechts één vraag brengen wij hier ter sprake, omdat zij een algemeen belang geldt en geheel afgescheiden van plaatselijke geschilpunten kan behandeld worden, nl. deze, of het recht is, d4t degenen, die verhinderd zijn persoonlijk aan ce verkiezing deel te nemen, toch door middel van ingezonden stembriefjes van hun voorkeur voor een bepaalden candidaat doen blijken.

Natuurlijk raakt deze vraag niet de zoogenaamde groslijst. Waar de Kerkeraad, voordat de verkiezing plaats vindt, eerst opgave vraagt van broeders, die de gemeente voor het ambt wenscht aan te bevelen, daar spreekt het vanzelf, dat ieder bij den kerkeraad de namen mag bekend maken van de door hem geschikt geachte candidaten, en dit doen kan, ook al is hij verhinderd persoonlijk te komen, door een onderteekende missive. Zulk een persoonlijke aanbeveling is echter scherp te onderscheiden van de eigenlijke verkiezing, die in bijna alle kerken plaats vindt in een samenkomst van den kerkeraad met de gemeente, en waarbij de stemgerechtigde mansleden persoonlijk worden opgeroepen.

Bij deze eigenlijlce verkiezing nu schijnt het gebruik, om de ingekomen stembrieQes van afwezigen als wettige stemmen te laten gelden, bij vele kerken in zwang te zijn gekomen. En het is over dit gebruik, dat ons oordeel wordt gevraagd.

Nu begrijpen wij zeer goed, dat de broeders, die door drukke werkzaamheden, door uitstedigheid of door krankheid verhinderd zijn de samenkomsten bij te wonen, toch gaarne hun stem bij de verkiezing laten gelden. En dat menige kerkeraad, die het ongeoorloofde van deze handelwijze niet inzag, voor den drang dezer broederen bezweek, mag wel niet worden goedgekeurd, maar is toch niet onverklaarbaar.

Wie echter een oogenblik zich rekenschap geeft van den aard der verkiezing in het algemeen en der kerkelijke verkiezing in het bijzonder, zal terstond toestemmen, dat dit meestemmen van afwezigen een verkeerde practijk is, aanleiding geeft tot allerlei misbruik, en bovenal in strijd is met het karakter dat een kerkelijke verkiezing draagt.

Bij de verkiezing van onze Staden en Raden eischt de wet, dat de kiezer persoonlijk zal opkomen en aan het stembureau zelf zijn stembiljet zal invullen. Geen enkele vereeniging duldt, dat bij verkiezing van haar bestuur de niet opgekomen leden door middel van te voren ingevulde stembrietjes meestemmen. En evenzoo heeft men er nog nooit aan gedacht, in kerkeraden, classes of synoden aan leden, die verhinderd waren de vergadering bij te wonen, het recht te verkenen per briefje hun stem uit te brengen. Waar dit de vaste en constante regel is, die door de Overheid, door elke vereeniging en door de kerk zelf in haar officieele vergaderingen overal en te alle tijde gevolgd is, daar is het toch al zeer zonderling, dat van dit gebruik alleen bij de kerkelijke verkiezing der ambtsdragers zou moeten afgeweken worden. In de historie der Gereformeerde kerken van vroeger tijd is van zulk een stemmen per ingezonden briefje dan ook geen spoor zelfs te ontdekken.

De reden van deze vaste usantie behoeft nauwelijks toelichting en is uit den aard der zaak duidelijk genoeg. Wie niet ter vergadering komt, doet dit of uit gemakzucht, in welk geval er geen de minste reden is om hem zijn stemrecht te laten uitoefenen, of hij is wettig verhinderd om te komen. In dit laatste geval geschiedt dit onder het bestel Gods, en waar God hem verhindert ter vergadering te komen, daar behoort hij in dit bestel Gods te berusten en niet te trachten door omwegen toch zijn doel te bereiken. In den diepsten grond is dit onvroom, wijl het een ingaan is tegen het voorzienig bestel van den Heere onzen God, die de beschikker is van onze levensomstandigheden, en wil, dat wij ons daarin aan Hem onderwerpen. Zoo sterk is dit door onze Gereformeerde Kerken gevoeld, dat zij daarom weigerden het voorbeeld der Luthersche en Roomsche Kerk te volgen en aan kranken op het ziekbed het Avondmaal te bedienen. Natuurlijk is de behoefte van een kranke, die in het aangezicht van den dood ligt, aan de innige gemeenschap met Christus in het sacrament des Avondsmaals nog veel aangrijpender dan de wensch van een broeder, die aan huis gebonden, gaarne deel zou nemen aan de verkiezing der ambtsdragers. En wanneer onze Kerken nu toch volstandig hebben geweigerd, aan het verlangen van zulk een kranke naar het Avondmaal te voldoen, niettegenstaande hier een diep geestelijke behoefte sprak, omdat dit verlangen inging tegen het bestel des Heeren, die het sacrament voor de gemeente verordend heeft, — zoo spreekt het toch wel van zelf, dat er nog veel minder reden is iemand, die de samenkomst der gemeente niet kan bijwonen, toch, als ware hij aanwezig, aan de verkiezing te laten deelnemen.

Immers, en dat heeft men geheel uit het oog verloren, deze gemeentelijke samenkomst draagt een heilig karakter. Men begint met gezamenlijk het aangezicht des Heeren te zoeken, om zijn voorlichting bij dit ernstige werk af te smeeken. Zoo brengt men in de vergadering der gemeente onder de leiding des Heiligen Geestes, en als in de tegenwoordigheid des Heeren, zijn stem uit. En heel de ernst van dit werk gaat te loor, wanneer men even goed thuis even een briefje kan invullen, om dat over de post of door een goedwilligen vriend aan den kerkeraad toe te zenden. Oudtijds placht men zelfs bij een verkiezing van ouderlingen en diakenen den geheelen dag in gebed en vasten door te brengen. En al is dit nu voor ons leven wellicht te hoog gemikt, toch mag de ernst van dit werk niet verzwakt worden, of de verklaring van den ambtsdrager, dat hij door de gemeente en mitsdien door God zelf tot het ambt geroepen is, wordt een ijdele phrase.

Dit is ons hoofdbezwaar. Maar de practijk leert bovendien, dat de door ons gewraakte wijze van stemming den kerkeraad voor onoplosbare moeilijkheden plaatst, het werk der verkiezing onzuiver maakt en tot tal van verkeerde practijken aanleiding geeft.

Het plaatst den kerkeraad voor onoplosbare moeilijkheden. Want toegegeven zelfs, dat, bij wettige verhindering, iemand het recht zou hebben een stembriefje in te leveren, hoe zal de kerkeraad dan beoordeelen, of deze verhindering wettig, en of het stembriefje metterdaad van den betrokken persoon afkomstig is.'Vooral in eenigszins talrijke gemeenten is dit ondoenlijk. Alles moet dan op goed vertrouwen afgaan. En waar de kerkeraad elk middel mist, om te cons'ateeren of de verhindering wettig is, en of het ingediende briefje werkelijk van den betrokken persoon komt, daar ontstaat het waarlijk niet denkbeeldige gevaar, dat misbruik van dit middel zal worden gemaakt.

Het maakt voorts het werk der verkiezing onzuiver. Immers in vele gevallen is een eerste stemming niet besHssend, maar moet een herstemming geschieden. Zal deze herstemming nu in dezelfde samenkomst plaats vinden, dan kunnen de afwezigen toch weer niet mede stemmen. En het middel, dezer dagen in de gcrs voorgeslagen, om an telkens een nieuwe vergadering te beeggen, oordeelt zich zelf. Men schaffe dan envoudig de gemeentelijke verkiezingen f, en geve ieder het recht, om indiviueel zijn stem bij den kerkeraad uit te rengen.

En eindelijk, het opent den weg voor tal van verkeerde practijken. Reeds nu kv-^amen ons geruchten ter oore van gemeenten, waar personen met stembriefjes de gemeente waren doorgegaan, door onware voorstellingen tal van namen voor hun candidaten hadden verzameld, en met den aldus saamgedragen buit voor den kerkeraad verschenen, om zoo de verkiezing te forceeren. Dit eene voorbeeld moge volstaan, om scherp te doen uitkomen, tot welke zondige handelingen deze gev.70onte aanleiding geeft, en hoe noodzakelijk het is, dat men hoe eer hoe beter met deze gewoonte breekt,

We brengen met opzet thans deze zaak ter sprake, nu de kerkelijke verkiezing achter den rug is. De kerkeraden kunnen nu rustig overleggen en met de gemeente bespreken, hoe dit misbruik kan worden afgeschaft. Waar men een reglement voor de verkiezing heeft, dat in overleg met de gemeente is vastgesteld, roepe men liefst niet in den verkiezingstijd, maar op een kalmer oogenblik de gemeente saam, en make, zoo noodig, aan dezen misstand een einde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Verkeerde practijken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1904

De Heraut | 4 Pagina's