GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onze predikantstractementen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze predikantstractementen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan Dr. Van Lonkhuizen mag de verdienste niet ontzegd worden, dat hij op krasse wijze onze kerken gewezen heeft op den noodstand onzer predikanten.

Het lijdt geen den minsten twijfel, of de meerderheid onzer dienaren des Woords ontvangen een salaris, waarvan ze niet „onbezorgd" leven kunnen. Wat Dr. Van Lonkhuizen daarover gezegd heeft, hoe scherp het ook was, is in geen enkel opzicht overdreven. Voor zoover onze predikanten niet beschikken kunnen over eigen middelen, kunnen ze van hun tractement niet dan met de grootste zorg rondkomen. En niet alleen dat deze finantieele druk hen belemmert in hun geestelijken arbeid, maar het gevolg daarvan is, dat ze nauwelijks iets over houden, om hun boekenkast aan te vullen, daardoor geestelijk interen, en de prediking al armer en schraler wordt.

Het geldt hier dus waarlijk niet alleen de vraag naar verbetering van de sociale positie onzer predikanten. Ook in dat opzicht hebben onze dienaren des Woords zeker aanspraak op beter bezoldiging. Het gaat niet aan, dat mannen, die na een langdurige en kostbare studie zich aan den arbeid in het Evangelie wijden, een tractement ontvangen, dat nog lager is dan van een onderwijzer en waarvoor een flink werkman in de stad bedanken zou te arbeiden. En al hebben onze predikanten al deze jaren met geduld dit kruis gedragen, en niet op de straten van Askelon geklaagd, wat bitter lijden in hun gezinnen vaak geleden werd, des te meer is het de roeping der Christelijke pers, om het voor hen op te nemen, en niet te rusten voordat hun recht is gedaan.

Heel het leven van onzen tijd drijft en stuwt naar boven. In alle standen en rangen wordt op lotsverbetering aangedrongen. Loonen en salarissen, die voor een halve eeuw nog voldoende waren, zijn thans verdubbeld. Alleen onze predikanten blijven wat hun salaris aangaat op dezelfde hoogte staan, niettegenstaande de belastingen zooveel zwaarder zijn geworden, het leven al hooger eischen stelt en de prijs der levensmiddelen zeker niet is gedaald.

Maar hoezeer we ook in dat opzicht voor verbetering van de sociale positie onzer Dienaren des Woords wenschen te ijveren, voor alle dingen hebben onze Kerken in te zien, dat het hier een ^^^j/^/j^'/è belang geldt. Alle arbeid, die verricht wordt om door Schriftverklaring, door dogmatische en historische studiën, door pers-orgaan en vlugschrift het inzicht onzer predikanten in Gods Woord te verhelderen en te verdiepen, opdat straks de rijke vrucht daarvan in de prediking de gemeente ten goede kome, is vruchteloos, wanneer de predikanten de middelen missen om deze werken zich aan te schaffen. Vroeger werd dit zóo diep gevoeld, dat sommige kerken aparte bibliotheken aanlegden, opdat de Dienaar des Woords daarover de vrije beschikking zou hebben. Maar ook al is dit middel in onze dagen wellicht moeilijk meer toe te passen, in elk geval moet de gemeente in haar eigen belang zorgen, dat het meel niet ontbreekt, waarvan het geestelijk brood kan gebakken worden.

De voorstelling toch, alsof een student, na aan de Hoogeschool afgestudeerd te hebben, nu voor heel zijn leven genoeg kennis opgedaan heeft om eiken Zondag de schatten des Woords te kunnen ontsluiten, is door en door onwaar. Om dat Woord Gods te kunnen verstaan en toe te passen, is altijd' doorgaande studie de eerste eisch. En wanneer zoo vaak de klacht vernomen wordt dat de bediening des Woords zich altijd beweegt om zekere centrale waarhedendat de tekst verwisselt, maar de inhoud der preek altijd dezelfde gedachten biedtdan is de schuld daarvan zeker niet altijd bij den prediker te zoeken, maar even vaak bij de gemeente, die door te karig tractement haar predikant tot een geestelijken hongerlijder maakte.

In dat alles gaan we met Dr. van Lonkhuizen volkomen akkoord, en we prijzen het, dat hij den moed had, zonder iets te verbloemen of te bemantelen, deze wonde plek van ons kerkelijk leven open te leggen.

Ook mag hem dank toegebracht, dat hij niet alleen de ziekte constateerde en op het gevaar wees, maar daarbij naar geneesmiddelen zocht, die tot beterschap konden leiden.

Hoezeer die goede bedoeling echter gewaardeerd wordt, toch blijkt reeds nu uit het eenstemmig oordeel onzer kerkelijke pers, dat onze jonge doctor in de keuze dezer middelen niet gelukkig is geweest. Zijn voorstel om op de uitgaven voor de Zending te gaan korten, lokte een unaniem protest uit. En evenmin vond de gedachte instemming, om de studiebeurzen af te schaffen ten einde het aantal studenten te verminderen, ook al wil Dr. van Lonkhuizen een uitzondering maken voor jongelieden met „singuliere gaven." Natuurlijk is een kunstmatig opdrijven van het getal der studenten in de theologie verkeerd, maar daartegenover staat, dat nog tal van kerken in ons land vacant zijn en dat vooral de bearbeiding van plaatsen, waar de Christelijke Kerk schier geheel te loor ging, nog alles te wenschen overlaat. Indien we een groep flinke jonge mannen overhadden, die om Christus wille bereid waren, voorloopig van pastorie en huwelijk af te zien, om als predikers op te treden in die deelen van ons land, waar het „moderne heidendom" oppermachtig is en daar voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk te ijveren, dan zou dit als een zegen zijn te beschouwen.

Ook de jongste voorslag van Dr. van Lonkhuizen om de gedeeldheid onzer opleiding weg te nemen, omdat deze gedeeldheid onze kerken jaarlijks op een kwart ton komt te staan, die volkomen nutteloos worden uitgegeven schijnt ons toe weinig kans op slagen te hebben. In principe heeft Dr. Van Lonkhuizen zeker volkomen gelijk, dat de dubbele opleiding met het oog op onze kerkelijke behoeften volstrekt niet gerechtvaardigd is en op dezen post zeer belangrijk kon bezuinigd worden. Maar zoolang het beding ons bindt en een groot deel der kerken aan instandhouding van een eigen school vasthoudt, zal hier zeker weinig verandering in te brengen zijn. Althans achten we het niet juist om dit vraagstuk, dat na de Synode te Arnhem rustten bleef, thans weer op te rakelen in verband met de tractementen onzer predikanten. Indien er een oplossing komen moet, dient ze uit andere motieven te worden geboren.

Het geneesmiddel ligt naar onze overtuiging op een ander terrein. De ruime collecten voor de Theologische school en de Vrije Universiteit, voor de 'Zending enz. toonen, dat onze Kerken, mits er sympathie is voor de zaak, veel meer geven kunnen. En al zullen we niets te kort doen aan de offervaardigheid van sommige gemeenten, over het algemeen kan waarlijk niet gezegd worden, dat vooral de meer gegoede leden der gemeenten naar vermogen bijdragen voor den Dienst des Woords.

En in de pers èn in de prediking dient daarom op dezen misstand de aandacht gevestigd te worden. De conscientiën moeten wakker geschud. Onze kerkeraden moeten met ernst de vraag overwegenof het tractement van den Dienaar des Woords wel voldoende is, en zoo niet, dan de gemeente bijeenroepen om tot verhooging over te gaan. En onze Classes, aan wie de Synode opdroeg bij de beroeping toe te zien, dat de ^dienaren des Woords niet op te laag tractement beroepen werden, hebben scherper acht te geven op de gemeenten, die nalatig zijn.

Langs dezen weg kan veel gedaan worden tot verbetering van den toestand. En indien ook dit alles niet helpt, dan dient de vraag op de Generale Synode aan de orde te worden gesteld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Onze predikantstractementen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 juni 1906

De Heraut | 4 Pagina's