GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. De H o h e n s t e i n s c h e conferentie over de grenzen der leervrijheid.

De Evangelische Kerk in Duitschland doorleeft eene ernstige crisis. Wanneer niet krachtig van de zijde der belijders des Heeren opgetreden wordt, is het te vreezen, dat zij haar karakter als Christelijke Kerk zal gaan verliezen, doordat zij die het goede voor haar zoeken, gehoopt worden haar den rug toe te keeren. Nu moge een vertegenwoordiger van het kerkelijk gezag verklaren:

»de kerkregeering beseft dat het hare roeping is de wacht te houden; trots de vele aanvallen van verschillende zijden kan men de toekomst getroost afwachten; de innerlijke waarheid en levenskracht der Luthersche kerk is op zoo velerlei manier gebleken, dat zij ook tegen de moderne bewegingen opgewassen zijn zal". Wij betwijfelen het ten sterkste of deze woorden waarheid zullen blijken. De aanvallen die de Duitsche landskerken te doorstaan hebben, zijn op hare fundamenten gericht, en wij vreezen, dat dit door hare bestuurders niet recht wordt ingezien, anders zou men reeds lang maatregelen genomen hebben om daaraan paal en perk te stellen.

Een referaat van Prof. Kittel te L.eipzig gehouden op de Hohensteinsche conferentie, eene vergadering die met Schriftlezing en gebed geopend werd, doet ons althans vree zen, dat in Duitschland kerkverwocstende machten aan het werk zijn, die ten slotte de ondergang der kerk zullen zijn. Wij wil len het een en ander uit dat referaat medcdeelen

Z.H.E. stelde een jong candidaat in de godgeleerdheid voor, die in de volksschool leert: »gij moet niet meer aan een duivel gelooven, maar aan de macht van het slechte in de wereld, aan geen hel, maar aan de gevolgen van het kwade; aan geen wereld gericht, maar aan de gevolgen van goed en kwaad" De kinderen gaan verontrust naar huis ; de ouders dreigen met uittreding uit de landskerk; de Superintendent beweert dat de uitingen van den candidaat verkeerd zijn ver.staan. De zaak loopt ten slotte dood Hoe is zulk een zaak te behandelen ? Moeten wij den candidaat buiten de kerk zetten ? Zoolang het tot het recht van den mensch behoort, een zekere mate van ongeschiktheid te bezitten, zullen wij dergelijke dingen als het optreden van dien candidaat beleven. Wanneer men hiervan overtuigd is, wordt men milder in de praktijk. Maar toch blijft de groote principieele vraag bestaan.

Die principieele vraag behandelde daarop de Leipziger hoogleeraar in vele stellingen, waaraan wij het volgende ontleenen:

»Volgens het idee van het Protestantisme ontstaat de plaatselijke kerk en sluiten gelijkgezinde gemeenten zich aan elkander aan. Daaruit volgt, dat zulke gemeenten alleen kunnen gediend worden door predikanten, die het geloof der gemeente deelen. Nu kan men zich binnen den kring van het Protestantisme verschillende typen van kerken denken, die het karakter van Luther, Calvijn, Zwingli, Schleiermacher, Ritschl, enz. dragen. In eene gemeente van een bepaalde type kan hij alloen predikant zijn, die het eens is met de belijdenis der gemeente."

Tot hiertoe loopt alles nog tamelijk wel Maar de aap komt uit de mouw wanneer de hoogleeraar zegt: ïHet is een feit dat de kerken in Duitschland landskerken geworden zijn. Daarom hebben zij, omdat zij met den staat samenhangen, zekere rekening te houden met bestaande stroomingen in het godsdienstig leven. Daaruit volgt dat de landskerk de gfenzen der leervrijheid ruimer nemen moet dan de vrije kerk. De onderteekeningsformulieren der landskerk bewijzen, dat men de verschillende godsdienstige stroomingen tegemoet wil komen; waar desniettegenstaande tweespalt ontstaat tusschen hetgeen een ambtsdrager onder teekent en hetgeen hij aan de gemeente leert, moet het oordeel daarover aan de conscientie van den predikant overgelaten worden.

Gewelddadige verwijdering uit het ambt kan licht tot onbilHjkheid en hardheid leiden. Alleen dan wanneer de betrokken persoon erkent, dat hij afgeweken is van hetgeen hij onderschreef, bestaat er recht om hem uit het ambt te verwijderen. Doch als de tweespalt zoo hoog loopt, dat men van de eene wereldbeschouwing tot eene andere overging, - bijv. als men van openbaring tot evolutie kwam, en in den daaruit geboren strijd niet enkele "leden maar geheele kringen der kerk betrokken worden, dan komt het met de oprechtheid overeen om twee nieuwe typen van het Protestantisme te vormen.

Met andere woorden; wanneer een predikant alle openbaring verwerpt en daarentegen de Darwinistische leer der evolutie huldigt, dan moét hij nog in de Evangelische landskerk blijven, wanneer hij althans een kring menschen rondom hem weet te verzamelen die hem volgen.

Dr. Zeiszig van Dresden leverde hierop een z.g. correferaat, waarin ernstige woorden gehoord werden, doch waaruit niet bleek dat 'men principieel tegenover prof Kittel positie nam. Vooral de discussie die op de referaten volgde, was zwak.

Inplaats dat een kreet van verontwaardiging gehoord weid over hetgeen de Leipziger hoogleeraa. leerde, vergenoegde men zich met de opmerking, dat zij die zich van van de staatskerk afgescheiden hadden, zich in hetgeen Prof Kittel gezegd had zouden verblijden. Nog andere waarheden werden er verkondigd, doch kennelijk hield het woord van den hoogleeraar de overhand, die ten slotte betoogde dat de landskerken niet meer belijdeniskerken waren; dit waren zij wel eertijds, doch zij waren het niet meer!

Wij meenen dat hetgeen Prof Kittel uitsprak, het gevoelen is van de bovendrijvende partij in Duitschland. Daarom deelden wij daarvan het een en ander mede, in de hoop dat wij nog eenmaal zullen kunnen schrijven, dat tegenover de principieele actie om de kerken des Heeren te verwoesten, door den Geest des Heeren een actie is geboren om de muren van Zion wederom te bouwen. Opmerkelijk is echter de uitspraak van den hoogleeraar van Leipzig, dat eigenlijk alleen eene vrije kerk leertucht kan uitoefenen. Als dit waar is, dan heeft hij de staats-of landskerken van Duitschland veroordeeld.

Rusland. Een blad dat in Riga verschijnt meldt, dat de schandalen in de kerken, waarbij predikanten mishandeld werden, opgehouden hebben, wijl de groote meerderheid van het Lettische volk daarvan niets wil weten. Ook meent men, dat Jiet bevel des Consistoriums om alle kerken te .sluiten, waarin rustverstoring plaats vond, een goede uitwerking gehad. Het is en blijft een schande voor het Lettische volk, dat het een tijdlang geduld heeft, dat bedienaren van den Godsdienst werden mishandeld, en dat daardoor het houden van Godsdienstoefeningen onmogelijk is gemaakt.

Men verwacht volgens hetzelfde blad, dat de revolutionaire benden, die het land afstroopen, het de grondbezitters en pachters zullen laten ontgelden, waarom dezen wor den aangemaand, om desnoods geweld met geweld te keeren. De Russische regeering schijnt voorshands niet. in staat, de orde in de Oostzee-Frovinciën te herstellen.

In welk een toestand de Russische staats kerk zich bevindt, blijkt uit een reeks van stellingen die door de geestelijkheid van de hoofdsteden St. Petersburg, Moskou, Odessa, Kiew en Charkow zijn opgesteld en aan de leden der Synode en aan de bisschop pen werden aangeboden. Het zijn in het geheel twintig stellingen, j

No 3 luidt: »De geestelijke rechtbanken en consistoriën moeten hervormd worden, daar de omkoopbaarheid harer leden en ambtenaren als spreekwoordelijk geworden is."

No. 6. »Het reglement voor de diakenen moet een bepahng bevatten, volgens welke zij, die analphabeten zijn, niet toegelaten zijn".

No. 8. »Het belooningssysteem moet of geheel wegvallen, of naar een anderen maat­ staf geregeld worden, daar het tegenwoordige (Ie geestelijkheid demoraliseert'.

No 9. »Het belastingbetalen der kerken ten bate der bisschoppen moet ophouden, daar dit tot ondragelijke toestanden geleid heeft".

No. 12: »Bij kerkelijke conferentiën moeten ook gemeenteleden toegelaten worden om mede te beraadslagen over de nooden der kerk."

No. 13: »In de kloosters moet het christendom, dat zich alleen uit in vrome bespiegeling, verdrongen worden, opdat het beginsel der liefde, dat zich openbaart in weldoen en ziekenverpleging tot zijn recht kome; kortom, het kloosterleven moet zoo worden ingericht, dat het tot welzijn van het volk en de kerk dienstbaar wordt, en geen schadelijke parasieten gevoed worden."

No. 16: »De theologische leerboeken, die nevelachtig en vol onzin zijn, moeten door geschikte vervangen worden."

No. 17: »Men neme maatregelen, om het overgaan tot de Luthersche en Roomsche kerk, dat den laatsten tijd zeer veel plaats vindt, tegen te werken; men neme echter geen maatregelen van geweld; men gebruike slechts vreedzame middelen, waardoor alleen de waarheid kan versterkt en bevorderd worden." >

No. 18: »De priesters moeten het recht hebben, zich op de Synode te beroepen, wanneer zij meenen, dat de bisschop hun onrecht aangedaan heeft."

No. 19: »De geestelijken moeten het recht hebben om niet uitsluitend volgens een vastgestelde rij teksten te prediken, maar ook te evangefiseeren en de zonden van het volk van den kansel en den katheder te bestraffen."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 september 1905

De Heraut | 6 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 september 1905

De Heraut | 6 Pagina's