GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een kerkrechtelijk vraagstuk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kerkrechtelijk vraagstuk.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 13 April 1906.

Het besluit der Utrechtsche Synode om twee onzer provinciale Synoden te splitsen ten einde een beter geproportioneerde vertegenwoordiging onzer kerken te krijgen, schijnt in Friesland geen onverdeelden bijval te vinden.

Dat is te begrijpen.

De Kerken in Zuid-Holland en Friesland die dusver in éen provinciale synode saam­ kwamen, die allerlei belangen gemeen hadden, j aam zorgden voor den zendingsarbeid, voor l hulpbehoevende studenten enz., staan voor p een uiterst moeilijke taak, waar ze, in twee g Synoden gesplitst, dien arbeid moeten ver-d deelen. Bovendien, wie jarenlang saamgewoond heeft, voelt bij het scheiden altijd eenige smart.

Voor zoover die scheiding op practische bezwaren stiet, bestaat er voor de betrokken kerken zeker alle reden om naar een modus vivendi te zoeken, waardoor aan die bezwaren tegemoet kan worden gekomen. Niets belet bijv. dat voor den Zendingsarbeid de beide Synodes gecombineerd zorgen. Groningen, Drenthe en Overijssel hebben zich wel gecombineerd met betoog op het zendingsterrein in Soemba. Waarom zouden de beide particuliere Synoden van Friesland zich niet evenzeer kunnen verbinden met het oog op Midden-Java .^ En wat van den Zendingsarbeid geldt, geldt natuurlijk even goed van de zorg voor hulpbehoevende studenten enz. Alle gemeenschappelijke belangen kunnen ook gemeenschappelijk worden behartigd.

Het is daarom zeer aan te bevelen, dat de particuliere Synoden in één provincie met het oog op dezen gemeenschappelijken arbeid een „nadere correspondentie" aangaan. Vroeger was het zelfs vaste gewoonte, dat de particuliere Synoden van Holland naar elkanders vergaderingen deputaten zonden, die dan over en weer van advies dienden. Voor het weer-invoeren van dit „over en weer deputeeren" zou in de Synoden van één provincie zeker veel te zeggen zijn. Zelfs zou men nog verder kunnen gaan en de beide Synoden voor een bepaald doel in een gecombineerde vergadering kunnen saam laten komen. Noch de Kerkenorde noch eenig beginsel van het Gereformeerd Kerkrecht verbiedt dit. De band tusschen de beide Synoden kan zoo nauw toegehaald worden als de Kerken zelve dit verkiezen. Wil men in Friesland den band van eenheid tusschen de Kerken met het oog op het eigenaardig karakter der Friesche Kerken bewaren, dan staan hiervoor dus middelen en wegen genoeg open.

Maar wel schijnt ons de raad, dien de Friesche Kerkbode gaf, om het besluit der Generale Synode niet uit te voeren en in de volgende Synode protest aan te teekenen, op grond dat de Friesche Kerken zelf niet vooraf in deze splitsing gekend zijn, kerkrechtelijk niet geheel in den haak te zijn.

En dat om drieërlei reden.

Vooreerst, omdat het niet uitvoeren van een besluit der Generale Synode (behalve natuurlijk wanneer Gods Woord of de conscientie dit verbiedt) in strijd is met de beloite, die de Friesche Kerken zelf hebben afgelegd, toen ze hare afgevaardigden ter Generale Synode zonden. Deze belofte hield toch in, dat zij aan alle wettig genomen besluiten der Generale Synode zich houden zouden. De uitvlucht, dat men voorloopig de uitvoering uitstelt omdat men protesteeren wil op de volgende Synode, baat niet. Want als een volgende Synode het besluit van haar voorgangster bekrachtigt, kunnen de Friesche Kerken wederom de uitvoering uitstellen, omdat ze op de daarop volgende Synode opnieuw willen protesteeren. Zoo zou men, onder voorwendsel van een protest bij de volgende Synode, de facto alle besluiten eener Generale Synode krachteloos kunnen maken. Want dat protest kan tot in het oneindige voortgezet worden. Geen Synode is aan de besluiten harer voorgangster gebonden, en van elke Synode kan men zich weer beroepen op haar opvolgster. De raad, dien de Friesche Kerkbode gaf, zou in de practijk dus hierop neerkomen, dat de verbindende kracht van elk Synodaal besluit werd te niet gedaan. Men zou independent worden in plaats van Gereformeerd.

Niet minder klemt ons tweede bezwaar, dat de voorstelling alsof de Friesche Kerken in deze splitsing niet gekend zouden zijn, uitgaat van een beschouwing, die wel in de Hervormde Kerk, maar niet in de Gereformeerde Kerken thuis hoort. In de Hervormde Kerk is de Synode een bestuurscollege, dat boven de Kerken staat en de Kerken niet vertegenwoordigt. In dien gedachtenkring past het volkomen, dat de Synode geen besluit mag nemen voordat het voorstel eerst aan alle classes en provinciale kerkbesturen is toegezonden en deze hun oordeel over dat voorstel hebben uitgesproken. Het boven de Kerk staande Bestuur vraagt eerst de Kerken in haar vergaderingen om goedkeuring en verheft pas daarna het voorstel tot wet, Zooals de Koning ook eerst de goedkeuring van de volksvertegenwoordiging vraagt, voordat een wetsvoorstel door hem bekrachtigd wordt. Maar in de Gereformeerde Kerken is deze wijze van doen nooit gevolgd en mag ze ook niet gevolgd worden, omdat ze lijnrecht in strijd is met het Gereformeerde Kerkrecht. De Synode is geen bestuurscollege, maar de saamvergadering der Kerken zelve. De afgevaardigden der Friesche Kerken op de Synode waren niet een paar ambtsdragers, die daar zekere bestuurshandelingen kwamen verrichten, maar representeerden de Friesche Kerken zelve. In en door hen hebben dus de Friesche Kerken zelve azn dit besluit der Synode mede gearbeid. De voorstelling alsof dit besluit buiten de Friesche Kerken om zou genomen zijn, is dus stellig niet juist. Zelfs kan men nog verder gaan. Reeds op de Synode te Arnhem was in principe besloten, tot een wijziging der grenzen van de provinciale Synode over te gaan. Aan een Commissie werd opgedragen daarover de volgende Synode van advies te dienen. Op het agendum dezer Synode kwam dit punt dus voor. En waar de Friesche kerken deputaten zonden met volledige volmacht om over deze punten mede te besluiten, zonder restrictie te maken op dit ééne punt, hebben deze Kerken dus weldegelijk een mandaat ook voor deze zaak verleend. De verontschuldiging, dat de Friesche Kerken vooruit niet wisten, dat de splitsing uist hun provincie zou treffen, gaat natuurijk niet op. Want indien splitsing eener provincie ongeoorloofd is zonder voorafgaande toestemming der betrokken Kerken, an doet het er niets toe of deze splitsing Friesland of een andere provincie treft. De Friesche Kerken hadden dan evenmin hun medewerking mogen verkenen, wanneer de splitsing bijv. Groningen of Gelderland trof.

Maar ook afgescheiden van dit kerkrechtelijk bezwaar dunkt het ons in de derde plaats niet juist, dat de Generale Synode de bevoegdheid zou missen de indeeling der particuliere of provinciale Synoden te wijzigen zonder dat de betrokken kerken zelve daarom gevraagd of daarop hare goedkeuring^eschonken hadden. Reeds de historie wijst dit uit. Onze Generale Synoden in de i6e en 17e eeuw hebben telkens staande de vergadering allerlei wijzigingen in de indeeling der particuliere Synoden aangebracht, zonder dat ooit er aan gedacht is vooraf de Kerken daarover te raadplegen. Waar de Generale Synoden deze bevoegdheid altijd hebben bezeten en die bevoegdheid door niemand is betwist geworden, is er geen de minste reden om deze bevoegdheid aan de Synode van Utrecht te ontzeggen. Ze deed precies hetzelfde wat de Synoden van Emden, van Dordrecht en van Middelburg hebben gedaan. Al deze Synoden hebben de kerkengroepen in particuliere Synoden verdeeld of de bestaande indeeling weer gewijzigd. Waarom zou een Generale Synode in onze dagen dit recht dan niet bezitten? Maar niet alleen de historie, ook de zaak zelve wijst dit uit. De saamvoeging der Kerken in particuliere Synoden raakt toch niet alleen de onderlinge samenleving der Kerken, maar evenzeer den invloed, dien deze Kerken oefenen op de Generale Synode. Waar de Generale Synode de vertegenwoordiging behoort te zijn van alle kerken, behoort ze zorg te dragen, dat die vertegenwoordiging ook proportioneel met de sterkte der kerkengroepen in overeenstemming is. Dit raakt een algemeen belang, Az.^ daarom niet door elke provincie op zich zelve, maar alleen door de kerken gezamenlijk, d. i. door de Generale Synode, beslist kan worden. Vandaar dat de Generale Synode stellig onjuist zou gehandeld hebben met eerst aan de Kerken in Friesland en Zuid-Holland te vragen, of deze splitsing haar aangenaam was. Splitsing van een provinciale kerkengroep in twee particuliere Synoden is voor de betrokken kerken nooit aangenaam. Het provinciaal belang behoort hier echter voor het algemeen belang te wijken. En wat het algemeen belang der Kerken eischt, kan alleen een Generale Synode beoordeelen.

We twijfelen niet of de Friesche Kerkbode zal met onze principieele uiteenzetting het eens zijn. Het Friesche provincialisme, hoe uitstekend ook in menig opzicht, heeft toch ook zijn schaduwzijden. Wie in Friesland leiding geeft, heeft te zorgen, dat het verkeerde provincialisme hem geen parten spaelt. Graaf Willem Lode wijk, Friesland's roemrijkste stadhouder, heeft juist daardoor getoond een uitnemend staatsman te zijn, dat hij, bij al zijn warme liefde voor het Friesche volk, nooit hst nationaal htldiXigbl] het provincaal heeft ten achter gesteld.

Gelukkig heeft de Provinciale Synode van Friesland, die de vorige week te Leeuwarden saamkwam, dit dan ook ingezien en het besluit der Generale Synode is zonder verzet van een enkele Kerk ten uitvoer gebracht.

Aan Friesland komt voor deze correcte houding lof toe.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 april 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Een kerkrechtelijk vraagstuk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 april 1906

De Heraut | 4 Pagina's