GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. De opwekking in Wales.

Vele bladen schrijven over de geestelijke opwekking in het Vorstendom Wales. Ook wij willen, na een kort bericht daaromtrent te hebben medegedeeld, ook iets uitvoeriger van hetgeen aan de overzijde van het Kanaal plaats heeft, verslag geven.
In de eerste plaats willen wij zeggen dat Wales het deel van Engeland is waarin de vrije kerk het meest wortel geschoten heeft; de Episcopaalsche kerk is er zeer sterk in de minderheid. Daarom ging er ook steeds drang van uit Wales uit, om een einde te maken aan het privilegie der staatskerk, hetwelk vooral voor Wales eene onbillijkheid is.
In dit Wales, waar men allerlei vrije kerken heeft, als Congregationalistische, Presbyteriaansche, Baptistische, Methodistische, Calvinistische, enz. is eene opwekking ontstaan door een gewezen mijnwerker, Evan Roberts, 26 jaar oud, die voor een zevental maanden nog handenarbeid verrichtte, maar, aangegrepen door de mission van Dr. Torrey en Alexander, theologisch student geworden is. Hoe dit zoo maar op eens gaat is ons een raadsel; in Engeland zal men wellicht niet zoo staan op voorbereidend universitair onderwijs, als ten onzent.
Wat daarvan zij, de ziel der beweging is de 26 jarige man, die, als hij op de revival-meetings tegenwoordig is, groote geestdrift weet mede te deelen, en die, wanneer hij wegblijft — en dit gebeurt nog al eens — geen oorzaak is, dat de bezieling uitblijft. Wij zeiden, dat het nog al eens gebeurt, dat Evan Roberts de meeting niet bijwoont, ook al had hij beloofd, dat hij haar zou komen leiden. Dan verontschuldigde hij zich later, dat de Geest des Heeren niet in hem getuigde.
De beweging gaat door geheel Wales en schijnt bijna alle klassen der bevolking te hebben aangegrepen, zoodat in sommige plaatsen de zaken een tijdlang geheel stilstaan en er in sommige mijnen geen werk gedaan wordt.
Reeds heeft men van zekere zijde de regeering aangespoord om tusschenbeide te treden.
Men schreef de beweging die er ontstaan is, toe aan hysterische aandoeningen, welke aantrekkelijk zijn en groote schade aan het lichaam doen.
Doch voorloopig heeft men daarvoor niet te vreezen. Want de regeering is veel te blijde, dat in het vorstendom Wales door de geestelijke opwekking de oppositie tegen haar beleid is verminderd, zoo niet opgegeven. Onze lezers weten uit onze mededeelingen, dat er in de kringen der Vrije kerken groote weerzin bestaat tegen de schoolwet, die het tegenwoordige ministerie doordreef. Die weerzin is in Wales het sterkst; men ging daar over tot een georganiseerd lijdelijk verzet tegen de uitvoering der nieuwe wet, door te weigeren belasting te betalen. Aan het ministerie bezorgde dit verzet heel wat hoofdbreken. Nu Wales echter door deze revival is aangegrepen, heeft het verzet opge houden, Men begrijpt dat eene regeering er wel voor oppast, om niet ten tweeden male, nu door het verbieden van godsdienstige samenkomsten waar duizenden samenstroomen, impopulair te worden en opnieuw verzet te prikkelen.
Hoever de beweging in Wales reeds rond zich heeft gegrepen blijkt uit het feit, dat een twintig duizend bekeerlingen zich gedurende een paar weken dat de tegenwoordige „revival" bestaat, zich hebben aangesloten aan de kerken die zich in Zuid Wales bevinden, en honderden treden er nog eiken dag toe. Daarentegen zijn de herbergen ledig, of zoo er zich eenigen in bevinden, dan begeven zich scharen bekeerlingen voor hèt huis om de bezoekers met gezang en gebed te dwingen het te verlaten, — gewoonlijk met het gewenscht gevolg.
De speciale correspondent van de Western Mail zegt dat de leider Roberts een man is, die er in geenen deele aanspraak op maken kan een redenaar te zijn. Zijn taal is gemeenzaam, en wat hij zegt is niet zeer boven gemeenplaatsen verheven. Waarin is dan zijn kracht gelegen? Wellicht is het beste antwoord, dat er iets aantrekkelijks in zijn manier van doen en in zijn spreken is. Hij ziet er uit als een man in wien geen bedrog is. Zijn oprechtheid valt ieder in het oog, en hij overtuigt de menschen dat bij onverwrikbaar vast overtuigd is van hetgeen hij predikt."
Wat de Standaard in deze mededeelde willen wij herhalen; alleen willen wij tot omzichtigheid bij het oordeelen van deze opwekking manen.
De Engelsche publicist William Stead, die zich zoo bekend gemaakt heeft door zijn warm, pleiten voor de Boeren, voorspelt, dat de beweging, na Engeland te hebben aangegrepen, zich op het vasteland van Europa zou uit breiden. Wij zullen in deze eene afwachtende houding aannemen. Wij vermelden hier den raad, dien een Engelsch blad onlangs gaf. Laat men toch voorzichtig zijn, zoo maande The Christian, want als waarlijk de Ark des Heeren zich beweegt onder het volk van Wales, laat ons dan niet doen als Uzza, naar haar vrij laten in haar beweging.
Wij Gereformeerden hebben de taak, om te onderzoeken of de beweging, welke in Wales ontstond, is naar den Woorde Gods. Daarvoor zijn wij thans nog niet rijp; de berichten die tot ons kwamen, zijn nog te weinig en voorshands te eenzijdig. Straks kunnen we juister oordeelen. In elk geval gaat het niet aan, elke geestelijke opwekking eenvoudig maar als methodistisch te veroordeelen. De Heere heeft meer malen zijne kerk bezocht en doen groeien en bloeien, doordat hij het vuur zijner liefde en van zijn ijver in het hart van een mensch ontstak en dat dan deed oversp.itten op de harten van velen. Zoo is het dikwerf geweest in de dagen der groote reformatie, en ook nog in later tijd. Soms gaat de Heere met de wolk van zijne genade over een volk heen en worden velen besproeid door den regen des Geestes.
Laat ons hopen dat voor Wales en voor Engeland de tegenwoordige beweging een zegen zal afwerpen die blijft. Engeland en niet het minst de Vrije Engelsche kerken met de Staatserk hebben daaraan groote behoefte.


Duitschland. Eene nieuwe theologiche school.

Dezer dagen ging het gerucht in Duitschhristelijke kringen, dat men eene Vrije Theoogische school wilde oprichten. Het blijkt nu, at de mannen, die meenen dat het universitair onderwijs, gelijk het van staatswege in Duitschand gegeven wordt, niet voldoende is voor de pleiding tot den dienst des Woords, het geven an aanvullingsonderwijs op het oog hebben.
De nieuwe school, gelijk de bekende pastor Von Bodelschwing mededeelde, wil niet met de bestaande theologische faculteiten gaan concureren, maar wil de gelegenheid bieden om de niversitaire studie aan te vullen. Men wil studenten in de godgeleerdheid de gelegenheid geven, zich bij het begin of in den loop van hun studietijd, gedurende ongeveer een jaar, grondig in de Heilige Schrift te verdiepen en te gelijk door eigen aanschouwing de werken der inwendige zending te leeren kennen. In tegenstelling met de „Predigerschule" te Bazel zoekt de stichting die men in het leven wil roepen, in den regel slechts dezulken te dienen, welke het z.g. Maturiteits examen hebben afgelegd, en dezen niet eene volkomene wetenschappelijke vorming, maar slechts eene warme opwekking schenken. Het onderwijs zal in handen van twee leeraars gelegd worden, die eenige jaren predikant zijn geweest en die ook in de toekomst naast hunne wetenschappelijke roeping zich aan prediking en herderlijke zorg willen wijden. De inrichting is in de eerste plaats voor Pruisen bedoeld, waar, doordat een driejarige studie geëischt wordt, eene aanvulling lang niet overbodig is, doch ook andere Duitsche studenten en Zwitsers kunnen aan de lessen deelnemen. De plaats voor de school en de woningen der leeraars is reeds gevonden, en wel op het terrein aan de philanthropische inrichtingen van Bethel.
Onlangs schreef Dr. Von Bodelschwing in de Reichsbote: Wij „verlangen een bescheiden theologische school te stichten, in de eerste plaats voor jonge theologen, die hun eindexamen gedaan hebben en die voordat zij naar de hoogeschool gaan, verlangen in het Woord der waarheid bevestigd te worden, zonder dat daardoor hun driejarige studie afgekort wordt. De school zal echter ook voor zulke studenten openstaan, welke gedurende hun driejarige studie of aan het .eind daarvan gaan twijfelen en daarom niet weten of zij wel roeping hebben om predikant te worden, om hier op den bodem van pracüschen arbeid der liefde, nieuwen moed en nieuwe blijdschap voor het predikambt te verkrijgen. Twee positieve theologische leeraars, voor welke de Heilige Schrift Goddelijke openbaring is, een voor het Oude en een voor het Nieuwe Testament, zullen aan de school beroepen worden; er worden reeds onderhandelingen met enkele voortreffelijke mannen gevoerd. Wanneer alles geregeld is, zullen nadere mededeelingen gedaan worden."
Al hadden wij ook liever gezien, dat een man als Dr. Von Bodelschwing, in deze beslister tegen de openbare Staatsuniversiteiten had positie genomen, wat wij eenige jaren geleden door zijn optreden tegen de moderne professoren van Bonn, hebben gehoopt, toch verheugt het ons zeer, dat er eene stichting zal verrijzen, gelijk Von Bodelschwing die op het oog heelt. Daaruit zal later wel meer volgen.


N.-Amerika. Laksheid in zake de belijdenis der kerk.

In The Banner of Truth vinden wij daaromtrent verschillende mededeelingen. Een predikant der „Reformed Church" ging over tot eene Mehodistische Episcopale gemeenschap. Zou deze zijne Arminiaansche gevoelens in de „Reformed Church" zorgvuldig verborgen hebben? Het is voor genoemde kerk te hopen.
Dikwijls hoort men er van, dat Methodistische predikanten in Gereformeerde kerken op den dag des Heeren, dus in den ambtelijken dienst, prediken. In de Presbyterian wordt daarenboven medegedeeld, wat er onlangs in een van de Presbyteriën van Michigan plaats had. Een predikant, die beslist Arminiaansch is, verlangde tot een Presbyteriaansche gemeenschap toegelaten te worden, daar hij het beroep van eene kerk aangenomen had. Hij werd door het Presbyterium onderzocht, en het bleek, dat men met een beslist Arminiaan te doen had. De meeste predikanten adviseerden tot niet-toelating.
Bijna al de ouderlingen waren van oordeel, dat hij moest toegelaten worden. Met meerderheid van stemmen werd hij dan ook tot den dienst des Woords toegelaten. De voorzitter van het Presbyterium hield den geëxamineerde wel voor een Arminiaan, maar dit belette hem niet voor zijn toelating te stemmen.
Het is te betreuren, dat de meerderheid van predikanten, die tegen de toelating stemde, zich niet op hunne Synode beroepen hebben. Doch dit schijnt niet in hunne gedachten te zijn opgekomen. Met The Banner of Truth vragen wij: „waartoe zullen de kerken komen als zij zulk een groote laksheid betoonen in het toelaten van predikanten?"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

De Heraut | 4 Pagina's