Te biecht.

Amsterdam, 3 Febr. 1905.

Prof. Lindeboom, die eindelijk het stilzwijgen breekt over het „geheime stuk", stelt ons in de Bazuin een drietal vragen:

Aan De Heraut veroorloof ik mij 3 vragen te doen, opdat wij niet in het geheim, maar met open vizier strijden, i. Wie is de man, die tegen De Wachter en Prof. Lindeboom de Kerken in het geweer roept? 2. Van wiea hebt gij ontvangen het Agendum voor de vergadering van den Wachter bond, dat alleen aan de leden is gezonden? Nu legt gij op al die leden den boozen schijn van onbetrouwbaarheid, en op u zelven van spionnerij. 3. Wie heeft u verteld, wat op de laatstgeh. Curatoren-vergadering is verhandeld i. z. het voorwoord voor de , , Handelingen"? De Curatoren hebben van die vergaderingen niets gepubliceerd: hoe weet gij dat dan?

We weten niet, dat Prof. Lindeboom van onze Synode een benoeming heeft gekregen tot groot Inquisiteur, en we denken er niet aan, onze redactie-geheimen bij hem te gaan biechten.

Voldoende is, dat uit deze vragen zelf blijkt, dat de door ons meegedeelde feiten juist zijn.

Daarop alleen komt het aan.

En voorts blijft ons niet anders over dan onze diepe droefheid er over uit te spreken, dat Prof. Lindeboom, in plaats van schuld te belijden over de verdeeldheid, die hij in onze kerken aanricht, en de heimelijke saamzwering, door hem op touw gezet, alleen boos is over het feit, dat deze geheime stukken aan het licht zijn gekomen.

Hoog staat het standpunt, door Prof Lindeboom hier ingenomen, zeker niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen